Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 263 van 263

...  238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263
[54] Het licht van God en de geest van God kunnen de scherpe openbaring van God niet begrijpen, daarom zijn het ook twee afzonderlijke aanzichten van God. Daarom kon Lucifer met zijn strenge, koude en harde vuurge­boorte, het hart en de heilige geest van God niet meer beroeren, noch proeven, noch voelen, maar werd met zijn vuurgeest uitgesmeten in de buitenste natuur, waarin hij het toornvuur had aangestoken. Diezelfde natuur is weliswaar het lichaam van God, in welke zich de Godheid openbaart, maar de duivels kunnen de zachte geboorte van God, welke in het licht opgaat, niet begrijpen. Want hun lichaam is niet in het lichaam bestorven, en leeft in de buitenste en strenge geboorte Gods, waar het licht nooit meer ontstoken wordt. Hun vet in het zoete water is opgebrand, en uit dat zelfde water is een zure stank ontstaan, waarin het licht Gods niet meer kan ontstoken worden en het godslicht kan daar ook niet meer binnengaan. Want de Oergeesten in de duivelen zijn in de verharde toorn opgesloten, hun lichamen zijn een harde dood en hun geesten zijn een grimmige angel van de toorn Gods, en hun Oergeesten openbaren zich voortdurend in de innerlijke scherpte, naar het recht der scherpe Godheid. Zij kunnen zich niet anders openbaren, ook kunnen zij niet afsterven of vergaan; zij blijven in de allerangstigste geboorte en er is in hen niets dan louter grimmigheid, toorn en boosheid, omdat de aangestoken vuurbron van eeuwigheid tot eeuwigheid op­stijgt. Zij kunnen ook in der eeuwigheid niet meer de zoete en lichte ge­boorte Gods beroeren, noch zien noch begrijpen.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] Op de plaats van uw Hemel zit de toornduivel; wanneer gij echter daar­door heen breekt, moet hij wijken en de Heilige Geest neemt dan zijn plaats in; vanuit het andere deel der grimmigheid ziet de duivel u dan aan, want dat is dan zijn plaats en de Heilige Geest weerstaat hem, en de nieuwe mens ligt in zijn Hemel onder bewaking van den Heiligen Geest verborgen en de duivel kent de nieuwe mens niet, omdat hij zich niet bevindt in zijn Hemel doch in de Hemel, de vesting van God. Ik schrijf dit als een woord, dat in de Hemel ontstaan is; waar de heilige Godheid zich immer openbaart, waar de golvende geest in de bliksem des levens opgaat, daar is dit woord en deze bekentenis geboren en door het liefdevuur van Gods Algeest uitgegaan.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[64] Daar is het als een geboorte of een wil van een gehele schepping, en het schepsel geweest, evenals het zaad in de mens. De Hemelvesting is tussen Gods hart en de onmeedogenloze doodskamer gesloten, anders was het leven spoedig in de massa ontbrand. Want de vesting was zowel in de massa als daarbuiten, wat het doel van scheiding tussen Gods hart en de grimmige duivels is. Daarom moest het woord of Gods hart de opborrelende geest in de massa opblazen, wat eerst op de 8ste dag door zekere onbekende oorzaken gebeurde. Was de Hemel niet als een vesting in de massa tussen Gods hart en de lichamelijke Oergeesten van de massa, dan had de massa de ziel uit eigen kracht kunnen ontsteken, zoals het met de heilige Engelen gebeurde. Er bestond echter kans, dat het zou gaan als met de mooie zoontjes van Lucifer, omdat de lichamelijke Oergeesten in de massa in vurige toorn ontstoken waren.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[77] Deze uittocht was nog niet tot aarde geworden alsof de aarde zelf de Salniter was, maar werd door 't woord onderhouden. Toen de geest der liefde uit Gods hart die Salniter van de massa aanschouwde, werd de Salniter in 't centrum der ziel zwanger, en het woord stond in de massa in de klank, maar het licht bleef in 't centrum der massa, in de vesting des Hemels, in de olie des harten verborgen, en bewoog zich niet buiten de Hemelvesting in de geboorte van de Oergeesten. Overigens, toen het licht in de zielegeboorte ontbrand was, hadden alle 7 Oergeesten, naar het eeuwige geboorterecht des Vaders in het licht over­wonnen en zich gemanifesteerd; het was een levende Engel. Daar de toorn de Salniter reeds doordrongen had, was er kans op schade, als bij Lucifer.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263