Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 260 van 263

...  238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263
[43] Maar zie, ik heb dit ook niet naar voren gebracht, het is echter uw be­geerte en uw hoogmoedige lust, die de Godheid heeft bewogen, u uw hartsbegeren in de hoogste eenvoud in de grootste diepte te openbaren, opdat het een getuigenis over u zou zijn en een aankondiging van de ernstige dag van God. Dit zeg ik u als een woord van de ernstige God, dat in de bliksem des levens geboren is.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[32] Zie, ik zeg u dit als een woord des levens, door middel waarvan ik de erkenning des geestes aanneem te midden van de geboorte van het nieuwe lichaam dezer wereld, waarover de mens Jezus Christus, een heerser en koning tezamen met zijn eeuwige Vader is; voor de stoel van Zijn troon staan alle heilige zielen der mensen en zij verheugen zich. De begeerte des vlezes naar zoete welvaart, rijkdom en macht is een toornbad, waarin gij loopt en elkander verdringt, alsof gij erin gezogen werd. Er is daarin een groot gevaar.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Toen echter op de eerste dag het licht door het Woord of door het hart van God iets in de wortel van het natuurlichaam dezer wereld weder aanbrak, zoals het uitzoeken van de jongste dag of de aanvang der beweeglijkheid des levens, toen bezat de strenge en zure geboorte weder een opgang des levens in zich. Van toen af aan heeft zij in de angstige dood gestaan tot aan de derde dag; toen is de liefde Gods door de afscheidende Hemel heengedrongen en heeft het licht van de zon aange­stoken.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] Dat is alzo geschied: De liefde, of liet Woord of het hart, dat is de eniggeboren Zoon van den Vader, die is het licht, de zachtmoedigheid, de liefde en de vreugde van God, (Hij zegt zelf, als hij zich tot de mens­heid richt: Ik ben het licht der wereld. Joh. 8-12) heeft deze wereld bij het hart genomen en in het midden van deze ruimte op de plaats, waar de machtige vorst en koning Lucifer zijn zetel had gehad, is een nieuwe schepping ontstaan.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[19] Als we eigenlik grondig weten willen, hoe de planeten en sterren ontstaan zijn; als we van het binnenste der aarde het wezen willen verstaan, moeten we beginnen met de innerlijke geboorte, het ontstaan van het leven in de mens te beschouwen. Want beiden hebben eenzelfde begin, verlopen gelijk en voor beiden gelden dezelfde wetten. Want het rad van sterren en planeten is niet anders, dan de geboorte in het 7e kosmische gebied, waarin zich beelden en figuren als Hemelse vruchten hebben gezet naar Gods ordonnantie. Omdat de mens door God naar Zijn beeld geschapen is, heeft zijn leven eenzelfde begin en opgang als planeten en sterren.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[25] Het woord: er = aar veronderstelt de ontstoken wrange en bittere kwali­teit, de ernstige toorn Gods, die siddert achter in de mond; de tong is daarvoor bevreesd en legt zich plat neer in de onderkaak. Het woord den = de wordt wederom op de tong gevormd en de geest onttrekt de kracht aan het woord en treedt langs een andere weg, langs de neus, er mede naar buiten; ook vaart hij daarmede naar de hersenen voor de koninklijke vierschaar. Dat wil zeggen, dat de Salniter der aarde voor eeuwig van Gods Licht en Heiligheid verstoken is. Dat evenwel de geest de kracht van het woord in zich opneemt, en langs een andere weg naar buiten treedt, wil zeggen, dat God het hart der aarde uit de boos­heid wil uitheffen en tot zijn lof voor eeuwig wil bestemmen. Hij wil de kern, het beste, de goede geest uit de aarde doen te voorschijn treden en tot zijn eer en heerlijkheid tot vernieuwing en wedergeboorte voeren. O mens, bezint u, welk zaad ge in de aarde zaait. Hetgeen ge zaait, dat zal ook opkomen, bloeien en vrucht dragen, hetzij in liefde of in toorn. Wanneer echter het boze zal worden gescheiden van het goede, zo zult ge naar dit leven, naar dat wat ge in dit leven geleefd hebt, hetzij in de Hemel of in het helse vuur. Uw ziel zal daar heen varen, waarnaar ge thans hebt gestreefd.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[32] Het woord sprak wordt gevormd tussen de tanden; deze sluiten zich op elkander en de geest verlaat de mond tussen de tanden”door. De tong wordt in het midden omgebogen en van voren spitst zij zich, alsof zij fluisterde, wat er voor geluid is en alsof zij vreesde daar­voor. Wanneer echter de geest het woord vormt, zo doet hij de mond dichtgaan en vormt het verdere gedeelte van het woord aan de achter­zijde van het verHemelte boven de tong, temidden der bittere en wrange kwaliteit. Dan schrikt de tong en legt zich neer tegen de onderkant van de mond. Daarna verlaat de geest, vanuit het hart, sterk en machtig als een koning de mond en vervult de gehele mond en ook buiten de mond blijft zijn invloed nog gelden. Hij maakt een lange lettergreep als een geest, die de toorn heeft gestild. Hij blijft dan op de plaats waar hij geboren is en laat de geest der zachtmoedigheid naar buiten treden vanuit het hart. Dan blijft hij doorklinken en helpt het woord vormen, terwijl hij steeds op de zelfde plaats blijft, als een gevangene, die vol van verschrikking is.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[46] Want toen het lichaam der natuur door de duivel ontstoken werd, trok het Woord of het hart van God de massa tezamen, nog voor de bedorven Salniter tezamen werd gedrukt; dat heet nu aarde wegens de harde grimmigheid of verderf.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[59] Let weer op: Als de Salniter of de werking van de 6 Oergeesten, wat de zevende natuurgeest is, in de ruimte van deze wereld aangestoken wordt, dan staat het woord of het hart Gods alom midden in de kring van de 7 geesten, als een hart dat alles, hieronder te verstaan het ganse wereld­ruim, plotseling vervult.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[69] Mozes heeft gelijk, als hij zegt, dat de mens uit de aarde geschapen is; maar in de tijd, dat de massa door 't woord bestond, was de massa nog geen aarde.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[70] Als deze evenwel niet door 't woord onderhouden was, zou terzelfder tijd de zwarte aarde daaruit zijn voortgekomen; maar het koude vuur des toorns was er al in.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[76] De werking van de ganse massa was een opgang of aantrekking van Gods woord door de werking der Oergeesten of van de Salniter, waaruit de aarde ontstond.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[36] Dat de geest tussen de tanden naar buiten treedt met een sissend ge­luid, wil zeggen, dat de geest uit het Hart van God, door de toorn heen gevaren is. Dat de tanden gesloten blijven, terwijl de geest uitwijkt, wil zeggen, dat deze toorn den Heiligen Geest niet begrepen heeft. Dat de tong zich neerlegt tegen de onderkant van de mond en van voren zich spitst en zich niet bij het sissen laat gebruiken, beduidt, dat de uiterlijke geboorte, tezamen met alle schepselen die zich daarin bevinden, den Heiligen Geest, die uit de innerlijke geboorte, uit het Hart Gods uitgaat, niet begrijpen en niet tegenhouden of weren kunnen, al zouden zij alle macht daartoe aanwenden. Want Hij laat zich niet tegenhouden door gesloten kamers of muren, neen, door niets. Hij laat zich niet opsluiten, hoewel de tanden gesloten zijn, opdat het Hem belet zou worden. Dat de lippen geopend zijn, wanneer de Geest door de tanden naar buiten treedt, betekent, dat Hij, door het verlaten van het Hart Gods en het betreden der schepping, de poorten des Hemels wederom ontsloten heeft en door de poorten des goddelijke toorns is gegaan. Hij heeft de toorn Gods verzegeld en de duivel opgesloten in zijn toornvuur, zodat hij voor eeuwig daarin blijven moet.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[39] Dat het woord sprak in het achtergedeelte van het verHemelte boven de tong temidden der zure en bittere kwaliteit wordt ge­vormd, wil zeggen, dat God temidden van het woeden en tieren van de Satan, in deze wereld een huis heeft opgericht tot zijn eer, waarin hij wonen kan met Zijnen Heiligen Geest, zoals de geest vanuit het Hart sterk en machtig naar buiten treedt bij het uitspreken van het woord sprak, zo heerst ook de Geest Gods in de uiterlijke geboorte dezer wereld en bouwt een tempel, onbegrepen door het huis des toorns. Dat de zure en bittere geest zo woedt en zich te weer stelt, wanneer de Geest van het hart uit gaat en heerst vol geweld, beduidt, dat de toorn Gods tezamen met de duivelen tegenovergesteld is aan de liefde; dat zij beiden, gedurende deze gehele bedeling met elkander worstelen en strijden, als twee legers. Dit is dan ook de oorsprong van alle strijd tussen mensen en dieren in deze wereld.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[42] Dat zich, na het vormen van het woord, in de wrange en bittere eigen­schap de mond zich wijd opent, en de twee geesten, die der wrange en bittere kwaliteit en de geest van het hart, beduidt, dat de schepselen in grote angst en in grote moeilijkheden zullen leven en zich niet in een lichaam, maar in twee lichamen zullen kunnen uitdrukken. Want de wrange en bittere eigenschap ontneemt de Geest des Harten de kracht en gordt zichzelve niet die kracht. Daarom is de natuur in de geest des harten zo zwak geworden en daarom heeft de natuur de man en de vrouw geschapen. Het genoemde heeft ook betrekking op de goede en de boze wil in de natuur, en in alle schepselen. Daardoor ontstaat een gestadig worstelen, strijden en doden, dat de wereld maakt tot een waar jammerdal, vol van kruisdagen, vol van moeite en arbeid. Want toen de Geest der Schepping is verschenen, heeft hij te midden van het hellerijk de schepping moeten formeren. Dewijl dan nu de uiterlijke geboorte in deze wereld tweevoudig is, d.w.z. boos en goed, zo is er een gestadig pijnigen, jammeren en klagen en alle schepselen moeten zich in dit leven wel laten martelen en deze wereld heet terecht een moordhol des duivels.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263