17481 resultaten - Pagina 262 van 1166
... 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 ...
[16] Omdat vader echter zag dat zijn waarschuwend geroep naar de knaap totaal zonder uitwerking bleef, verwijderde hij zich van de onbetrouwbare boom, kwam weer bij mij en vroeg mij of ik nog steeds hetzelfde zag. Volledig naar waarheid bevestigde ik de vraag en bezwoer dat de knaap onvermijdelijk een ongeluk moest krijgen als hij niet meteen uit de boom werd gehaald. Mijn vader zei: 'Ja, mijn zoon, wat kunnen we daaraan doen?! Een ladder hebben we niet en door te roepen komt de knaap niet uit de boom, we zijn daarom gedwongen af te wachten wat God de Heer over deze ongehoorzame knaap zal laten komen.Hoofdstuk 148: De dodelijke val van de nieuwsgierige jongen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Mijn vader had nog maar net het laatste woord uitgesproken toen de zwakke tak, die door de voortdurende beweging van de knaap te vaak en te sterk heen en weer en op en neer was gebogen, brak, waarop de knaap die nu natuurlijk helemaal geen steun meer had, voorover van vijf manslengten hoog met een grote klap op een onder de boom liggende steen viel, waarbij zijn schedel werd ingeslagen, zijn nek brak en hij dus ook meteen dood bleef liggen.
Hoofdstuk 148: De dodelijke val van de nieuwsgierige jongen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] Dat gaf een consternatie onder het volk; iedereen verdrong zich om de verongelukte knaap. Maar wat hielp dat, nu de jongen al dood was?! De Romeinse wachters dreven tenslotte het volk uit elkaar en meteen werd mijn vader geroepen, die men goed kende, om te onderzoeken of de knaap werkelijk dood was of dat er misschien nog met vrucht pogingen in het werk gesteld zouden kunnen worden om hem weer tot leven te wekken. Mijn vader onderzocht het verpletterde hoofd en de nek van de knaap, en zei: 'Hier helpt geen kruid en geen zalf meer! Want hij is niet alleen enkelvoudig, maar tweevoudig dood en zal in deze wereld niet meer levend worden! ",
Hoofdstuk 148: De dodelijke val van de nieuwsgierige jongen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (Mathaël:) "Daarop vroeg mijn vader mij of ik soms nog iets bijzonders aan de knaap zag.
Hoofdstuk 149: De zelfmoord van de door de tempel vervloekte Esseen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] 'Dat zal toch niet de ziel van de jongen zijn?' zei mijn vader.
Hoofdstuk 149: De zelfmoord van de door de tempel vervloekte Esseen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mijn vader zei: 'Nu, gelukkig loopt het afmaken van die bok ten einde! Alleen nog het oordeel over hen die van deze algemene reiniging uitgesloten zijn omdat zij te grote en slechte zondaars zijn, en dan zal het wel afgelopen zijn! Zoals ieder jaar: altijd en eeuwig dezelfde geschiedenis, -voor mij zonder zegen, kracht en nut, en ik geloof dat het voor ieder ander ook zo is! ,
Hoofdstuk 149: De zelfmoord van de door de tempel vervloekte Esseen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Toen zweeg mijn vader, luisterde naar de oordelen en ergerde zich niet weinig dat eerst de arme Samaritanen werden vervloekt en daarna pas alle heidenen, Essenen en Sadduceeën, en in geringe mate ook de onboetvaardige bloedschenners, broeder -, vader en moedermoordenaars, dierschenners en echtbrekers, en tenslotte -met het vreselijkste oordeel -de verachters van de tempel en zijn heiligdommen.
Hoofdstuk 149: De zelfmoord van de door de tempel vervloekte Esseen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Het kwam mijn vader een beetje verdacht voor dat die man zo star en wezenloos vanaf een rots, die erg vooruitstak in het water van de poel, in het zwarte gat staarde. Hij vroeg mij of ik soms om of boven die man iets ongewoons kon ontdekken.
Hoofdstuk 149: De zelfmoord van de door de tempel vervloekte Esseen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Ik geef dat wat ik toen zei heel precies weer, hoewel mijn vader nooit graag hoorde dat ik bij ernstige zaken zo'n beetje grapjes begon te maken, - waarvoor ik een bijzonder talent bezat. Heer, wilt U het daarom ook genadig door de vingers zien als ik mij hier bedien van de woorden, die ik toen heb gebruikt!"
Hoofdstuk 149: De zelfmoord van de door de tempel vervloekte Esseen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Zo bewoog dit raadselachtige geheel zich nu eens sneller dan weer langzamer ruim een uur in alle richtingen over de oppervlakte van de poel, dook ook een paar keer onder en kwam weer boven. Ik zou het voor een waterdier hebben aangezien als mijn vader het ook gezien zou hebben; maar hoe hij zijn overigens scherpziende ogen ook inspande, hij kon niets ontdekken, zodat ik natuurlijk wel tot de overtuiging moest komen, dat het in de poel rondzwemmende skelet van een dode iets onnatuurlijks, dus iets psychisch en geestelijks was. Na een uur werd het helemaal rustig en de zwarte eenden deden alsof zij nog eventueel aanwezig vlees van het geraamte afpikten.
Hoofdstuk 150: De zieletoestand van de twee verongelukten in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Toen onze aap, of toch wel de ziel van onze verongelukte jongen, het geraamte zag, stootte hij een schelle, fluitende kreet uit en bekeek het geraamte met speciale aandacht. Na verloop van ongeveer een half uur richtte hij zich helemaal recht als een mens op en ik hoorde hem heel duidelijk enigszins lispelend de woorden uitspreken: 'Dat was de ongelukkige vader van mijn slechte lichaam! Wee hem en mij, want Jehova's toorn en gericht heeft ons beiden achterhaald! Bij mij is in ieder geval nog hulp mogelijk, maar hoe kan hij geholpen worden?'
Hoofdstuk 150: De zieletoestand van de twee verongelukten in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Mijn vader vroeg mij of ik verder nog iets zag. Ik ontkende dat en zei alleen: 'Tot nu toe helemaal niets!"
Hoofdstuk 150: De zieletoestand van de twee verongelukten in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Toen dacht mijn vader dat wij wel konden gaan, omdat we nu al het beziens- en gedenkwaardige wel gezien hadden, en wat Jehova verder met de beide zielen van plan was, zou ons nauwelijks interesseren.
Hoofdstuk 150: De zieletoestand van de twee verongelukten in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] MATHAËL ging meteen verder en zei: "Maar ik had nauwelijks het laatste woord uitgesproken toen de man zijn handen omhoog hief en zeer luid zei: 'De hogepriester heeft mij vervloekt omdat ik Esseen werd en de tempel heb verlaten om een andere en betere wijsheid te Ieren, die ik daar echter net zo min vond als in de tempel te Jeruzalem. Berouwvol ben ik naar de tempel teruggekeerd en heb gebeden en geofferd, maar de hogepriester verwierp mijn offer, noemde mij de allerergste tempelschenner en vervloekte mij voor eeuwig door zeven scheuren in zijn gewaad te trekken. Nu bij de algemene reiniging hoopte ik verzachting van zijn uitgesproken vloek te krijgen; alleen wachtte ik daarop tevergeefs! Hij bekrachtigde de oude vloek alleen nog maar meer, en maakte mij tot een vervloekte voor God en de mensen! Dus ben ik vervloekt! - Laat ik daarom vervloekt zijn! ' - Na deze overluid geschreeuwde woorden stortte hij zich vanaf de rots in de poel en verdronk."
Hoofdstuk 149: De zelfmoord van de door de tempel vervloekte Esseen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar ik zei: 'Vader, wij zijn al zo'n drie uur met de beide zielen bezig en dat leverde ons niets anders op dan dat ik een stil, treurig spektakel heb gezien; laten we hun nog een uur geven, -misschien levert het toch nog iets interessants op! ' Mijn vader was het helemaal eens met mijn voorstel en wij bleven. Enkele ogenblikken daarna veranderde ineens het hele schouwspel.
Hoofdstuk 150: De zieletoestand van de twee verongelukten in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)