Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 260 van 1088

...  248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273  ...
[16] IK zei: 'Daar doen jullie goed aan, maar één dingmoet Ik jullie zeggen en dat is: Zie, de vogels in de lucht hebben hun nesten en de vossen hun holen, maar Ik, die naar het lichaam een pure Mensenzoon ben, heb nog niet eens een steen die Ik als Mijn aardse eigendom onder Mijn hoofd zou kunnen leggen! ,
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei: 'Welaan dan, ga na de maaltijd naar huis en regel alles goed! Kom dan terug en dan zal Ik jullie zeggen wat wij daarna zullen gaan doen! Maar nu aan de maaltijd!'
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] De twintig gingen via een grote omweg als Grieken weer naar ons terug en kwamen om ongeveer twee uur 's middags bij ons aan. Toen zij aankwamen, terwijl wij nog aan tafel zaten en nog maar net met het middagmaal klaar waren, verwonderden Lazarus, de waard en ook Mijn leerlingen zich erover dat zij hun zaken zo snel geregeld hadden.
Hoofdstuk 16: De bekeerde priesters breken met de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Kort en goed, Mijn huis -zoals de profeet zegt - hebben ze veranderd in een moordkuil en daarom kan daarin geen heil meer gezocht worden! Maar toch zeg Ik tegen jullie allen: luister naar degenen die op de stoel van Mozes en Aäron zitten wanneer zij het woord van God prediken, maar kijk met naar hun slechte daden en doe ze hen ook zeker niet na, want die zijn een afschuwelijk bedrog!
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Dat zij echter nu zo zijn zoals zij zijn, is het gericht van God over hen, omdat zij Hem losgelaten hebben en zich naar de mammon hebben gekeerd, die nu hun god is. Wie weet niet, dat vroeger de eerstgeborene uit ieder huwelijk tot hun veertiende jaar vrij en kosteloos in de tempel als een offer aan God uitstekend voor de Heer zijn opgevoed en dat zulke eerstgeborenen heel vaak zichtbaar door de engelen des hemels zijn bediend en onderricht?'
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Toen de maaltijd voorbij was, dankten allen weer, en daarna gingen de joden op weg naar Jeruzalem. De tempeldienaren en de hogepriester zetten aanvankelijk grote ogen op toen de twintig reeds zeer bejaarde priesters beweerden dat zij nu een verre reis wilden gaan maken; maar omdat zij bij hen daarvoor veel goud en zilver achterlieten, gingen zij tenslotte toch accoord en wensten hun veel geluk op de reis. De twintig namen snel afscheid en verspreidden zich in de grote stad, zodat men niet zo gemakkelijk zou kunnen ontdekken welke weg zij eigenlijk insloegen. Maar zij kenden buiten de stad een Griek die altijd een grote voorraad Griekse kleren had en daarmee handel dreef Daar gingen zij heen, kochten Griekse kleren bij hem en lieten hun eigen kleren achter, hetgeen de Griek erg verbaasde. Uit nieuwsgierigheid begon hij toen heel omzichtig te vragen wat deze verkleedpartij toch wel te betekenen had.
Hoofdstuk 16: De bekeerde priesters breken met de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Vind jij dan dat zij ons iets nieuws verteld hebben?! O, zeker niet! Dat is Mij zelfs als Mensenzoon al heel lang bekend! Denk nog eens aan Mijn twaalfde jaar, toen Ik als knaap drie dagen achtereen met de Farizeeën en schriftgeleerden en oudsten verkeerde?! Kijk, reeds toen zag het er in de tempel precies zo uit als nu, en vóór die tijd was het ook al zo; maar toen zaten er.op de stoel van Mozes en zijn broer Aäron toch op z n minst enige waardige en waarachtige opvolgers van Mozes en Aäron, die echt uit de stam van Levi kwamen. Maar Zacharias was de laatste en nu zijn in de tempel maar liefst alle stammen vertegenwoordigd, omdat iedereen zich daar naar believen voor geld een ambt kan kopen.
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Laten we nu ophouden met deze verhalen die helaas maar al te waar zijn, want onze Joodse burgers komen er aan en die willen we niet al te zeer ergeren. Weliswaar weten zij ook het nodige, maar natuurlijk niet al deze dingen, en daarom zullen wij hen van te voren niet te verder inwijden in de diepste, kwalijke geheimen. Spreken jullie er ook zo weinig mogelijk over, want anders zouden jullie in grote aardse moeilijkheden kunnen komen, die dan ook jullie ziel schade zouden kunnen berokkenen! Denk liever: 'Wij zijn in ons hart vrij en hebben het juiste licht en de ware weg naar het leven gevonden! ' Zolang Ik hen echter nog duld, opdat dé maat van hun boosheid vol zal worden, zolang moeten ook jullie hen nog dulden, en volg hun goede lessen op, maar wend je ogen en oren van de slechte af! En nu genoeg over dit onderwerp, want onze burgers staan al voor de deur en ook zij hebben nog niets gegeten; daarom moeten zij hier ook wat te eten en te drinken krijgen.'
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Daarop haastten Martha en Maria zich meteen naar de provisiekamer haalden brood en wijn en gebraden schapenvlees, en zetten alles op een tafel naast ons, omdat op de onze geen plaats meer was.
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Halverwege de winter zal Ik korte tijd een bezoek brengen aan de rechtschapen Galileeër Kisjonah en daarna een paar dagen voor het Paasfeest weer hierheen komen, maar nog voor het feest weer naar Galilea vertrekken. Kijk, wij zullen dus behoorlijk lang bij je vertoeven en ook behoorlijk wat nodig hebben; en daarom zegende Ik je provisiekamer en wijnkelder zo royaal! Houd echter je mond en zeg niemand daar iets over!'
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Lazarus bedankte Mij in stilte en stelde daarop zijn zusters gerust; en toen deze dat hoorden, deed het hun zoveel genoegen dat ze bijna in tranen uitbarstten en een poosje naar buiten moesten om daar hun vreugdetranen de vrije loop te laten zonder dat iemand het merkte. Daarna kwamen zij weer bij ons terug en deelden in onze vreugde. Toen de burgers uiteindelijk ook verzadigd waren, spraken zij hun dank uit en stonden op van hun plaatsen.
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Deze troostvolle terechtwijzing had op onze burgers een goede uitwerking en zij grepen nu geducht naar de wijn, werden weldra echt opgewekt en begonnen ook al gauw met het vertellen van een aantal vrolijke verhalen, en de Grieken begonnen hen bij te vallen en zo verstreek de tijd tot zonsondergang.
Hoofdstuk 19: De reiniging van de zonde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Daar zul je goed aan doen, maar doe dat meer in je hart dan naar buiten toe, zodat de vossen je niet zullen gaan wantrouwen, want tot op heden sta je nog hoog in aanzien bij de tempel! Als je je plotseling terugtrekt zou dat noch jou, noch Mijn zaak enig goed doen, en Ik kijk immers alleen maar naar de innerlijke mens; want de uiterlijke is van geen enkel belang.'
Hoofdstuk 19: De reiniging van de zonde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Allen waren nu erg benieuwd naar wat Ik met de steen zou doen.
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] DE GRIEKEN zeiden: 'Heer, dit is een zeer veelzeggend teken; wij begrijpen het wel ten dele, -maar het helemaal doorzien, dat kunt U alleen; ons zal dat misschien aan gene zijde pas door Uw genade mogelijk worden! Waarlijk, het was een heel belangrijk teken en de betekenis ervan is oneindig groot, hoe gering het er eerst ook uitzag! -Maar omdat U, o Heer, vandaag in zo'n goede stemming schijnt te zijn, zouden wij U, niet bij wijze van proef, maar slechts als gunst, willen vragen om ons te vertellen hoe U, zo gezegd, uit het niets iets in het leven roept'
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273  ...