Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 262 van 1110

...  250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275  ...
[11] Opdat jullie je nu ook in je hart daarnaar kunnen gedragen, heb Ik, de enige Heer en Meester van al het leven en bestaan, jullie allen dit vooraf gezegd. Richt je daarnaar, dan zul je leven!'
Hoofdstuk 7: De Heer met de Zijnen op een heuvel bij Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Maar IK zei tegen hen: 'Ja, beste kinderen, als jullie nu al bang worden en overmand worden door allerlei angstige gevoelens, dan zal Ik in jullie bijzijn echt niet zo erg veel kunnen doen! ,
Hoofdstuk 7: De Heer met de Zijnen op een heuvel bij Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK richtte Mij tot de joden en zei: 'omdat jullie niet wilden geloven dat Mozes en Elia er al kort voor Mijn komst waren, moeten zij goed herkenbaar hier komen en jullie zelf zeggen wat voor een mentaliteit jullie hebben!'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Daarop sprak MOZES tegen de Joden: 'Jullie godslasteraars in de tempel van Salomo, jullie kinderen van de slang, welke duivel heeft jullie dan verwekt datje kunt zeggen dat Abraham jullie vader is en dat jullie op mijn en Aärons stoel zitten?! Maar nu jullie daar volkomen onbevoegd op zitten om de door God aan mij gegeven wet aan de volkeren te verkondigen, waarom herkennen jullie dan nu de hoogst Verhevene niet, die mij toch op de Sinaï de wet op twee stenen tafelen heeft gegeven?!
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Jullie zeggen dat ik en deze broeder Elia eerst hadden moeten komen, -wel, wij waren er allebei! Maar wie van jullie heeft ons herkend en in ons geloofd?! En hebben jullie met ons niet precies hetzelfde gedaan wat jullie met vrijwel alle profeten en heiligen van de Heer hebben gedaan?! Wat moet het dan voorstellen als jullie, boosaardige huichelaars, voor mijn naam tot aan de grond buigen, maar mijzelf vervolgen en tenslotte tussen het altaar en het allerheiligste wurgen? Spreek en geefantwoord!'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] MOZES zei: 'Waarom hebben een aantal vrome mensen het dan wel geloofd, die door jullie daarvoor uit de tempel verdreven werden naar het verre land van de heidenen, waarvan er nog een paar in leven zijn die tegen jullie kunnen getuigen?'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] MOZES antwoordde: 'O, jij spreekt onwaarheid en maakt jezelf maar wat wijs! Want dat alles is allen, tot de minste tempelknecht toe, zevenmaal achter elkaar duidelijk en begrijpelijk in heldere dromen in de geest aangekondigd, en jullie hebben die nog wekenlang gedurende de tijd dat ik stom was, aan elkaar uitgelegd. Hoe kun je dan zeggen dat jullie in verband daarmee geen visoen hebben gehad?'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Zie, de Heerlijke en de Allerhoogste, wiens aangezicht ik, Mozes, nooit waardig kan zijn te aanschouwen, heeft jullie Zelf in de tempel gezegd:'Niet Ik, maar Mozes, waarop u hoopt, zal u bij de Vader aanklagen!' En zie, er is sindsdien nog lang geen dag verstreken of de profetie van de allerhoogste Heer gaat reeds in vervulling, en ik, Mozes, in naam van de Heer jullie aller voornaamste profeet, klaag jullie nu voor Zijn heilige aangezicht aan vanwege al datgene waaraan jullie je op de meest ten hemel schreiende manier hebben schuldig gemaakt! Wat kunnen jullie nu zeggen om je te rechtvaardigen?'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] MOZES zei: 'Mijn aanklacht bevindt zich te allen tijde in mijn hand; de toorn en de wraak ligt echter in de hand van de almachtige Heer! Jullie jongste dag is echter al een behoorlijk stuk dichterbij gekomen; maar nu hangt alles helemaal alleen van de Heer ar Zeg eens, wat jullie mening daarover is!'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] MOZES antwoordde: 'Wat de hel betreft, hoeven jullie bij jullie huidige levenswijze helemaal niet te vragen of jullie daarin zullen komen; want jullie manier van denken en handelen was Immers allang zodanig, dat jullie tot op heden in de hel waren, en jullie hebben ook alles gedaan wat daar thuishoort. Jullie kunnen daarom niet meer in de hel komen, omdat je er in wezen al in bent.
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Wat de jongste dag betreft, zullen jullie na het afleggen van je lichaam, in de andere wereld net zo goed een jongste dag hebben als je in deze wereld ook een laatste en tevens oudste dag zult hebben. Alleen, zolang jullie nog in deze wereld leven kunnen jullie, als je dat wilt, nog gemakkelijk een uitweg uit de hel vinden, want hier bij jullie zit de grote Leider en Verlosser, luister naar Hem en doe wat Hij zegt! - Ik heb voor U gesproken, o Heer, en laat nu Elia het woord maar doen!'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Heimelijk werden ze echter steeds kwader, omdat zij merkten dat het volk mij toch voor een profeet hield en vereerde, boete deed en zich liet dopen. Deze verdorven boosdoeners in het heiligdom van God merkten maar al te gauw dat ik bij hen de bijl aan de wortel gelegd had en dat daardoor het eind van hun boosaardige heerschappij voor de deur stond. Toen bestookten zij Herodes en bewezen hem met allerlei onjuiste argumenten en kwalijke, slinkse streken dat ik een groot gevaar voor zijn gezag; betekende. Herodes was daar weliswaar niet van te overtuigen omdat hij bindende overeenkomsten met Rome had die hij steeds punctueel nakwam en daarom bij wat voor ongunstige voorvallen dan ook zonder meer volgens overeenkomst kon rekenen op Romeinse bescherming. Maar.dat hielp hem allemaal niets, zij bestormden Herodes net zo lang tot hij mij gevangen nam.
Hoofdstuk 9: De aanklacht van Elia - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Toen de tempeldienaren daarvan hoorden, brak er een luid gejubel onder hen uit en zij begonnen meteen het volk dat in mij geloofde, zoveel mogelijk te vervolgen. -Dat, o Heer, is met weglating van alle bijzaken, die U zonder meer maar al te bekend zijn, het voornaamste kenmerk van hun totale verdorvenheid, en ik klaag hen daarom nu bij U aan! Maar U alleen bent de Heer van eeuwigheid; richt U hen volgens Uw oneindige macht, wijsheid en rechtvaardigheid! Uw alleen heilige wil geschiede!'
Hoofdstuk 9: De aanklacht van Elia - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daarop zei IK: 'Ja, zo is het! Er deden zich daarbij weliswaar nog een aantal andere omstandigheden voor, die Ik Zelfbij gelegenheid vermeld heb en waarover ook andere oog en oorgetuigen in Mijn bijzijn gesproken hebben; maar dit is de eigenlijke, diepste kern van hun meer dan helse slechtheid! Maar nu richt Ik Mij tot jullie, die Mijn trouwste profeten en nu engelen in Mijn hemel zijn, en Ik vraag aan jullie, of je deze grote misdadigers in Mijn heiligdom het grote onrecht dat zij aan jullie begaan hebben, kunt vergeven.'
Hoofdstuk 9: De aanklacht van Elia - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Niet slechts een heel klein, maar een heel groot deel kun je nemen! Dat hangt alleen maar van je wil af om met vreugde en plezier te handelen volgens Mijn leer, waarmee je binnenkort volkomen vertrouwd zult zijn. -Maar nu zullen we de joden eens vragen hoe hun deze ware verschijning bevallen is!'
Hoofdstuk 10: De zelfbeschuldiging van de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275  ...