Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 265 van 1088

...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278  ...
[1] De waard ging vlug naar de keuken en zag dat alles al klaar was. Er werd meteen opgediend en in de beste stemming aten en dronken wij.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] De andere gasten, die als reizigers deels uit Galilea, Griekenland, Samaria deels uit verschillende andere landen hier de nacht doorbrachten, omdat de waard bekend stond als een zeer billijk man met een groot gastenhuis, vernamen echter dat Ik, van wie zij al zoveel gehoord hadden, Mij nu ook in deze herberg bevond. Zij vroegen aan de bedienden van de waard of zij Mij mochten bezoeken. Zodoende kwam er een bediende naar ons toe die dit verzoek overbracht aan de waard, die over allerlei dingen met ons aan het praten was.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Toen ging de waard naar de kamer waar de magiërs zich bevonden en zei hun dat Ik hen had toegestaan om bij Mij te komen.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daarover waren de magiërs erg verheugd, omdat zij zelfs tot over de grenzen van Kanaän al zoveel over Mij gehoord hadden. Zij stonden meteen op en gingen, begeleid door de waard, vlug naar Mij toe. Toen deze eerbiedwaardige grijsaards binnenkwamen, bogen zij diep en groetten heel hoffelijk, zoals dat bij hen gebruikelijk was. Omdat zij de Hebreeuwse taal meester waren, konden zij ook door alle leerlingen goed verstaan worden.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Toen wij dat lazen, maakten wij ons gereed, volgden de loop van de ster en vonden werkelijk te Bethlehem, en wel in een oude schapestal, heel wonderbaarlijk een pasgeboren kind, en wij offerden hem onze gaven. Wij wilden zoals afgesproken weer via Jeruzalem naar ons eigen land terugreizen, maar werden in een droom gewaarschuwd door een lichte geest dat wij langs een andere weg naar huis moesten gaan en de pasgeboren koning niet aan de kwade vorst moesten verraden. Dat hebben wij toen ook gedaan. Wat er daarna met dat wonderbare kind is gebeurd, konden wij ondanks onze naspeuringen op geen enkele wijze meer te weten komen.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wij hoorden van oude mensen dat de oude, wrede vorst Herodes te Bethlehem vanwege die pasgeboren koning een kindermoord gelast had, waarbij alle jongens van 1 tot 2 jaar met het zwaard zijn omgebracht; maar de ouders moeten met hun wonderkind toch nog juist op tijd naar Egypte gevlucht zijn en zo de wreedheid van de krankzinnige vorst ontlopen zijn. Wij zochten nu een aantal jaren in Egypte naar datzelfde kind en die koning en konden niet het geringste ontdekken.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Naar aanleiding van dat bericht zijn wij speciaal weer hier naar Kanaän, of naar het joodse land gekomen, om die buitengewone mens ergens te ontmoeten, en wel om twee redenen: ten eerste, om ons zelf van alles persoonlijk te overtuigen, en ten tweede, om te onderzoeken of deze man soms voortgekomen is uit dat in Bethlehem geboren kind.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Vanmorgen kwamen wij reeds hier in deze streek aan en deden navraag naar deze man, en men zei, dat hij onlangs hier was geweest en dat hij waarschijnlijk binnenkort hier weer zou komen. En nu laat op de avond ging het in huis van mond tot mond dat de beroemde man met zijn leerlingen was aangekomen.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Alleen bij de geboorte van het joodse wonderkind, toen wij nog min of meer door die bepaalde geesten bewoond werden, hebben wij in het westen wel heel vreemde posities van de sterren gezien en ook een ster van bijzondere grootte die naar het westen toe een lange staart had, en omdat wij ook goed waarnamen dat deze ster juist naar het westen toe sneller bewoog dan de andere sterren, dachten wij dat er in het avondland iets groots gebeurd moest zijn. En weldra lazen wij in de sterren alsof er geschreven stond:'Bij de Joden is een nieuwe koning geboren, die een rijk zal vestigen dat nooit in der eeuwigheid zal eindigen, en hij zal heersen over alle volkeren der aarde!'
Hoofdstuk 38: De bekwaamheid en de daden van de drie wijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Daarom ben Ik dus van boven naar deze wereld neergedaald om de mensen in alles de volle waarheid te laten zien en te geven. En wie in die waarheid zal blijven en leven, zal waarachtig vrij zijn en in zichzelf het eeuwige leven hebben, dat nooit door het een of andere misleidende middel, maar alleen door de meest zuivere en meest gedegen waarheid te bereiken is.
Hoofdstuk 39: Het goede doel heiligt niet de slechte middelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] IK ging naar hem toe en zei: 'Hoelang heb je al last van jicht?'
Hoofdstuk 40: De invloed van de lichtgeesten Aan de zee van Galilea (Ev. Joh. hfdst.6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] En HIJ zei: 'Heer, al zeven jaar! Toen de pijnen nog niet zo hevig waren, verdroeg ik ze echter geduldig; maar nu worden ze ondraaglijk en daarom liet ik mij naar u toebrengen.'
Hoofdstuk 40: De invloed van de lichtgeesten Aan de zee van Galilea (Ev. Joh. hfdst.6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Daarvan schrokken de wijzen en zij wilden Mij letterlijk gaan aanbidden. Ik verbood hun dat echter, en Ik en de leerlingen gingen daarop meteen naar Bethanië naar Lazarus, en de wijzen gingen ook nog dezelfde dag op weg naar hun verre land.
Hoofdstuk 40: De invloed van de lichtgeesten Aan de zee van Galilea (Ev. Joh. hfdst.6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Daarop gebruikten wij het ochtendmaal en gingen op weg. Lazarus begeleidde ons tot in de buurt van de Galilese zee, en een groot aantal mensen trok achter ons aan. Maar bij de zee, waar we 's avonds pas tamelijk laat aankwamen, stopte Ik en gedurende de nacht bleven wij daar in een herberg. De dag daarop nam Lazarus afscheid en ging met zijn mensen naar huis.
Hoofdstuk 41: De spijziging van de vijfduizend (Ev.Joh. 6,1-15) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei: 'Die komen het volk toe; dat zal wel weten wat het daarmee moet doen. Wij hebben ze niet nodig, omdat wij ten eerste nu ook verzadigd zijn en ten tweede vandaag toch al naar Kapérnaum gaan.'
Hoofdstuk 41: De spijziging van de vijfduizend (Ev.Joh. 6,1-15) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278  ...