Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 264 van 1110

...  252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277  ...
[10] Laat ieder daarom vóór alles zijn ziel proberen te redden! Want tegen allen zeg Ik, dat het aan gene zijde zo zal zijn: Wie liefde en waarheid, en dus de juiste orde van God, in zich heeft, zal er daar meteen nog heel veel bij gegeven worden; wie dat echter niet heeft of veel te weinig heeft, zal ook dat wat hij eventueel nog heeft, afgenomen worden, zodat hij dan helemaal niets zal hebben, en naakt, zonder middelen en zodoende zonder hulp zal zijn. Wie zal zich daar over hem ontfermen en hem vrijkopen?! Waarlijk Ik zeg jullie: Eén uur hier is meer waard dan duizend jaar daar! Grif deze woorden diep in je hart; maar voorlopig moet niemand daar over spreken! ,
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Geen enkele ziel geschiedt echter daardoor onrecht; want als men de liefde en de wil van een zielonverlet laat en haar slechts in zoverre van de andere afscheidt dat zij de goede geen nadeel kan berokkenen, maar verder in haar sfeer in de geestenwereld, die helemaal met haar eigen aard overeenkomt, kan doen wat zij volgens haar liefde voor het leven en haar intelligentie wil, dan doet men daarbij beslist geen enkele zielonrecht, zelfs niet schijnbaar.
Hoofdstuk 14: Bekentenis van een joodse priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Zoals jullie tot nog toe geleefd hebben, zo leven ook alle kwade duivelse zielen in de hel, en hun hellevuur bestaat eenvoudig uit hun kwade, nooit te verzadigen eigenliefde en heerszucht, en jullie zeiden zelf, dat het jullie best beviel. Maar toch knaagde elke dag steeds meer de worm des doods in jullie en vergalde jullie bestaan ontzettend! Wat hadden jullie zo aan je goede leventje?
Hoofdstuk 14: Bekentenis van een joodse priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Voor vandaag weten jullie genoeg, en omdat het nu gauw middernacht is, gaan wij nu naar binnen om te rusten. Wat de dag van morgen allemaal zal brengen, zullen we wel zien, laten we dus gaan!'
Hoofdstuk 14: Bekentenis van een joodse priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Toen wij al ongeveer een uur buiten rondgewandeld hadden, werden de joden pas wakker. Zij wasten zich volgens gebruik en vroegen toen snel of Ik nog sliep.
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] MARTHA zei: 'Ik ken Hem al geruime tijd, maar van jullie is het toch niet zo erg te prijzen dat je Hem tot nu toe nog niet herkend hebt!'
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] MARTHA zei: 'Ja, ja, dat is Dezelfde, maar toen waren jullie ogen nog erg verblind en jullie oren en harten toegestopt; daarom hebben jullie Hem niet herkend!'
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] MARTHA zei: 'Dat is een prijzenswaardig besluit van jullie en dat zal jullie Zijn zegeningen brengen! Maar kijk eens naar buiten; Hij komt al omdat ik helemaal klaar ben met de toebereidselen voor de maaltijd, en wij zullen Hem met de alleen Hem toekomende, hoogste achting en liefde ontvangen, Hem nogmaals uit de diepste grond van ons hart danken voor de grote troost die Hij ons gisteren heeft gegeven en Hem dan vragen of Hij goedgunstig deze ochtendmaaltijd wil zegenen en samen met ons wil gebruiken!'
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Maar IK richtte Mij tot de joden en zei tegen hen: 'Jullie willen dus in alle ernst Mijn leerlingen worden?'
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK zei: 'Daar doen jullie goed aan, maar één dingmoet Ik jullie zeggen en dat is: Zie, de vogels in de lucht hebben hun nesten en de vossen hun holen, maar Ik, die naar het lichaam een pure Mensenzoon ben, heb nog niet eens een steen die Ik als Mijn aardse eigendom onder Mijn hoofd zou kunnen leggen! ,
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] DE JODEN zeiden: 'Maar toch is de hemel en de hele aarde Uw eigendom! Wat deze wereld betreft hebben wij voor U, voor Uw leerlingen en voor ons wel genoeg voor tien jaar en nog langer! Laat ons maar met U meetrekken en Uw levenswoorden aanhoren, voor al het andere zullen wij overal volgens Uw wil zorgen! ,
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei: 'Welaan dan, ga na de maaltijd naar huis en regel alles goed! Kom dan terug en dan zal Ik jullie zeggen wat wij daarna zullen gaan doen! Maar nu aan de maaltijd!'
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] En in deze trant vertelden onze Grieken nog heel wat zaken, waarover Lazarus, zijn beide zusters en zo nu en dan zelfs onze waard, die reeds lang niets meer met de tempel op had, zich verwonderden, en LAZARUS, die in menig opzicht nog wel veel met de tempel op had, zei: 'Nee, dat had ik niet gedacht van de tempel! Want ik moet eerlijk toegeven dat ik als echte Jood de tempel nog steeds bezocht heb, en vaak wanneer de tempeldienaren bij me op bezoek kwamen, kon ik op hun goede toespraken en lessen nauwelijks iets aanmerken en ik moest tegenover mijzelf vaak toegeven dat het zeer te wensen zou zijn als de mensen volgens die voorschriften leefden.
Hoofdstuk 16: De bekeerde priesters breken met de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Kort en goed, Mijn huis -zoals de profeet zegt - hebben ze veranderd in een moordkuil en daarom kan daarin geen heil meer gezocht worden! Maar toch zeg Ik tegen jullie allen: luister naar degenen die op de stoel van Mozes en Aäron zitten wanneer zij het woord van God prediken, maar kijk met naar hun slechte daden en doe ze hen ook zeker niet na, want die zijn een afschuwelijk bedrog!
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Laten we nu ophouden met deze verhalen die helaas maar al te waar zijn, want onze Joodse burgers komen er aan en die willen we niet al te zeer ergeren. Weliswaar weten zij ook het nodige, maar natuurlijk niet al deze dingen, en daarom zullen wij hen van te voren niet te verder inwijden in de diepste, kwalijke geheimen. Spreken jullie er ook zo weinig mogelijk over, want anders zouden jullie in grote aardse moeilijkheden kunnen komen, die dan ook jullie ziel schade zouden kunnen berokkenen! Denk liever: 'Wij zijn in ons hart vrij en hebben het juiste licht en de ware weg naar het leven gevonden! ' Zolang Ik hen echter nog duld, opdat dé maat van hun boosheid vol zal worden, zolang moeten ook jullie hen nog dulden, en volg hun goede lessen op, maar wend je ogen en oren van de slechte af! En nu genoeg over dit onderwerp, want onze burgers staan al voor de deur en ook zij hebben nog niets gegeten; daarom moeten zij hier ook wat te eten en te drinken krijgen.'
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277  ...