5587 resultaten - Pagina 264 van 373
... 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 ...
[6] Om dat goed tot in de essentie te begrijpen, zal een voorbeeld ons helpen; luister dus met een goed hart!Hoofdstuk 44: Voedsel voor lichaam, ziel en geest. Verveling als honger van de ziel, en weetgierigheid als honger van de geest. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Maar wat is het vuur? Het is de begerige liefde. Wat is het licht? Het is de gedachte die zich in het hart duidelijk uitspreekt. Wat is de waarheid? Zij is het uitgesproken woord dat uit het vuur en het licht voortkomt!
Hoofdstuk 44: Voedsel voor lichaam, ziel en geest. Verveling als honger van de ziel, en weetgierigheid als honger van de geest. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Had Ik dan niet gesproken van een innerlijk levend woord der liefde vanuit het hart, dat zich allereerst in heldere gedachten of zielsvormen uitspreekt en dan overgaat tot de spraak van het gezicht en pas dan, indien het nodig is vanwege de zwakte van de mensen met slechts grove zintuigen, in de spraak van de mond, opdat de grove zintuigen van zulke zwakke mensen door de herhaaldelijke voeding van hun geest in hen, verfijnder worden, en ze dan met meer verfijnde levendiger zintuigen de dingen in hun waarheid zien en daardoor steeds meer hun geest voeden, opdat hij als het eigenlijke leven in de mens opstaat en een volkomen heer is in zijn huis, - terwijl als hij zo gevormd is als, naar het nu blijkt, in jullie, hij niet meer is dan een nietszeggende knecht van de materie, van het gericht en dus ook van de dood?!
Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar aangezien hij ook spoedig merkte dat deze Spreker zich niet zo gemakkelijk zou laten afschepen, begon hij langzamerhand in zijn hart een heel andere toon aan te slaan.
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] 'Luister, Ik wil je op je vraag die je eerder wilde stellen om Mij te vangen, een juist antwoord geven, omdat je nu in je hart een andere geest hebt laten opstijgen; dit nu is het antwoord:
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Jij denkt dat de mens zich zonder woorden voor zijn medemensen niet begrijpelijk zou kunnen uitdrukken en daarom is volgens jou het woord van de mond de voltooiing van het stille gedachtewoord in het hart, omdat de mens zich daardoor pas als mens manifesteert ten opzichte van alle andere schepselen van de aarde; en daarom zou men God de Heer altijd alleen maar met de voltooide woorden, maar niet met de innerlijke, slechts de geest bevredigende gedachten of gevoelswoorden moeten aanbidden en danken en loven en prijzen.
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Hij heeft daarmee onmetelijk veel verloren door dit schijnbare voordeel, want als de mens bij zijn innerlijke geestestaal zou zijn gebleven, dan zou hij de taal van de hele schepping verstaan en hij zou de dingen tot in hun grond kunnen begrijpen. Maar zo is hij een stomme toeschouwer geworden en heeft door zijn naar buiten gekeerd zijn al zijn zintuigen in zichzelf bedorven, zodat hij daardoor doof, blind en gevoelloos werd als de bast van de boom en niets van het wezen van de dingen begrijpt; ja hij kent niet eens zichzelf en ook niet het klagende hart van zijn broeder!
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Je vraagt jezelf af: `Hoe kan ik een heiden of een godloochenaar worden als ik tot God bid met de woorden van mijn mond?! Zou ik met mijn mond God wel kunnen belijden als ík Hem niet tevoren in mijn hart beleed, dus in de gedachten van mijn hart?'
Hoofdstuk 47: Het opgelegde, onvrije geloof en het vrije, door de liefde tot God levend geworden geloof. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Ja, Mijn vriend en broeder, je belijdt God nu wel zodanig dat het woord uit je mond een uitdrukking is van hetgeen je in je hart denkt; maar waarom?
Hoofdstuk 47: Het opgelegde, onvrije geloof en het vrije, door de liefde tot God levend geworden geloof. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar wanneer je God belijdt in je hart, dat wil zeggen door je levende liefde tot Hem, en je bidt op die wijze in de geest en in de waarheid tot Hem, dan zul je je huidige onvrije geloofsgericht, waaruit nooit heil voor je zal voortkomen, van je afschudden, en je zult daarvoor in de plaats overgaan tot een levend geloof, dat wil zeggen in een levend aanschouwen van je geest in je, waarin zich immers tenslotte al je levenskracht moet verenigen wanneer je eeuwig leven wilt.
Hoofdstuk 47: Het opgelegde, onvrije geloof en het vrije, door de liefde tot God levend geworden geloof. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Maar Ik zeg je: beter je leven, en reinig je hart, opdat Ik er geen afkeer van zal hebben om verder met je te praten over dingen die allemaal belangrijker zijn dan de niet veelzeggende inwijding van de tempel!'
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] En daarop antwoordde Henoch aan Lamech: 'Mijn geliefde broeder, - ga nu heen en volg je hart: want nu is de tijd gekomen!
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Zie, zo is de innerlijke tempel van God in het hart van de mens door de tempel in de vlakte uitgebeeld en door God Zelf gewijd.
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] De tempel in de gereinigde laagte is aan de liefde en erbarming van de Heer gewijd en is net zo toebereid als het hart in de mens, dat voordien een poel van al het vuil en ongedierte was. In deze beerput moest de vleselijke liefde worden gedood (zie de geschiedenis van de hofdames met de bode Kisehel!), dan pas moesten door sterke, hete winden alle moerasgebieden worden uitgedroogd, vervolgens de grond worden geëffend en de aarde moest door een hevig vuur zoals de voormalige zinnelijke hofdames tot zuiver goud worden omgevormd, en er moesten fijn bewerkte stenen worden aangevoerd voor de bouw van de tempel, dus een geheel nieuw materiaal, dat stevig is en duurzaam, niet zoals vermolmd hout en vuil als het stinkende slijk uit de poelen.
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Want de wijsheid is het licht van de liefde, en de uitstraling van dit licht is werkelijke, eeuwige waarheid. Ga daarom nu naar Hem toe en volg je hart! Amen.'
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)