Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 265 van 278

...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278
[13] Maar hoe gebeurt dat? - Op nagenoeg dezelfde manier als veel zogeheten ‘somnambulen’ bij jullie heel duidelijk die klanken en harmonieën kunnen horen, die hun zogenaamde magnetiseur in zichzelf denkt en voelt. - Nu zullen jullie wel vragen: Hoe is dat nu mogelijk? - Op deze vraag zeg Ik jullie ten eerste, dat de geestelijke mens evengoed oren en alle overige zintuigen heeft als de natuurlijke mens. Maar even goed als de natuurlijke mens met zijn natuurlijke zintuigen het gezang van een ander mens kan horen, kan de geest dat met zijn onvergelijkelijk veel verfijndere zintuigen - en nog onvergelijkelijk veel volmaakter. - Daarmee is echter toch duidelijk, dat mensen ook zonder instrumenten en zonder het materiële vermogen om te zingen nog altijd zeer bekwame musici kunnen zijn. Want als dat niet zo zou zijn, zou er onder jullie ook nooit muziek ontstaan zijn. Want waar zou de eerste musicus het vandaan hebben gehaald, als zijn geest niet reeds een bekwaam musicus was geweest? - Uit wat er nu gezegd is kunnen jullie nu vast wel begrijpen, hoe onze bewoners van de zevende gordel zonder muziekinstrumenten en zonder het uiterlijke vermogen om te zingen uiterst voortreffelijke musici kunnen zijn en hoe ze zich daarin, Mij ten diepste lovend, aan elkaar kunnen verlustigen.
Hoofdstuk 67: Levensomstandigheden en geestesgesteldheid van de bewoners van het zevende paar gordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Deze dingen kunnen jullie al bij het algemene samentrekken van begrippen vinden. - Onder welke naam kunnen jullie je alle geschapen dingen, zonder onderscheid naar hun uiterlijke gesteldheid, eigenschappen en vormen, verstandig voorstellen? - Jullie zeggen: onder de algemene naam ‘wezens’ of ‘schepselen’. - Goed, zeg Ik. Maar zeg Mij: hoeveel verschillen zien jullie bij zulke algemene aanduidingen in de eindeloze veelheid van de meest uiteenlopende wezens? - Hier moeten jullie toch duidelijk bekennen: Bij deze algemene uitdrukkingen is er absoluut geen verschil zichtbaar tussen al het talloos vele geschapene. Want uit deze twee uitdrukkingen spreekt enkel een synonieme veelheid van geschapen dingen. - Dan vraag Ik weer: Waarom? - Als jullie het voorgaande enigszins overzien, kunnen jullie op dit ‘waarom’ geen ander antwoord geven dan te zeggen: Omdat al die eindeloos vele en uiteenlopende dingen in de grondslag van hun ontstaan volkomen één zijn. - Als Ik daar nog aan toevoeg: Hoe en waarin dan?, dan moeten jullie er toch zogezegd met je neus tegenaan lopen en zeggen: Omdat alle dingen uit de goddelijke liefde voortkomen, moeten ze in deze goddelijke liefde dan ook als volkomen één aanwezig zijn, evenals de goddelijke liefde in Zichzelf volkomen één is.
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Nu zal dit beeld dus toch wel begrijpelijk zijn. Weg met de kroon! Weg met de wortels! Splijt de stam! - opdat de eigenliefde naar buiten wordt gekeerd, tot liefde voor de naaste en voor God wordt en, aldus omgekeerd, aan de stralen van de eeuwige levenszon wordt blootgesteld! - Kijk, op deze wijze naar buiten gekeerd wordt de liefde zichtbaar en kan die in zichzelf onderzocht worden; en op welke plaats er ook een boor van innerlijke wijsheid wordt gezet, zal deze van de verlichte grondslag uitgaan en de bast ofwel de uiterlijke ring altijd het meest rechtstreeks raken, zonder die moeizaam te zoeken.
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[16] Kijk, zo is ook hun hele streven erop gericht om in henzelf alles in de liefde voor God te verenigen. Het qua uiterlijk grootste heeft bij hen evenveel waarde als het kleinste. - Omdat ze de bewoners van de hele zon door hun geest wel kennen, zeggen zij: De bewoners van de middengordel, die het meest overstromen van alle uiterlijke pracht, zijn de kleinste mensen van de zon. Als ze naar de uiterlijke maatstaf zouden oordelen, zouden ze beslist nog kleinere vinden, zoals wij die in het verloop van deze openbaringen over de zon hebben gevonden. Maar aangezien zij alle dingen enkel van binnenuit beschouwen, noemen ze die ook zoals zij ze in zichzelf vinden. - Ik wijs jullie er hier op, dat ik het verloop van de beschrijving van de middengordel Zelf gezegd heb, dat de daar wonende mensen de kleinsten zijn; maar die uitspraak wordt in feite pas na deze toelichting duidelijk. Want waar het uitwendige steeds buitengewoon prachtig en veelsoortig ingericht is, daar is het inwendige het kleinst. Maar waar het uiterlijke zonder enige pronk aanwezig is, daar is het innerlijke des te groter.
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[18] Nu we dit weer geleerd hebben, kunne we datgene, wat gegeven is, ook altijd op tweeërlei manier beschouwen, namelijk van buiten en van binnen. - Als er ergens een splijting in het uiterlijke zichtbaar is, bedenk dan dat ook deze splijting in het centrum tot één samenvloeit. En als we de gegevenheden van binnenuit bekijken, dan zullen wij altijd zonder meer de rechtstreekse weg vinden en bij voorbaat inzien, dat de uiterlijke uitwassen en oneffenheden in het centrum toch één moeten worden en onmogelijk een andere richting kunnen krijgen, ook al zouden ze door nog zulke diepe kloven, scheuren, hoogten en diepten van elkaar verschillen.
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Maar er zal wel iemand zijn die zegt: Als dit organisme vast is en derhalve bros, hoe kan het dan uitzetten en hoe kan het dan een andere substantiële kracht in de loop van de tijd tot onverwoestbaar steunpunt dienen, zonder daarbij zelf in zijn talloos vele delen beschadigd te worden?
Hoofdstuk 2: Het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Zoals bijvoorbeeld de materie van de ingewanden van de dieren. Hoe vaak en hoe sterk wordt deze materie benut, en toch houdt ze - hoewel ze er uitziet alsof ze heel zwak is - ondanks die grote uitingen van kracht geruime tijd onverwoestbaar stand. Als jullie verder nog de veel tederder organen van de vogels nader bekijken, waarin zelfs stenen fijngewreven en verteerd woden, dan zal het nog duidelijker worden, hoe het alleen maar op een bepaalde kwaliteit van de materie aankomt, die, daar ze stevig genoeg is gemaakt, de krachten die in haar ontwikkeld worden zonder schade in zich kan laten werken.
Hoofdstuk 2: Het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Van die dieren worden hier en daar versteende beenderen gevonden en bewaard in de door mensen opgerichte wetenschappelijke kunst - en natuurmusea, totdat een uitbrekend vuur de laatste overblijfselen van de zwaartepunten in deze uit de oertijd overgebleven resten van beenderen van de reusachtige oerdieren in een dusdanige stofachtige materie verandert, die gewoonlijk door de werkvrouwen zonder meer worden opgeruimd; as is namelijk het laatste zeer vluchtige overblijfsel van alle materie.
Hoofdstuk 4: Het wezen van de materie en de geesten die haar oergrond vormen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Als jullie een dierlijk lichaam, van welke soort dan ook, bekijken, dan zullen jullie, zonder overigens de anatomie van alle dierenlichamen ter wereld te hebben bestudeerd, heel gemakkelijk inzien en begrijpen dat het bloed ofwel de sappen op precies dezelfde manier door alle aderen en andere vaten stromen als door de aderen en vaten, die in het eigenlijke dierlijke hart aanwezig zijn en wel op alle punten op hetzelfde ogenblik als waarop in het eigenlijke hart de polshartslag plaatsvindt. Men kan gemakkelijk inzien, dat er in een dierlijk lichaam niet meerdere drijfkrachten aanwezig behoeven te zijn; maar dat er slechts één nodig is voor de talloze bloedvaten.
Hoofdstuk 5: De inwendige bouw van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Ik zal jullie slechts één zo’n tegenstrijdigheid aanduiden: Als de jullie bekende gezwellen bij de evenaar van de zon enkel zouden ontstaan door de middelpuntvliedende kracht door de draaiing van de zon om haar as, dan zou Ik graag degene kennen, die in staat zou zijn om een tempel te bouwen, en bovendien nog op een berg, waar de middelpuntvliedende kracht nog groter is dan in een dal - zonder dat zo’n tempel samen met de bewoners onmiddellijk weggeslingerd zou worden! Het is toch absoluut onvoorstelbaar om onder bovengenoemde omstandigheden een dergelijke tempel te bouwen! - De middelpuntvliedende kracht van de zon staat derhalve in de juiste verhouding tot de grote aantrekkingskracht ervan, maar desondanks kan de middelpuntvliedende kracht bij zulke geestelijke ondernemingen goed van pas komen; ze is dus bevorderlijk voor hun gewelddaad en belemmert die niet.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Deze aardelong, die wel een inhoud van 1000 kubieke mijlen heeft, bevindt zich vlak onder de harde, vaste aarde en begrenst een oppervlakte van iets meer dan 5000 vierkante mijl. (* 1 Duitse mijl is 7.420 km) Deze long is een zeer groot celweefsel waarin zich veel holle ruimten (kamers) bevinden, die door kleinere en grotere buizen met elkaar zijn verbonden. Deze buizen hebben twee eigenschappen: ten eerste leiden ze de lucht in de kamers en voeren die weer af; ten tweede kunnen deze buizen zich vanwege hun gevoelige elasticiteit, net zoals spieren en pezen bij dieren, samentrekken en weer uitzetten, deze samentrekking en uitzetting wordt bewerkt door een voortdurende beweging van de polen of door wisseling van de positieve in de negatieve pool. De oorzaak van deze wisseling ligt in de zielensubstantie, zonder deze wisseling zou de vrije beweging in de lichamen niet mogelijk zijn.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Daar dus de milt ook in ons aardelichaam een van de belangrijkste rollen speelt om leven op te wekken, is het ook niet meer dan billijk dat men aan dit orgaan een bijzondere aandacht besteedt.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Zoals dus dit heel onbelangrijk lijkende orgaan één van de belangrijkste van het dierlijk lichaam is, zo is ook in de aarde een soortgelijk orgaan aanwezig, dat met recht de milt van de aarde kan worden genoemd. Deze aardemilt is net als in het dierlijk lichaam eerst voor de maag van belang, maar staat ook met het aardehart in nauwe organische verbinding. Want naast de maag, die van de milt zijn verbrandingswarmte betrekt, moet ook het hart zijn pulserende kracht putten uit dit belangrijke orgaan. In niet mindere mate berust ook de werking van de long op die van de milt, hoewel de long voor de helft een geheel vrije beweging heeft die met de wil van de ziel is verbonden, om welke redenen vooral de mens willekeurig nu eens sneller dan weer langzamer adem kan halen.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Laten we dan verder kijken naar de wolken en nevels en ook naar de winden die deze wolken en nevels bewegen. Dat alles is een uitwerking van de aardemilt, want haar centrale hoofdvuur dringt door talloze organen van de aarde heen en verwarmt die overal voldoende. Als men slechts enkele kilometers in de aarde zou doordringen, zou men zich kunnen overtuigen hoe machtig reeds hier dit innerlijk verwarmingsorgaan van de aarde werkt. Als er nu water in deze diepten doordringt, wordt dat weldra in dampen omgezet. Deze blazen de aardehuid omhoog en dringen dan langzamerhand als gas door de poriën, kloven en andere spleten van de aardkorst, vullen op die manier de lucht en verstoren haar evenwicht, waardoor dan de winden ontstaan. Als deze in het binnenste van de aarde gevormde waterdamp en gassen - vaak ten gevolge van de te grote druk - met geweld een uitweg zoeken, dan wordt daardoor een grote of kleine aardbeving veroorzaakt en in de nabijheid van de uitbarsting treden vernielende orkanen, wervelwinden en soms ook vuurhozen op. Hier hebben we dan weer een derde aanschouwelijk verschijnsel aan de aardoppervlakte, dat door dit orgaan wordt veroorzaakt.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Op gelijke wijze zijn de bewegingen van de zee (geen eb en vloed, maar alleen de golvende en stormachtige bewegingen) zoals ook alle zeestromingen afkomstig van dit ingewandsorgaan. Het zout van de zee kan ook alleen maar in het zeewater komen, als bepaalde stoffen van tevoren door het vuur opgelost en ter verzilting van de zee door talrijke organen naar boven worden gedreven. Ook alle meteorologische verschijnselen, die in de dampkring rondom de aarde optreden, zijn uit deze ingewanden afkomstig en niet in het minst ook alle vegetatieve kracht op aarde. Naast deze zijn er nog talloos vele verschijnselen in en op de aarde, die alle uit dit ingewandsorgaan afkomstig zijn; doch honderd schrijvers zouden aan honderd jaar niet genoeg hebben om dit alles op te sommen! Daarom zou het ook een zinloos en belachelijk werk zijn om al deze verschijnselen apart op te noemen en te bespreken en ook des te ondoelmatiger, omdat al deze verschijnselen uit de latere beschouwing van het geestelijke deel toch al veel gemakkelijker kunnen worden begrepen. Daarom is het genoeg dat we dit hier in het algemeen aangeven, hoewel het anderzijds toch ook niemand onverschillig mag zijn, zich vooraf over dit zeer belangrijke punt een wat diepgaandere kennis te verwerven; zonder deze kennis zal hij het geestelijke namelijk niet zo grondig kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278