Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 260 van 373

...  248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273  ...
[5] Want wie de liefde heeft, heeft alles; wie echter de liefde alleen heeft ter wille van de wijsheid, de wetenschap en de macht, die zal ook krijgen wat hij hebben wil; maar toch zal hij Mijn hart niet hebben zoals jij nu en voor altijd!
Hoofdstuk 11: Ghemela's uitbundige dank en de woorden van de Heer over de hoge waarde van de liefde. Een belofte aan Ghemela en aan Pura als toekomstige Maria. Pura's opname. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Maar de Heer boog Zich direct voorover, richtte allen op, nam de arme Pura op Zijn arm en zei toen tegen haar: 'O ween niet, Mijn dochtertje, want jij hebt wel de minste reden daartoe! Ik weet heel goed hoe zeer je van Me houdt; wees daarom opgewekt, want jij en Ghemela zijn Mij zo na als Mijn eigen eeuwig almachtige hart!
Hoofdstuk 11: Ghemela's uitbundige dank en de woorden van de Heer over de hoge waarde van de liefde. Een belofte aan Ghemela en aan Pura als toekomstige Maria. Pura's opname. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] O God, Schepper en Vader, neem daarom ook Uw dreiging terug, zodat wij U in ons hart vrij volgens ons kinderlijke gevoel kunnen beminnen, maar U niet moeten liefhebben uit angst voor Uw grote bedreigingen!
Hoofdstuk 12: Adams verontschuldiging en zijn dwaze verzoek aan de Heer om het verwijt en de dreiging van het gericht terug te nemen. Het gedenkwaardige antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Na deze toestemming vroeg Uranion dan ook dadelijk wat hem nu nog nader aan het hart lag, omdat de Heer had voorzien dat het allen ten goede zou komen.
Hoofdstuk 14: Uranion vraagt aan de Heer of Hij door de mensen beledigd kan worden. Het bevestigende antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] En de vraag luidde: 'O Heer, liefdevolle Vader van alle mensen! Als de mens dus alleen maar kan zondigen tegen de orde die U in de schepping heeft gelegd, indien hij niet streng leeft volgens Uw welbekende heilige wil, en dus volgens zijn eigen dwaze wil en derhalve eigenlijk alleen zondigt tegen de schepping en tegen zichzelf - hoe is het dan mogelijk U te beledigen en Uw heilige, liefdevolle hart te krenken?
Hoofdstuk 14: Uranion vraagt aan de Heer of Hij door de mensen beledigd kan worden. Het bevestigende antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Maar nu heeft Kisehel nog iets op zijn hart. Laat hem daarom komen en zich van zijn last ontdoen bij Mij, de Vader! Amen.'
Hoofdstuk 14: Uranion vraagt aan de Heer of Hij door de mensen beledigd kan worden. Het bevestigende antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Maar wanneer mijn grote afgunst jegens U mij weer in woede zou doen ontsteken omdat U Uw hart geheel naar de nieuwgeschapenen keert en ik hen daarom zou moeten vervolgen, neem dan alle macht van mij af en verwerp mij voor eeuwig, of doe met mij wat U wilt!
Hoofdstuk 17: Satan bekent zijn leugens en het kwaad van zijn stijfhoofdigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En de Heer zei: 'Ja, op de slagen van Kisehel na is zij nog nooit getuchtigd door Mij, haar Schepper, God, Vader en Man, en toch haat zij Mij, de eeuwige, reinste liefde, en wil Mijn hart doden omdat het niet zoals zij een verwoester wil zijn!
Hoofdstuk 18: De leugen van de eeuwige tuchtiging van Satana. De vrouwelijke schoonheid van de oergedaante van Satan. De kruisdood van de Heer en de vrijheidstermijn van Satan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[22] En de Heer zei tegen haar: 'Keer je tot Mij in je hart en je zult vruchten dragen zoals de eeuwigheid nog nooit heeft gezien; anders zul je alleen maar vruchten van de eeuwige dood voortbrengen, die jou eens als de grootste hoer zullen richten!
Hoofdstuk 19: De bezorgdheid van Kisehel over de macht van Satana en de geruststellende woorden van de Heer. De gebroken macht van Satana. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Satana wendde zich hierop tot de Heer en zei tegen Hem: 'Heer, hoe moet ik mij tot U wenden in mijn hart? U hebt mij toch immers mijn hart ontnomen en daaruit Adam, zijn vrouw en al zijn nakomelingen geschapen!
Hoofdstuk 20: Satana vraagt de Heer om haar weer een hart te geven om God te kunnen liefhebben. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Zie, ik heb dus geen hart meer en kan U daarom onmogelijk in mijn hart opnemen of me in mijn hart tot U wenden! Schep daarom weer een hart in mij en ik zal doen wat U zegt!
Hoofdstuk 20: Satana vraagt de Heer om haar weer een hart te geven om God te kunnen liefhebben. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Al mogen de vruchten nog zo heerlijk zijn, die ik U zou kunnen opleveren: als U me echter het zaad van het leven onthoudt omdat U mij het hart van Adam, dat alleen tot bevruchting in staat is, niet teruggeeft, en ik dus in mijzelf volledig zonder leven ben, welke andere vruchten kunnen er dan wel van mij worden verwacht dan alleen die van de dood en van het gericht, die mij eens zullen richten, en dat als een allergrootste hoer?!
Hoofdstuk 20: Satana vraagt de Heer om haar weer een hart te geven om God te kunnen liefhebben. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Zie, voor dat alles, wat ik U nu openlijk heb gezegd, heb ik geen hart, en kan mij dus daarin ook niet tot U wenden. Laat daarom toch met U onderhandelen, dan zal ik U weer in mijn hart sluiten!
Hoofdstuk 20: Satana vraagt de Heer om haar weer een hart te geven om God te kunnen liefhebben. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Je spreekt alsof je geen hart zou hebben en zegt dat Ik je door Adam je hart heb afgenomen, dat je nu weer terug wilt hebben; vertel Mij, je Schepper, of je leeft of dat je niet leeft! - Je spreekt: `Heer, ik leeft'
Hoofdstuk 21: De Heer geeft antwoord en wijst op Zijn inspanningen om Satana te bekeren en voor Zich te winnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Maar zou jij ook zonder hart kunnen leven, dat toch in ieder wezen de grond van alle leven moet zijn, zonder hetwelk geen leven denkbaar is? Zou je kunnen ademen, denken, voelen en spreken zonder de grondslag van het leven in je? - Je spreekt: `Neen, o Heer!'
Hoofdstuk 21: De Heer geeft antwoord en wijst op Zijn inspanningen om Satana te bekeren en voor Zich te winnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273  ...