17481 resultaten - Pagina 265 van 1166
... 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 ...
[7] Na ongeveer een kwartier zag ik weer een menselijk wezen met twee bundels op de gevel van het dak verschijnen en ieder van de twee gestalten een bundel geven. Direct verdween de bundelbrenger weer en de beide gestalten maakten vlug de bundels open, namen daaruit ieder een lichtgrijs, plooiend gewaad en wierpen het in een oogwenk over hun lijf; nu kon ik pas met zekerheid vaststellen dat de beide gestalten toebehoorden aan de merkwaardige weduwe en haar doofstomme dochter. Zij zagen er naar mijn mening wel magerder uit, maar zij waren het toch ongetwijfeld!Hoofdstuk 157: Ontwikkeling van de zielsvormen van de twee gestorven vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Toen zij nu zo als echte vrouwelijke gestalten helemaal bij de gevel van het dak binnen mijn gezichtsveld stonden, kwamen de twee mannelijke gestalten in lichtgroene mantels weer het dak op naar hen toe en wenkten hun om hen te volgen, wat de beide vrouwen ook zonder enige aarzeling deden.
Hoofdstuk 157: Ontwikkeling van de zielsvormen van de twee gestorven vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Wie deze woorden uitgesproken mag hebben, weet ik niet; maar gehoord heb ik ze luid en duidelijk! Zij kunnen onmogelijk afkomstig geweest zijn van de twee mannelijke gestalten, omdat die toen allang ergens ver weg waren.Iemand anders achter mij moet de woorden hebben uitgesproken. Maar wie, dat is een heel andere zaak!
Hoofdstuk 157: Ontwikkeling van de zielsvormen van de twee gestorven vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Wie ze uitgesproken mag hebben heeft uiterst weinig met het verhaal van doen; dat de woorden echter goed en veelbetekenend waren, is wel zeker! Want de beide wezens hebben over het geheel genomen goed en ingetogen geleefd, hebben veel goeds gedaan voor de armen en waren daarbij ook zeer godvrezend, zodat het daarom ook wat moeilijk te begrijpen is waarom de stem nu juist speciaal voor de redding van deze weduwe en haar doofstomme dochter God dank, lof en eer heeft gegeven. Die stem moet daarom iets meer weten of geweten hebben dan datgene wat zelfs nu mijn verstand kan begrijpen.
Hoofdstuk 157: Ontwikkeling van de zielsvormen van de twee gestorven vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Toen je met je vader voor de tweede maal daarheen geroepen werd, was de weduwe erg ontstemd over haar doofstomme dochter die ondanks haar doofstomheid, toch hevig verliefd begon te worden op een enigszins lichtzinnige man. Daardoor werd zowel het gif van de weduwe alsook dat van haar dochter, die dezelfde eigenschap had, te heftig in beroering gebracht; beiden werden als door duizend giftige slangen in al hun levenszenuwen gebeten en vanaf dat ogenblik was er geen lichamelijke genezing meer denkbaar, -behalve dan dat het door Mijn kracht natuurlijk wel mogelijk geweest zou zijn. Tengevolge van de grote opwinding losten de zielen van beiden zich vrijwel geheel op, dat wil zeggen, zij losten op in hun oerelementen, en omdat zij daardoor noodzakelijkerwijs meer ruimte nodig hadden, breidden zij zich zelfs hoog en ver boven het huis uit waarin de beiden lagen te sterven
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Ik begrijp namelijk nog steeds niet waarom onze menselijke ziel, vóór zij overgaat in de volledige, intelligente, menselijke vorm, helemaal verdeeld in duizendmaal duizend planten, ja zelfs in mineralen en in meer dan het dubbele aantal dieren moet bestaan. Zij moet dus vóór zij een volmaakte mensenziel wordt, eerst uit het gesteente -en wie weet waaruit nog meer -door bliksem in zekere zin naar buiten gebrand en door regen vervolgens naar buiten gedreven worden! Daarna gaat deze zielsverhuizings - en zielsverzamelingsgeschiedenis heel traag en langzaam door de hele planten en dierenwereld heen, en tenslotte valt de aankomende, sterke mensenziel nog de eer te beurt in minstens twintig ossen gedood en geslacht te worden en ook nog in, zeg maar, honderd schapen, kalveren en ezels. Dat noemen wij Romeinen een harde leer!
Hoofdstuk 160: Cyrenius' twijfels over de aardse orde van zielsontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Laat het zijn zoals het is, daarover zou men het altijd nog wel eens kunnen worden; maar in de eerste teksten laat hij op de zesde scheppingsdag door God meteen na de uitroep van God 'Laat ons mensen scheppen naar het beeld van God! ' een mannetje en een vrouwtje scheppen, terwijl Hij een aantal teksten verderop het mannetje al veel eerder uit leem heeft gevormd en het vrouwtje pas veellater uit de rib van het mannetje laat ontstaan, waarbij de aarde veel minder gezegend lijkt, er helemaal geen sprake is van de zegening van dit eerste mensenpaar, hun integendeel op straffe van dood en vervloeking van de aarde verboden wordt van een bepaalde boom de vrucht te eten, en de aarde in alle ernst vervloekt wordt na de overtreding van dit gebod en nu slechts doornen en distels zal dragen, en tevens dat de mens moet sterven en zich in het zweet zijns aanschijns zijn brood zal moeten verdienen, -ja, daar is van de zegen die Mozes in de eerste teksten vermeldt, net zoals van de daar eveneens vermelde, grote tevredenheid over de voltooide werken van God geen spoor meer te ontdekken! Ja, zeer goddelijke Vriend, dat is toch wel een moeilijk te begrijpen leer, en men kan er met de beste wil niet uit wijs worden!
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Eerlijk gezegd: Wie U, o Heer, bent en wat U leert, geloof ik meer dan rotsvast; maar laat mij wat die tamelijk warhoofdige Mozes betreft liever met rust! Als het U mogelijk is mij daarover enige uitleg te geven, dan zou ik dat graag willen; is dat voorlopig echter volgens Uw orde niet zo eenvoudig, wel, dan maakt dat in ieder geval voor mij weinig of niets uit! Ik en wij allen hebben van U een volmaakt licht en wij kunnen daarom dit andere licht van Mozes best missen. Wat hebben wij aan een leer waarvan wij de oorspronkelijke waarheid niet kunnen begrijpen?! Beter één onderrichtend woord dat begrijpelijk is, dan tienduizend woorden die niemand begrijpt!"
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Lichamelijk is Adam overigens wel uit de etherdelen van het fijnste leem door Mijn wil geschapen en gevormd volgens de geldende orde, zoals Ik die jullie nu heb getoond; en toen hij door ervaring wijs geworden, door Mijn wil eenmaal zo krachtig was geworden dat zich om hem heen een uiterst intensieve, uiterlijke levenssfeer had gevormd, en hij op een keer moe van het werk en het reizen in diepe slaap viel, was de tijd rijp om een natuurziel, die samengesteld was uit al de jullie bekende natuurlijke niveaus, in de uiterlijke levenssfeer van Adam te plaatsen.
Hoofdstuk 162: De schepping van Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Deze ziel begon, terwijl zij zich in de uitstralende levenssfeer van Adam bevond, meteen uit de uitstralende delen van Adam ofwel uit zijn overvloedige levensdamp, die haar zeer lief was, een lichaam te vormen volgens Mijn wil en Mijn orde, zoals heden ten dage zielen van gestorvenen dat nog plegen te doen als zij voor enige ogenblikken aan de mensen willen verschijnen. Binnen drie dagen was zij daar helemaal mee klaar.
Hoofdstuk 162: De schepping van Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] En tenslotte ten vierde: zuiver hemels, waar de Heer Alles in alles is, en alles betrekking heeft op Hem. Hoe men dit echter moet opvatten en begrijpen kunnen jullie niet eerder begrijpen dan wanneer je door de volle wedergeboorte van je geest één geworden bent met Mij, zoals ook Ik één ben met de Vader in de hemel, maar met dit verschil dat jullie allen één met Mij zullen zijn als afzonderlijke persoonlijkheid, terwijl Ik en de Vader,die Mijn liefde is, met elkaar in een eeuwig enkelvoudige persoonlijkheid volmaakt één zijn.
Hoofdstuk 163: De viervoudige betekenis van de mozaïsche scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] CYRENIUS zegt heel berouwvol: "Heer, laat mij nu beschaamd en stil zijn en zwijgen; want ik zie mijn grote en grove onzin nu wel in. Ik wil van nu af aan slechts luisteren en zelf geen woord meer spreken!"
Hoofdstuk 163: De viervoudige betekenis van de mozaïsche scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Op welke wijze het ontstaan wat het natuurlijke proces betreft, begrepen moet worden, heb Ik jullie voor zover dat voorlopig voor jullie noodzakelijk is, deze nacht al laten zien. En Mathaël, die heel vertrouwd is met de kennis der analogieën, heeft jullie een dag geleden ook verteld hoe de geschriften van Mozes opgevat moeten worden; en Ik moet jou, vriend Cyrenius, nogmaals zeggen dat je werkelijk erg kort van memorie bent! Wel heb Ik voorheen je geheugen nieuw leven ingeblazen en kun je je daarin nu, als je echt wilt, een beetje vrijer bewegen; maar om jouw twijfel aan de Mozaïsche mensenschepping terecht te wijzen wil Ik je er nog zoveel bij vertellen, dat jij en ook nog vele anderen daaruit kunnen concluderen waar het hier bij deze zaak nu eigenlijk om gaat.
Hoofdstuk 162: De schepping van Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] In de omgeving van zijn hart voelde hij wel iets drukkends, maar dat was heel aangenaam, ook voelde hij bij tijden een soort leegte -dat was het begin van de geslachtelijke liefde -en hij kon het beeld, dat hij meteen zo bekoorlijk vond, niet meer loslaten. Waar hij ging, volgde de vrouw hem en ging de vrouw ergens heen, dan kon hij haar beslist niet alleen laten gaan. Hij voelde de waarde en de liefde van de vrouwen zei daarom op een moment van helderziendheid: 'Wij, ik een man en jij een vrouw die volgens Gods plan ontsproten bent aan mijn ribben (in de hartstreek), zijn zodoende één vlees en één lichaam; jij bent het lieflijkste deel van mijn lichaam en zo zal het verder blijven, en de man zal vader en moeder (zijn manlijke ernst en zijn zorg) verlaten en zijn vrouw toegedaan zijn!'
Hoofdstuk 162: De schepping van Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Zo is het ook met de rib waaruit Eva zogezegd zou afstammen! Deze rib is slechts een teken voor de zaak waar het om gaat, en dat is Adams innerlijke, krachtige liefdeleven. En de rib, als bescherming van dit leven, werd door Mozes in de Schrift ten eerste opgenomen omdat zij het leven beschermt, en zodoende, omdat zij een uiterlijk schild van het leven is, dat ook als beeld voorstelt; en ten tweede omdat later een goede, trouwe en liefdevolle vrouw ook als een bescherming, schild en beschutting van het leven van de man te beschouwen is en daarom symbolisch ook heel goed als een rib van de man gezien kan worden; en ten derde omdat de uitstralende levensether*(* Lorber schreef: ' Aussenlebensaether' , soms' Aussenlebenssphare ' , waarmee bedoeld wordt: een vanuit het lichaam (van mens, dier, plant, planeet) naar buiten tredend etherisch stralingsveld.) voor het innerlijke, natuurlijke leven van de zielook een geweldige bescherming is, zonder welke de mens geen tien seconden lang zou kunnen leven.
Hoofdstuk 162: De schepping van Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)