Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 262 van 263

...  238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263
[46] Het woord nacht wordt allereerst gevormd in het hart en de geest is in tegenspraak met de wrange eigenschap; hierna komt het woord op de tong; nu sluit de tong de mond af, totdat de geest komt en zich op de tong nederzet. Dan wordt de mond snel geopend en laat de geest naar buiten treden. Dat het woord zich eerstens in het hart vormt en met de wrange kwaliteit in tegenspraak is, wil zeggen dat de duisternis te midden van de zeven Oergeesten een aanvang heeft genomen. Dat hij met de wrange kwaliteit in tegenspraak is wil zeggen dat de duisternis in opstand en afkerig is geweest van den Heiligen Geest, hetgeen den Heiligen Geest heeft bedroefd. Dat hij door de donkere poort gaat, wil zeggen, dat de geest door de duisternis, die nog in rust is, henen vaart en die tot Licht wekt, wanneer zij met het vuur ontsteekt. Alhier is het noodzakelijk, dat de oordelende wereld eens opmerkzaam toeziet. Zij wil de mens reeds verdoemen, wanneer zij nog in het moeder­lichaam is. Men weet toch niet, o liet vuur des toorns door de ouders reeds in de kinderen is ontstoken. Ook de Geest Gods werkt temidden der duisternis en Hij kan de duisternis in Licht verkeren. Daarom is het echter heilzaam en nuttig voor de mens, het uur zijner geboorte te weten. Menigeen is het evenwel ook tot schade, dit te weten. Dat de mond zich sluit, wil zeggen dat het ganse gebied van deze wereld in de siderische en ook in de uiterlijke geboorte zeer duister is geweest en daarna Licht is geworden door het uittreden van den Geest. Dat de geest der bitterheid niet opwaakt, terwijl de geest voortvaart be­duidt, dat het donkere nacht is in de uiterlijke geboorte dezer wereld. Deze heeft het Licht niet in bezit genomen en zal dat ook in eeuwigheid niet doen. Daardoor komt het, dat de schepselen met de ogen slechts het siderische licht zien, want anders, wanneer de duisternis niet heerste in de uiterlijke geboorte, zou de siderische geest kunnen héén zien door hout en stenen, ja, door de ganse aarde, zodat hij zou kunnen zien hoe het in de Hemel is en hij zou door niets worden tegengehouden. Nu echter is de duisternis gescheiden van het licht en blijft in de uiterlijke geboorte. Hierin is de toorn Gods verzonken tot aan de jongste dag; alsdan wordt het vuur des toorns ontstoken en de duisternis zal het huis van het eeuwige verderf zijn. Hier zullen Lucifer en alle goddelozen, die gezaaid hebben in de akker des toorns, voor eeuwig wonen. De siderische geboorte echter, waarin thans het natuurlijke licht zich bevindt en waarin de heilige geboorte plaats grijpt, zal aan het einde dezer be­deling ook ontstoken worden en zij zal de toorn en de heilige geboorte van elkander scheiden, want de toorn kan de heilige geboorte niet be­grijpen. De toorn wordt echter aan het huis der duisternis gegeven in de siderische geboorte. En de toorn zal het helse vuur en het huis der duisternis, hetwelk de uiterlijke geboorte is en de dood genoemd worden en koning Lucifer zal daar God zijn en zijne Engelen, met alle verdoemde zielen, zullen zijne dienaren zijn. In deze afgrond der hel zal de vrucht der hel geboren worden, alles zal daar plaats vinden naar de aard en de wijze der hel, evenals alles in de Hemel geschiedt naar Hemelse trant en op Hemelse wijze.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[36] En zoals de tong daarbij gevormd wordt en van één willen is met den Geest, alzo vormt zich ook de ziel des mensen door en met den H.G. en kan daardoor mede de Hemel binnengaan en medezeggenschap hebben. Dat zij echter eerst later het zure en het bittere opwekt en dan zich tot een woord vormt, wil zeggen, dat wél alles is als één lichaam, maar dat toch de Hemel en de H. G. tezamen met het Goddelijk Hart één bepaalde plaats innemen, en de duivel, tezamen met de boosheid, noch de H.G., noch de Hemel kan begrijpen of ir, bezit nemen. De duivel vormt met zijn boosheid alles, in de uiterlijke geboorte; alleen wat in de stof is, zoals de wrange en bittere eigenschap zich tot woord vormt en daarmee van één hoedanigheid is. Dat echter de Geest in de aanvang, onbeperkt van de bittere en wrange kwaliteit zijn weg vindt, beduidt dat de poort Gods overal in deze wereld opgericht staat, waar de H.G. zijn werking uit­ oefent, en dat de Hemel overal geopend is, ook te midden van deze onze aarde. En de duivel kan in de Hemel niets begrijpen en niets waarnemen maar is als een morrend, grommend dier, dat eerst komt nadat de H. G. zich een tempel gebouwd heeft. De duivel is dit niet aangenaam; want hierdoor wordt zijn rijk bedreigd.
Hoofdstuk 20: Over de tweede dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Mozes schrijft daarover, wanneer hij zegt in 1 Gen. 1 vers 11-13. God zeide: Dat, de aarde uitschiete grasscheutjes, kruid, zaad zaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde: en het was alzo. En de aarde bracht voort grasscheutjes, kruid, zaad zaaiende naar zijn aard en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was naar zijn aard: en God zag dat het goed was. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de derde dag. Dit is juist en zuiver beschreven; maar het ware begrip, de diepere be­tekenis blijft verborgen in de woorden en is nooit door de mensen be­grepen. Want de mens heeft sedert de tijd van zijn val, nooit het aller­innerlijkste der dingen kunnen begrijpen, zoals daar in de Hemelse ge­boorte. Want zijn verstand was gevangen in de uiterlijkheid der dingen en heeft niet in de Hemel kunnen schouwen en de innerlijke geboorte niet kunnen waarnemen, welke niettegenstaande dat toch ook in de verdorven aarde, ja overal tegenwoordig is. Ge moet niet denken, dat God iets nieuws hier heeft geschapen, dat er voorheen niet was; wanneer dat het geval was, zo zou er een andere God geweest zijn, hetgeen toch niet mogelijk is. Buiten deze eeuwige God bestaat niets en ook de poorten der hel bestaan niet buiten deze eeuwige God. Er is slechts een afschei­ding, een vijandschap ontstaan tussen de liefde, die in het licht staat en de boosheid, die in de duisternis ligt en zij beiden kunnen elkander niet begrijpen, hoewel ze als één lichaam zijn. De Salniter, waaruit de aarde ontstaan is, is er van eeuwigheid al ge­weest en was besloten in de zevende oergeest, welke de natuurgeest is; de andere zes Oergeesten brachten voortdurend de zevende oergeest tot leven en zij worden ook zelf door hem omsloten; zij zijn de kracht en het leven geweest van de zevende oergeest, zoals de siderische geboorte dat was in het vlees.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[5] Toen evenwel koning Lucifer de boosheid in deze wereld had teweeg gebracht en met zijn hoogmoed de dood en het vergif daarin had gevoerd, zo hebben zich te midden van de boosheid of de angel des doods, aarde en stenen gevormd. Hierna volgde weer de uitspuwing, want de Godheid kon iets dergelijks niet verdragen, daar zij vol van liefde en licht is, en de verdorven Salniter werd op een hoop gedreven en heer Lucifer eveneens. En het ingeboren licht in de verdorven Salniter werd uitgeblust en er kwam scheiding tussen liefde en haat, zodat er niet meer zulke Salniter zou ontstaan, en de Hemel de toorn, de boosheid in de uiterlijke geboorte der natuur, in de duisternis zou doen blijven en er zodoende scheiding zou zijn tussen liefde en haat. Toen dit in twee dagen voleindigd was, zo ging op de derde dag het licht in de duisternis op, en de duisternis met hare trawanten konden het licht niet begrijpen of bevatten. Toen ontsproten uit de aarde: gras en kruid en bomen, een ieder naar zijn aard. (1 Gen. 1 : 12). In dit woord is verborgen de kern der eeuwige geboorte en dit kan door vlees en bloed niet verstaan worden, maar de Heilige Geest moet dóór de animalische geboorte, de siderische geboorte in de mens aansteken, anders is hij blind naar de geest en weet niets anders dan de aardse dingen; hij weet dan slechts van aarde, stenen, gras, kruid en houtach­tige bomen.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[6] Hier staat nu geschreven: God sprak, dat de aarde voortbrenge: gras en kruid en vruchtbare bomen. Het woord sprach = sprak is een eeuwig­heidswoord en is, voor de tijden der boosheid, van eeuwigheid af in de Salniter geweest, toen deze nog Hemels en vol van leven was. Dit is ook nooit geheel verdwenen, alleen uit de stof is het verdwenen. Toen echter het licht in de uiterlijke stofverschijning of in de dood wederom opging, zo stond daar het woord der eeuwigheid in zijn volheid en bracht dóór en uit de dood het leven voort en de verdorven Salniter bracht wederom vruchten voort. Dewijl echter het woord der eeuwigheid van één willen moest zijn met de verderfenis, zo kon het niet anders of de vruchten werden goed en boos. Want uit de aarde, welke in de dood ligt, moesten de vruchten voortkomen; evenzo moest uit de siderische geboorte, welke in de liefde, maar ook in haat wortelt, de geest of het leven voortkomen. Alzo bracht de aarde vruchten voort: gras, kruid en bomen, elk naar zijn aard. Dat wil zeggen: zoals zij, volgens Hemelse hoedanigheid, soort en vorm geweest waren.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Alzo heeft ook de aarde geen vreemd leven voortgebracht; alleen datgene wat van eeuwigheid af in haar schoot verborgen lag. Zoals zij voor de tijden des toorns Hemelse vruchten heeft voortgebracht, die een heilig, rein en Hemels lichaam hebben gehad en tot spijze hebben gediend voor de Engelen, zo bracht zij thans vruchten voort volgens haar tegenwoordige staat, d.w.z. vol van boosheid, gif, dood en hardheid; want zoals de moeder was, alzo werden ook de kinderen. De vruchten der aarde liggen daarom nog niet geheel in de Goddelijke toorn, want het Woord, hetwelk onsterfelijk en overerfelijk en van eeuwigheid af in de Salniter der aarde geweest is, ontsproot wederom uit de dood en bracht vruchten voort uit het dode lichaam der aarde; maar de aarde heeft het woord niet aangegrepen; evenwel heeft het Woord de aarde niet haar kracht aangedaan. Zoals nu de ganse aarde, tezamen met het Woord was, alzo was ook de vrucht. Het Woord echter bleef verborgen en liet de zeven Oergeesten uit de uiterlijke, verdorven en aan de dood onderworpen geboorte het lichaam formeren.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] Ziet, gij blinde heidenen, gij die de schrift napluist, opent uwe ogen wijd en schaamt u niet wegens uw eenvoud, want God is in het ver­borgene en Hij is nog veel eenvoudiger dan gij; als ge Hem slechts zien kon. Ziet, uw geest of uwe ziel is aan de siderische geboorte ontsproten en is wat wij noemen: de derde geboorte in u, evenals de appel aan de boom de derde geboorte van de aarde is. Dit moet ge echter weten, dat de appel aan de tak naar zijn innerlijkste geboorte van één hoedanigheid is met het Woord Gods, door welks kracht hij (de boom) uit de aarde is gegroeid. Dewijl nu de boosheid bij zijn wezen behoort, zo blijft zij gebonden aan deze materiële wereld, en mitsdien aan de dood. Maar uit de kracht, waaruit hij ook zijn leven put, zijn levensvatbaarheid en die één is met de goddelijke kracht, uit die kracht zal hij ten jongste dage wederom op de Hemelse plaats geplaatst worden en gescheiden van de dood en opgaan vol Hemelse heerlijkheid. En hij zal heerlijke vruchten voortbrengen. De levenskracht, waaruit alles ontstaat, zal bij de vernieuwing dezer wereld wederom wonderen voortbrengen. Gij zijt echter uit het zaad der aarde, uit de kracht van “het Woord” geschapen (rode aarde is vuur en water, dat door het woord fiat uit de aarde wordt gemaakt).
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] De siderische geboorte brengt de ziele-geboorte teweeg, die de derde is. En de ziel leeft tussen liefde en haat op deze wereld en is aan beiden onderworpen. Dewijl ge echter uw verstand bezit en niet zijt zoals de appel aan de boom, maar geschapen zijt als een Engel naar Gods beeld op de plaats van de verstoten duivel en dewijl ge weet, dat ge, met uw siderische geboorte één zijt met het Goddelijke Woord, zo kunt ge in deze dode materie, door middel van uw ziel heerser zijn en ge moet zeggen, dat uwe ziel in de Hemel is en met God regeert. De ziel namelijk, die het Woord heeft begrepen, kan door niets teruggehouden worden, de Hemel binnen te treden; de duivel ziet haar niet, want hier vertoeft de duivel niet. Dewijl ge echter eensdeels aan de dood zijt verknocht, zo kan de duivel wel tot uw hart doordringen, wanneer ge het hem toe­staat. Dan is uw hart gelijk aan een donker dal en wanneer ge niet naarstiglijk arbeidt om het licht wederom te doen geboren worden, zo ontsteekt hij het vuur des toorns in uw hart. Dan zal uwe ziel één zijn met de toorn Gods en ge zult een duivel zijn en geen Engel en ge kunt de poorten des Hemels niet binnen gaan. Zo ge echter met de duivel strijd voert en de liefde vasthoudt in uw siderische geboorte, zo blijft uwe ziel voor de duivel verborgen en ze heerst met God tot aan de dag der wederbrenging van dit, wat verloren is. Wanneer ge echter met uw siderische geboorte in de boosheid blijft, zo zult ge nimmer de poorten des Hemels bereiken; waar ge het zaad gezaaid hebt, d.w.z. waar uw ziel is, aldaar zal ook uw lichaam uit de dode opstaan.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[17] Dat lichaam en ziel ten dage der opstanding wederom verenigd zullen worden, kunt ge zien bij het ontstaan der aarde. Want de Schepper sprak: Dat de aarde voortspruite gras, kruid en vruchtbaar geboomte, een ieder naar zijn aard. En zo geschiedde het, en zoals er voor de tijden des toorns Hemelse gestalten en vormen geweest waren, zo ont­stonden er nu aardse vormen. Alles werd, bij het grote oproer des duivels, door het Woord omsloten, dit alles is, naar Zijn eigen wezen tot openbaring gekomen. Was er op dat tijdstip roof en moord, zo zal dit op de jongste dag ook het geval zijn in nog sterker mate. Waar de siderische geboorte der aarde in de liefde staat en de uiterlijke geboorte aan de dood is onderworpen, daar zal dit ook zo blijven en het leven en de dood zullen gescheiden blijven. Waar zou de ziel des mensen ten dage der wederopstanding liever vertoeven, dan in haren Vader, dan in het lichaam, dat haar heeft doen geboren worden. Het dierlijke lichaam wordt teniet gedaan, maar de kracht houdt stand en daaruit komen voort schone bloemen, die evenwel in het vuur verbrand worden; niettemin ligt de kracht verborgen in de vier elementen en de ziel is er mee van één hoedanigheid.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[39] Ziet, de mens wordt ziek; en wanneer hem geen raad gegeven wordt, zo sterft hij door een bitter en wrang kruid, dat uit de aarde opwast, of ook wel door water, dat de dood veroorzaakt of door andere gewassen, die de aarde oplevert; ook wel door vlees, dat bedorven is. Wanneer er nu echter een verstandige dokter is, die bij de zieke onderzoek doet naar de oorzaak van zijn ziekte, welke deze oorzaak dan ook is, hetzij Mees, kruid of water dat bedorven was, en hij distilleert dit of verbrandt het tot pulver, al naar de materie, die hij heeft, noodzakelijk maakt, dan blijft hierna in het water of in het pulver de siderische geboorte bestaan, waarin leven en dood met elkander strijd voeren; beide, leven en dood kunnen zich doen gelden, en het dode lichaam is er dan niet meer. Wan­neer ge nu dit water of pulver met een goede therial of iets dergelijks vermengt, waardoor de macht van het boze in de siderische geboorte wordt vastgehouden en ge geeft de kranke een warme drank, hetzij wijn of bier in, zo zal het leven omhoog willen stijgen, maar wordt daarin be­lemmerd door de boosheid, die in de siderische geboorte is. Zo veel kan echter wel geschieden, dat de ziekte de mens ontnomen wordt, want het siderische leven ontneemt de Engel des doods zijn scherpte, wanneer dat bepaalde middel zegeviert, zo wordt de mens wederom gezond. Alzo ziet ge, hoe de kracht van het woord en des eeuwigen levens in de aarde en hare kinderen in de dood verborgen ligt en voor de dood onbegrijpelijk, toch levenwekkend is. Deze kracht dringt om tot licht en leven te komen, maar kan dat niet ten volle, tenzij zij aan de dood ontheven is. Nu zou iemand kunnen vragen: Welke substantie is er aanwezig, waar­door de siderische geboorte der aarde haar werkingen een dag eerder is aangevangen dan de siderische geboorte rondom de aarde, nademaal toch het vuur rondom de aarde veel sneller aangestoken wordt dan het vuur in de aarde?
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] Maar waarom zal ik schrijven over de verblindheid der heidenen; zijn niet onze doktoren even blind als zij; zij toch weten dat er een God is, die alles geschapen heeft; zij weten echter niet, waar en hoe deze God zich openbaart. Wanneer zij over God schrijven willen, zo zoeken zij Hem buiten deze wereld, in een Hemel, als ware hij een beeltenis die met iets zou kunnen worden vergeleken. Zij laten wel toe, dat deze God met Zijn Geest in deze wereld alles bestuurt en regeert, maar niettemin denken zij, dat Hij een stoffelijk lichaam heeft, dat vele duizenden mijlen van de aarde verwijderd, in een Hemel verblijf houdt. Welaan, gij doktoren. Zo gij het ware inzicht omtrent deze dingen hebt, zo geeft de geest antwoord. Ik wil u iets vragen. Wat denkt ge, dat er geweest is op de plaats waar thans deze wereld is ten tijde, toen deze wereld er nog niet was? Of waaruit meent ge, dat de aarde en de stenen ontstaan zijn? Of, wat denkt ge, dat er in de diepte der aarde is, en waardoor deze diepte ontstaan is? Of hoe stelt ge u voor de betekenis van dit woord: De mens is naar Gods beeld geschapen. En wat wil het zeggen, dat God in hem woont? Wat is de toorn Gods? En wat meent ge, dat God een afkeer van de mensen zou hebben, zodat Hij hen pijnigt, nadat Hij hen eerst heeft geschapen? Dat Hij hen tot eeuwige pijn ver­oordeelt? Waarom zou Hij dan datgene geschapen hebben, waaraan de mens zich vergrijpt. Waaruit en waarom is dat dan ontstaan? En wat is de oorzaak of het begin van de toorn Gods, waaruit hel en duivel ontstaan zijn? En hoe komt het, dat alle schepselen in deze wereld niet elkander strijd voeren en elkander belagen en toch wordt alleen den mensen hunne zonden toegerekend. En waaruit zijn de vergiftige en boze dieren, benevens al het ongedierte ontstaan. En hoe was de oor­sprong der heilige Engelen? En ten slotte: wat is de ziel des mensen en wat is de grote God zelf?
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[17] Over deze drievoudigheid wil ik hier schrijven en de kinderen dezer wereld aantonen, wie God is. Niet om mij daarop te beroemen of uit hovaardij, of om enig mens te krenken. Neen, de geest zal u in alle zachtmoedigheid en vriendelijkheid onderwijzen, zoals een Vader zijne kinderen onderwijst. Het werk is niet door mijn vernuft tot stand ge­komen, maar door de liefdesopenbaring des Heiligen Geestes, die in het vleselijke is doorgebroken. Uit eigen kracht kan ik niet veel en ben ook slechts een blinde, maar door Gods geest ziet mijn geest alles, hoewel ik niet standvastig genoeg ben. Maar wanneer de geest van de liefde Gods door mijn geest werkt, dan versta ik de Godheid. Niet alleen mij gaat het zo, maar alle mensen, of het nu Christenen, joden, Turken of heidenen zijn. Allen, waarin de zachtmoedigheid en de liefde leven, staan ook in het licht Gods. Zoudt ge willen zeggen: Neen? De Turken, de Joden en de heidenen hebben immers hetzelfde lichaam dat gij hebt; zij bezitten dezelfde lichaamskracht die gij gebruikt en dezelfde God, die uw God is, is ook hun God. Zegt ge: Zij kennen God echter niet en eren Hem niet. Ja, mensenkind, ge kunt u er op beroemen, dat gij Hem beter kent. Maar waar de liefde door de zachtmoedigheid wordt geopenbaard, daar openbaart zich het Goddelijk Hart. Want het hart Gods wordt in het zachte water van het aangestoken licht geboren, hetzij in de mens of buiten de mens, het wordt overal in het centrum, in het midden tussen de uiterlijke en de innerlijke geboorte geboren.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[34] Wanneer nu de toornige vuurstraal de natuurgeesten, die in de aarde in de dood staan, met zijn grimmige schrik opwekt en beweeglik maakt, dan beginnen de geesten naar hun eigengeaarde goddelijke rechten zich te ontwikkelen, zoals zij van eeuwigheid af gedaan hebben, en stellen een lichaam samen met de eigenschappen, die aan die plaats verbonden zijn. Zoals de Salniter in de tijd der aansteking des toorns in de dood gestorven is, en terzelfder tijd in het innerlijke leven der zeven Geesten Gods kwalificerend is geweest, zo is hij ook in de tijd der wedergeboorte in de vuurstraal weer opgegaan en is niet anders nieuw geworden dan in een andere levensgestalte, welke in de greep des doods staat. Nu is de Salniter van de aarde en het water, in zijn dode wezen, niet meer in staat zich te veranderen en tot in het oneindige voort te brengen, zoals hij in zijn Hemelse verblijfplaats deed; maar wanneer de Oergeesten het lichaam vormen, dan gaat hij in de kracht van het licht op. En het leven van het licht breekt door de dood heen, en schept hem een lichaam uit de dood, dat niet gelijk is aan het water en de dode aarde, en hij krijgt ook niet hun smaak en reuk, doch de kracht van het licht dringt door en maakt zich evenredig met de kracht der aarde en neemt de dood zijn angel en de toorn zijn giftig geweld weg en dringt midden in het lichaam als een hart in het gewas.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[42] Nu moet gij niet vragen: waar is die zelfde Hemel? Zij is in uw eigen hart, laat haar vrij, de sleutel hiervoor wordt u hier getoond. Zo bevinden zich dan een God en drie verschillende godheden in elkander en de een kan de andere niet vatten of vasthouden, of de oorsprong van de ander doorgronden; echter doet de Vader den Zoon geboren worden, en de Zoon is het hart, de liefde en het licht des Vaders en is ook de oorsprong van alle vreugden en de bron van alle leven. De Heilige Geest is de geest des levens, de vormer en schepper aller dingen en de uitvoerder van Gods wil. Hij heeft uit en in het lichaam van God alle Engelen en schepselen geschapen en hij onderhoudt en vormt nog dagelijks alles; hij is de scherpzinnigheid en de levende geest Gods. Zoals de Vader uit zijn krachten het woord spreekt, zo vormt de geest het.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[45] Wilt u een godheid zijn en geen duivel, bedient u dan van de heilige en zachte rechten Gods; zo niet, dan zult gij altijd en eeuwig in de strenge en ernstige Godsgeboorte blijven. Dit zegt de geest tot u als een woord Gods, en niet mijn dode vlees. Gij moet weten, dat ik het niet zeg door middel van mijn dode verstand, maar dat mijn geest met God verkeert, en weet, hoe de godheid in al haar openbaringen, smaak en reuk is; daaruit maak ik op, dat de god­heid een zeer eenvoudig, zacht, lieflik en stil wezen is, dat de geboorte van de drie-eenheid heel zacht en vriendelijk, lieflik en enig geschiedt, en dat de scherpte van de binnenste geboorte zich nimmer in de zachtheid der drie-eenheid kan opheffen, doch in de diepte verborgen blijft. Die scherpte heet in het verborgene Gods toorn, en het wezen van de zachtmoedigheid in de drieheid, heet God. Er gaat niets van de scherpte uit, dat daar verwoest of de toorn aansteekt, doch de geesten spelen heel zoetjes met elkander als kleine kinderen wanneer zij pret met elkander hebben, omdat een ieder zijn eigen werk heft. Zij spelen met elkander en liefkozen elkaar.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263