Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 259 van 1112

...  247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272  ...
[1] Hier zegt ROCLUS: 'Ja Heer, hoe zit het dan met de politieke wetten van de staat, moet men zich daaraan houden? Men moet zich hier toch naar richten, ook al is men nog zo zeer heer over zichzelf geworden? Of kan men ook met deze wetten zo omgaan als met die van de grote profeet Mozes?"
Hoofdstuk 133: De houding van Gods kinderen tegenover politieke staatswetten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Wie zich in zijn innerlijk dus eenmaal in de volledige orde bevindt, is ook heer over alle wanorde die ook maar ergens ter wereld kan voorkomen. En omdat hij dat is en in zichzelf niet meer in wanorde kan geraken, wil en kan hij in feite ook wel in iedere politieke samenleving leven, hoe die ook is; hij ziet immers duidelijk, welke weg hij te gaan heeft.
Hoofdstuk 133: De houding van Gods kinderen tegenover politieke staatswetten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Natuurlijk is daar ook die resolute moed voor nodig, die geen vrees heeft voor de dood van het lichaam; maar waarom zou iemand daar ook bang voor zijn, als het hem uiterst duidelijk is, dat hij het eeuwige leven in zich draagt en volkomen heer is geworden over het leven in zichzelf en daarom ook heel goed moet weten, dat ten eerste degenen die wel zijn lichaam kunnen doden, aan de ziel en haar eeuwige levensgeest absoluut geen schade meer kunnen toebrengen, en dat ten tweede de ziel met het wegvallen van het zware lichaam voor eeuwig een onuitsprekelijke winst ten deel valt, waar alle schatten van deze aarde eeuwig nooit tegenop zouden kunnen wegen!
Hoofdstuk 133: De houding van Gods kinderen tegenover politieke staatswetten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] IK zeg: 'Inderdaad, want voorstellingen door middel van beelden blijven nergens zo vast aanwezig als juist in het gemoed van kinderen; en naderhand kunnen ze zich er moeilijk helemaal van losmaken!
Hoofdstuk 134: Grondregels voor de opvoeding van kinderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Om te beginnen geef Ik je voorlopig de verzekering, dat Mijn dienaar Raphaël af en toe naar je toe zal komen en jullie met raad en daad terzijde zal staan. Voor de rest van de tijd heeft hij immers al zijn duidelijke instructies en weet hij wat hij moet doen in de tijd dat Ik hier op aarde ben en waar hij zich bij tijd en wijle op moet houden. Deze toezegging die Ik je nu gedaan heb, geldt alleen voor heel bijzondere gevallen die zich in jullie instituut tijdens de periode van de vernieuwing kunnen voordoen.
Hoofdstuk 135: Te verwachten moeilijkheden in het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] De leider zond weliswaar meteen van veel geld voorziene boden naar alle richtingen; maar als de zaak zo verloopt staan we met ons hele instituut te schande en raken we in grote verlegenheid, tot vrolijk hoongelach van de afgunstige en jaloerse Farizeeën, temeer daar er zich juist dit keer, waar ik me goed van bewust ben, enkele kinderen van Farizeeën onder schijnen te bevinden, waarmee deze afgunstigen zeker van plan zullen zijn om ons aan de tand te voelen!
Hoofdstuk 135: Te verwachten moeilijkheden in het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar watje zelf moet doen, zal Ik je nu nog in korte bewoordingen meedelen. Jullie hebben intussen in het instituut nog de uiterst geraffineerde inrichting om doden op te wekken, zoals die was en nog is; ook bevinden zich daar nu nog precies honderdzeven kinderen van drie tot veertien jaar, waarvan iets meer dan de helft meisjes.Jullie zijn nu in grote verlegenheid, omdat jullie in je mensenkweekplaatsen nauwelijks twintig gelijkende kinderen hebben; jullie hebben nu boden naar alle delen van de wereld gezonden met geschilderde portretten, om tegen elke prijs kinderen aan te kopen die hierop lijken. Maar deze boden doen slechte zaken; want waar ze ook maar iets aantreffen wat er op lijkt, wordt het hun voor geen enkele prijs verkocht, en kinderen die er niet op lijken kunnen ze toch niet gebruiken. - Wat is je reactie op deze gang van zaken?"
Hoofdstuk 135: Te verwachten moeilijkheden in het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Wel, als dieren die geen verstand hebben, maar slechts een instinctmatige intelligentie, zich al wreken op een bedrieger, hoeveel temeer is dat dan te verwachten bij de verstandige mensen en hoeveel meer nog bij de geesten, voor wie geen bedrog meer plaats kan vinden omdat hun inzicht en onderscheidingsvermogen daar te helder voor is geworden!"
Hoofdstuk 136: De bedrieglijke opwekkingen uit de dood door de Essenen worden verboden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En kijk, precies zo en niet anders was jullie tot nu toe gehanteerde opwekkingsmethode, met name van kinderen! En jullie maandelijks in het openbaar plaatsvindende dodenopwekkingen in de bewuste onderaardse, catacombeachtige gewelven zijn wel zo'n opeenhoping van bedrog, dat het eigenlijk te erg is om daar nog over te praten; jullie hebben daar zelfs mensen voor in dienst, die één keer per maand in daarvoor bestemde doodkisten moeten gaan liggen en doen alsof ze dood zijn, en op een hen bekend commandowoord van jullie in het bijzijn van meerdere blindgelovige toeschouwers uit de kisten op moeten staan en zich dan ook meteen op zo'n manier moeten verspreiden, dat niemand van de vaak talrijke toeschouwers en bewonderaars hun kan vragen hoe ze zich voelen, hoe ze eventueel heten en waar ze wonen.
Hoofdstuk 137: De grondregels van het vernieuwde instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Beloof nooit iets aan iemand wat je later niet kunt of om bepaalde redenen niet wilt nakomen; want waarlijk Ik zeg jullie: Niets is zo bitter en lastig voor een mens als een gedane belofte die later zonder iets te zeggen niet nagekomen wordt! Want als hem niets beloofd was, had hij er niet op gerekend en iets anders ondernomen waarmee hij zich hulp verschaft zou hebben of wat anderszins nuttig voor hem geweest zou zijn. Maar omdat hij vast vertrouwde op de belofte die men hem deed, maar waar men zich niet aan hield, is hij nu in een wanhopige situatie terechtgekomen en zit dan treurig en teleurgesteld tussen twee stoelen op de grond en verwenst meestal degenen die hem door hun beloften in het grootste ongeluk hebben gestort.
Hoofdstuk 137: De grondregels van het vernieuwde instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Wat jullie dus aan iemand beloofd hebben, daar moet je je aan houden, zelfs als dit je aardse leven zou kosten, omdat Ik anders geen blijvend lid van jullie instituut kan zijn! Bedenk echter goed Wie Hij is, die jullie dit gebod geeft! Hij is een eeuwig Heer over alles wat leven en dood genoemd wordt; en al zou Ik niets op .deze wereld vergelden, dan toch in ieder geval wel, dat Iemand een ander iets belooft maar er zich dan om een bepaalde meestal zelfzuchtige reden niet aan houdt!
Hoofdstuk 137: De grondregels van het vernieuwde instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Dat is en blijft hij, ofschoon hij Mij nu niet helemaal goed begrepen heeft! Maar Ik zag dat nog in hem en Ik heb hem in de toestand gebracht om dat nog uit zich te verwijderen. Maar de zaak zal er nu heel anders uit komen te zien, daar kun je je meteen van overtuigen!"
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Wanneer men zich daar niet aan houdt, zal er enkele jaren na Mij een verbazingwekkend groot aantal valse profeten en wonderdoeners zijn, die Mijn leer geheel zullen misvormen. Zij, de valsen, zullen weliswaar ook van Mijn naam gebruik maken; maar hun leer zal niet in 't minst op de Mijne lijken, en hun wonderwerken zullen van het jou bekende, bedrieglijke soort zijn en heel velen tot vaste aanhangers van de valse profeten maken.
Hoofdstuk 140: Verhulde waarheden en leugens. Valse profeten en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Roclus boog nu zeer diep en haastte zich naar zijn metgezellen, die intussen allerlei belangrijke voorzieningen van hun instituut besproken hadden die geheel dezelfde geest ademden als Mijn aanwijzingen die Ik Roclus als levensrichtsnoer had gegeven.
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Bijvoorbeeld: Ik ga ergens naartoe en ontmoet onderweg als heiden een volslagen blinde aartsjood, wiens zelootachtige tempelfanatisme in iedereen meteen een heel legioen allerergste duivels vermoedt. Als een heiden hem aanraakt terwijl hij zich daarvan bewust is, dan is hij meteen voor een heel jaar onrein en is, omdat hij zich dit inbeeldt, een hoogst ongelukkig mens omdat hij geen deel kan en mag hebben aan de vele bezittingen van de tempel. Als ik hem vertel dat ik een heiden ben -als hij mij vraagt wie ik ben -, dan zou hij liever alle martelingen ondergaan dan zich door mij over een levensgevaarlijk stuk van een bergpad te laten leiden. Maar als ik hem heel beslist zeg dat ook ik een jood uit Jeruzalem ben, dan zal hij mij graag de hand reiken en zich dankbaar over het uiterst gevaarlijke stuk van het pad laten leiden. Als ik de arme blinde zover heb gebracht dat het voor hem niet meer gevaarlijk is om verder te gaan, en de geur van zijn geboortestreek, die nu al zeer dichtbij is, hem aantrekt en hij niet meer verdwalen kan, neem ik afscheid van hem en ga vrolijk mijn eigen weg. De blinde jood hoort dan zijn leven lang helemaal niets meer van mij, en het zal ook niet zo gauw gebeuren dat iemand hem zegt, dat degene die hem ooit over dat zeer gevaarlijke stuk van de weg heeft geleid, een heiden was.
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272  ...