Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 264 van 1112

...  252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277  ...
[8] Ja, hier is een groot licht dat er nog nooit is geweest, dat zie, voel en geloof ik; maar de even grote nacht die op dit licht zal volgen, zal niet uitblijven! Geluk voor degenen die zich vandaag in dit licht kunnen koesteren; maar des te meer ongeluk voor degenen, die ingehaald worden door de nacht die op deze dag volgt! Ze zullen zeer luid om licht gaan roepen en daardoor de geesten van de nacht wekken en flink toegetakeld worden. Ik heb nu gesproken en jullie als machthebbers staat het vanzelfsprekend vrij om mij volgens jullie wil te berechten!"
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Probeer niet te achterhalen waar Mijn persoon zich bevindt, maar leef in de geest van Mijn leer, dan zal Mijn persoon niet ver van jullie zijn! Wie nog iets wil weten, kan komen en het vragen!:'
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En als de gierigaard eenmaal buitengewoon rijk is, stort hij zich in een leven van alle mogelijke wellust, verleidt jonge meisjes, begaat hoererij en echtbreuk en nog talloze andere schandelijkheden. En omdat hij de hoogstgeplaatste in zijn land is, verleidt hij al gauw een heel volk door zijn slechte voorbeeld; want het volk zegt: ' onze heerser moet het toch beter weten dan wij; doet hij het, dan kunnen wij het ook doen!' En zo begint in zo'n land tenslotte iedereen te stelen, te roven, te moorden en met hoeren om te gaan, en van enig godsbesef is dan geen spoor meer te ontdekken!
Hoofdstuk 168: Over gierigheid en spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En de aanvoerder zegt daarom tegen Marcus, die zich al een beetje begint te ergeren: 'Ja, we waren er nu eenmaal niet bij, en al degenen die hier zijn en het met jullie eens zijn, kunnen ons heel gemakkelijk voor de gek houden! We weten heel goed, hoe de Essenen hun geweldige wonderen tot stand brengen, maar kunnen tegen het eenmaal door verbazing ontstane bijgeloof of volksgeloof niets meer beginnen. Duizend mensen die het met elkaar eens zijn kunnen de grootste wonderen teweegbrengen en tienmaal duizendmaal duizend mensen overreden. Jullie kunnen op dit verborgen en afgelegen plekje tien jaar lang aan dit wonderwerk gebouwd hebben, terwijl niemand behalve jullie zelf het gezien heeft! En toen het klaar was, nodigden jullie vreemdelingen uit en zeiden dan zoals afgesproken, dat deze of gene wonderdoener dit gebouw in een enkelogenblik heeft laten ontstaan, en zo ook de tuin en de haven. En als duizenden dat serieus beweren, moet de vreemde het wonder wel gaan geloven, of hij wil of niet. Er moet een wonder voor ónze ogen gebeuren, -dan pas zullen wij ook aan dit wonder geloven!'
Hoofdstuk 161: De indruk van de wonderbaarlijke werken van de Heer op de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Toen je aan de zee de schepen en de havenaanleg bewonderde en de oude brave Marcus je vroeg wat je op dat alles had te zeggen, haalde je bedenkelijk je schouders op en zei: 'Daar is zeer veel, maar in een bepaald opzicht ook heel weinig over te zeggen. Zeer veel, als dit uiteindelijk ondanks alle plechtige verzekeringen en getuigenissen toch geen wonder is, maar een op geheel natuurlijke wijze tot stand gekomen werk; en natuurlijk heel weinig of zelfs niets, als het allemaal toch in ernst een wonderbaarlijk werk mocht blijken te zijn! Dat ik en al mijn collega's echter, ondanks dat men het ons plechtig verzekerd heeft, niet kunnen aannemen dat het een wonder is, kan ieder weldenkend mens zich natuurlijk goed voorstellen, omdat wij er zelf nu eenmaal geen getuige van zijn geweest en we deze streek sinds ruim tien jaar niet meer hebben gezien en er al helemaal nooit meer geweest zijn. Wat heeft zich hier op deze afgelegen plek wel niet allemaal kunnen afspelen door de sluwe politiek van de Romeinen! Door spionnen wist men, dat wij het plan opgevat hadden om in dit land te onderzoeken wat er allemaal tegen ons wordt ondernomen, en ook om er achter te komen, welke personen druk doende zijn om ons tegen te werken. Men wist zeker dat wij ons hier aan de Galilese zee bevonden, stuurde loodsen naar ons toe en bracht ons hierheen, waar de Romeinen een belangrijk kamp hebben opgeslagen.
Hoofdstuk 162: Cyrenius onthult de mening van de Farizeeër over de wonderwerken van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Daar hebben wij echter werkelijk geen wonderen voor nodig, maar alleen reële aardse voordelen; maar dan kan men ook alle kanten met ons op en ons voor alles gebruiken, temeer daar wij als mensen van de wereld maar al te goed en duidelijk door talloze ervaringen weten, wat men in de grond der zaak van iedere godsdienstige leer moet denken. Wonderen zijn een oud middel om de onervaren kinderen van de aarde te overdonderen. Waarom zouden ze in deze tijd, waarin nog buitengewoon veel mensen blind zijn, waardeloos zijn geworden, vooral wanneer ze op een geraffineerdere wijze dan in de oudheid verricht worden, en nog meer wanneer de hoogste machthebbers er deel aan hebben, en dat zeker niet zonder redenen, die natuurlijk zeer geheim worden gehouden?! Want een godsdienstige leer waar men zich echt aan vast houdt, is voor regeerders immers altijd meer waard dan tienduizend grote kerkers en twintigduizend legioenen dappere soldaten.
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Een godsdienstige leer die goed in elkaar zit, zet de blinde mensen aan tot activiteit, waardoor een staat en zijn vorst pas echt rijk en machtig kan worden, terwijl de vele kerkers en scherpe zwaarden alle mensen die erdoor getroffen worden, passief maken. Voor iemand die in een staat leeft en zich om politieke redenen tot een godsdienstige leer moet bekennen, maakt het -als hij geen dwaas en geen vijand van zichzelf is -, uiteindelijk niets uit of hij Jehova, Zeus of zelfs de timmerman uit Nazareth als God aanbidt; want de betere wetten vaardigen de machthebbers immers altijd onder de blijvende titel 'Gods geboden' uit! Zijzelf kunnen dan nog doen wat ze willen, en plaatsen zichzelf indien nodig ook meteen boven alle mooie geboden van de goden.
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Zo'n instituut lijkt op iemand die magiër is. Er hoeft maar een tweedejaloerse magiër te komen en enige verstandige mensen in de oren te fluisteren: 'Zo en zo oefent de bedrieglijke magiër zijn kunsten uit!' en hun dan ook praktisch te laten zien, dat zijn verdachtmaking reëel is, -en dan kan de verraden magiër er beter ook maar snel vandoor gaan voordat de zaak algemeen bekend wordt, anders kan het slecht met hem aflopen! Gelukkig degene, die een machtige beschermer heeft! Zonder zo iemand is het binnen enkele dagen met al zijn toverij afgelopen en kan hij in het gunstigste geval op een houtje gaan bijten. Hij zal zich natuurlijk ook zolang mogelijk verweren -maar zich nooit van zijn ondergang kunnen redden!
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Ik zal de hulp, kracht en ondersteuning zijn van ieder ernstig streven. In tijd van nood zal Ik niemand verlaten die anders altijd trouwhartig en Mij liefhebbend op Mijn paden gewandeld heeft. Maar als men door allerlei wereldse verleidingen van Mijn paden is afgeweken, heeft men het natuurlijk aan zichzelf te wijten als Mijn hulp in tijd van nood uitblijft, en dat net zo lang als de gevallene zich niet vol ernst, berouwen geloof tot Mij zal richten!
Hoofdstuk 169: Een belofte voor hulpzoekenden. De Heer neemt afscheid van het huis van Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ik zal weliswaar eeuwig een en dezelfde trouwe herder blijven en achter Mijn schapen aangaan die op de een of andere manier verdwaald zijn; maar het schaap moet wel gaan blaten en zich laten vinden, overeenkomstig de hem eigen en onaantastbare vrije wil.
Hoofdstuk 169: Een belofte voor hulpzoekenden. De Heer neemt afscheid van het huis van Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] SCHABBI zegt: 'Heer, dat U iemand zult helpen als hij U daarom vraagt, is zeker en staat vast; maar wat moeten dan die mensen die, zonder dat ze hieraan iets kunnen doen, onmogelijk iets van U, o Heer, kunnen weten en nog lange tijd niets over U zullen horen en weten, terwijl ze nu in de grootste levensduisternis leven en onmetelijke levenslasten te dragen hebben? Tot wie moeten die zich richten om hulp; en kracht in hun onbeschrijflijk grote nood?"
Hoofdstuk 169: Een belofte voor hulpzoekenden. De Heer neemt afscheid van het huis van Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Toen schrok PETRUS gewoonweg en zei tegen Mij, terwijl hij Mij naar zich toetrok, op min of meer gebiedende waarschuwende toon: 'Heer, dat mag in geen geval met U gebeuren, en U bent tegenover ons en alle mensen verplicht Uzelf te sparen!" (Matth. 16,22)
Hoofdstuk 170: Petrus' blinde ijver en zorg om de Heer (Ev. Matth. 16,20-23) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Want wat eenmaal verdacht is, brengt niets meer op; wat ook heel begrijpelijk is, want een magiër kan zijn kunsten alleen maar met natuurlijke middelen tot stand brengen, die als ze verdacht zijn dan ook noodzakelijkerwijs helemaal waardeloos moeten lijken en te slecht zijn dan dat de grootste dwaas er plezier aan zou kunnen beleven, en een wijs mens natuurlijk nog minder. Maar degene, die niet op de hoogte is en ook niet kan zijn van het principe waarop zij berusten, moet ze wel als zuivere wonderen beschouwen en zich erover verbazen en ervoor betalen; want hij moet zichzelf bekennen, dat het hier volgens zijn begrip niet op natuurlijke wijze toe gaat. Als hij dan echter door iemand die er verstand van heeft ervan overtuigd wordt, dat het wonder, waar hij met verbazing naar gekeken heeft en waar hij zo veel voor heeft betaald omdat het om iets buitengewoons ging, toch op heel natuurlijke wijze tot stand werd gebracht, dan is deze magiër voor hem geen wonderdoener meer en deze staat dan als een gewone bedrieger voor zijn vroegere bewonderaars. Kan hij zich ooit voor zijn vroegere beschermheer schoonwassen? Ik zeg: Nooit en te nimmer! Het is afgelopen met hem, voor altijd! .
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En omdat een theosofisch theocratisch instituut in feite niets anders is dan goed geconditioneerde toverij, gehuld in allerlei mysterieuze, maar op zich zelf nietszeggende ceremoniën en legio wijze spreuken, leerstellingen en wetten, staat het ook onvermijdelijk hetzelfde lot te wachten als wat iedere enigszins zwak geworden magiër iedere dag kan verwachten. Door dit alles, mijn oude vriend Marcus, zul je wel gemakkelijk de zuivere reden zien, waarom het voor mij persoonlijk niet uitmaakt met welke goede godsdienstige leer ik te maken heb, als ik er maar de beste voordelen voor het leven in zie; maar als deze niet duidelijk naar voren komen, zoals hier het geval schijnt te zijn, dan kan niemand mij toch kwalijk nemen, dat ik mijn instituut zo goed ik kan verdedig zolang het mij een goed bestaan biedt. Dat die verdediging slechts binnen bescheiden grenzen van het mogelijke moet blijven, zal met het oog op de machtige Romeinen hopelijk niet moeilijk voor je te begrijpen zijn. Ik denk nu ook, dat jij me deze geschiedenis hier niet meer serieus als een zuiver wonder wilt laten geloven?!
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Dingen te geloven zoals ze hier gebeurd moeten zijn, zonder er zelf getuige van te zijn geweest, is voor het heldere verstand van een mens wel buitengewoon moeilijk, temeer daar dit zo uniek was en zoiets nog nooit eerder is gebeurd, zodat men daardoor alle betere ervaringen die men gehad heeft zonder meer overboord zou moeten gooien. Want tot nu toe is er door geen enkel mens op de gehele bekende aarde gedurende alle tijden iets dergelijks tot stand gebracht, en de bekende wonderen en toverkunsten kennen wij, en we weten ook, hoe ze gedaan worden. Overal waren er mensen die zich door hun scherpzinnigheid van vele honderdduizenden medemensen onderscheidden. Ze hadden dieper inzicht in de krachten van de grote natuur, maakten hier gebruik van en werden daarnaast dan ook nog als mensen van een hoger soort, als profeten of halfgoden vereerd en gewoonweg aanbeden. Zo 'n geniaal mens had dan ook spoedig en zeker een groot aantal weetgierige leerlingen om zich heen, die er hun uiterste best voor deden om in de voetstappen van hun geestrijke meester te treden. In zijn tijd waren dat alleen leerlingen, later noodzakelijkerwijs zelfleraren en opvolgers van de meester, die samen met hun leerlingen grote eer betoonden aan de oermeester, ook als hij al gestorven was; en dit gebeurde meer, naarmate de lessen en verrichtingen van de oermeester voor de mensen heilzamer bleken te zijn. In de loop der tijd werden de opvolgers van de meester priesters, die hun oermeester minstens tot een halfgod maakten.
Hoofdstuk 164: De godsdienstfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277  ...