5587 resultaten - Pagina 265 van 373
... 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 ...
[3] En het zal des te waardevoller zijn wanneer je het geheel in jouw eigen hart gevonden zult hebben of het toch tenminste door je wijzen te weten komt, welke je nader staan dan ik, - en heel in het bijzonder de wijze Man die onvergelijkbaar veel dichter bij je staat dan ik!'Hoofdstuk 51: Henochs gesprek met koning Lamech over de waarheid. Over gehoorzaamheid en de orde van het hart. Het volk gaat naar de tempel op de berg. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] En de Man zei tegen hem: 'Luister, broeder, de beste orde in Gods ogen is de orde van het hart! In die orde moet je ook met ons allen de berg op gaan!
Hoofdstuk 51: Henochs gesprek met koning Lamech over de waarheid. Over gehoorzaamheid en de orde van het hart. Het volk gaat naar de tempel op de berg. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Want zie, God telt de dagen en de jaren de wereld niet, want duizend jaren zijn voor Hem als een enkele dag, maar Hij telt de gedachten van je hart, en dan heeft een liefdevolle, goede gedachte meer waarde voor Hem dan duizendmaal duizend jaren en dagen van de wereld!
Hoofdstuk 52: Het gedrang van het volk op de berg. Lamechs verlegenheid wegens de op handen zijnde zonsondergang. De raadgevende woorden van de wijze Man over de ware inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Let dus niet op de uiterlijke tijd, die onveranderlijk ingesteld is voor de juiste behoefte van de levenden op aarde, maar let op het levende hart van de mens dat een ware tempel van het leven uit God is.
Hoofdstuk 52: Het gedrang van het volk op de berg. Lamechs verlegenheid wegens de op handen zijnde zonsondergang. De raadgevende woorden van de wijze Man over de ware inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Laat jouw zon ook voor het hart van je broeders en zusters schijnen, dan zul je daardoor ook altijd God welgevallig op het lichtst van de dag in jezelf wandelen en handelen, zelfs in de donkerste nacht van de aarde!
Hoofdstuk 52: Het gedrang van het volk op de berg. Lamechs verlegenheid wegens de op handen zijnde zonsondergang. De raadgevende woorden van de wijze Man over de ware inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Lamech werd door de grote wijsheid van de Man geheel verpletterd en loofde en prees God dat Hij de mens zo'n grote wijsheid had gegeven. Na deze uitstorting van zijn hart wendde Lamech zich meteen weer tot de wijze Man en vroeg hem:
Hoofdstuk 53: De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En de wijze Man gaf Lamech ten antwoord: 'Luister, Mijn lieve vriend en broeder, wat zegt je hart je dan als je deze levende menigte broeders en zusters aanziet, hoe zij ons allen met ogen vol van liefde en vreugde aankijken?'
Hoofdstuk 53: De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Lamech antwoordde: 'Ja, ja, - nu gaat mij een helder licht op; want mijn hart brandt van louter machtige liefde tot hen, en wel zo dat ik hen allemaal voor alle eeuwigheden der eeuwigheden wil omarmen en aan mijn hart drukken en ieder van hen zoveel goed wil doen en zozeer zou willen verheffen tot grote eer, dat het voor geen sterveling ooit mogelijk zal zijn de grootsheid van die weldaad te vatten!
Hoofdstuk 53: De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Meteen keek Lamech naar de tempel en sloeg zijn handen boven zijn hoofd tezamen; want samen met het volk zag hij nu de tempel gehuld in een witte wolk en boven de wolk en boven de tempel een stralend hart helderder stralend dan de zon op het hoogste punt van de middag.
Hoofdstuk 53: De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Jullie raad en wens mag dan op zichzelf buitengewoon goed zijn, want jullie zullen in je diepe wijsheid wel inzien wat het beste zal zijn, maar ik heb nu ook door het eindeloos grote erbarmen van de Heer een vroom en deemoedig hart gekregen en dit hart zegt nu tegen mij: `Je bent nog lang niet waardig de plaats te betreden waarde heerlijkheid van de Heer zo waarneembaar is, die een enige, almachtige God is, eeuwig heilig, heilig, heilig!' En daarom moet ik dan ook de goede raad van mijn hart opvolgen!
Hoofdstuk 54: Koning Lamechs deemoedige bekentenis en zijn schroom de tempel te betreden. De Wijze spreekt over het woord van de Heer en over de goddelijke geest van de mens. De intrede in de gewijde tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Jullie zijn echter wel waardig Gods heiligdom binnen te gaan en jullie kunnen altijd handelen volgens de geheime opdracht in je, want God de Heer heeft jullie op de hoogte beroepen en nog nooit heeft een zonde je hart tegenover God ontheiligd, omdat jullie vast altijd met een volkomen rechtschapen gemoed voor de ogen van de Heer hebben gewandeld; maar dat is met mij niet het geval!
Hoofdstuk 54: Koning Lamechs deemoedige bekentenis en zijn schroom de tempel te betreden. De Wijze spreekt over het woord van de Heer en over de goddelijke geest van de mens. De intrede in de gewijde tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar de wijze Man nam Lamech bij de hand en zei tegen hem: 'Luister, man vol deemoed in je hart! Zijn de harten van je broeders en zusters dan niet meer dan deze tempel?! En toch liep je zo juist met ons langs zeer velen van hen! Hoe kan je dan nu zo bevreesd zijn deze tempel binnen te gaan, waarover God slechts Zijn adem heeft doen gaan, terwijl Hij toch met Zijn eeuwige heilige liefde, genade en erbarming de harten van je broeders en zusters tot leven heeft gebracht?!
Hoofdstuk 54: Koning Lamechs deemoedige bekentenis en zijn schroom de tempel te betreden. De Wijze spreekt over het woord van de Heer en over de goddelijke geest van de mens. De intrede in de gewijde tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] En wat telt meer: de ademtocht uit de wil van de Heer of Zijn wezenlijk levende woord, dat uit Zijn hart stroomt in de harten van je broeders en zusters?!
Hoofdstuk 54: Koning Lamechs deemoedige bekentenis en zijn schroom de tempel te betreden. De Wijze spreekt over het woord van de Heer en over de goddelijke geest van de mens. De intrede in de gewijde tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Zie, de werelden, zonnen en alle dingen komen voort uit de adem van de wil van de Heer; maar dat is niet zo met de geest in het hart van de mens! Want die is een wezenlijk deel van de eeuwige waarachtige geest van God, wonend in Gods hart en daaruit voortkomend.
Hoofdstuk 54: Koning Lamechs deemoedige bekentenis en zijn schroom de tempel te betreden. De Wijze spreekt over het woord van de Heer en over de goddelijke geest van de mens. De intrede in de gewijde tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Bovendien ben je niet bang om Mij je hand te reiken net zoals Ik jou de Mijne heb gereikt, - en Ik ben, je kunt Me geloven, meer dan de tempel tezamen met de witte wolk en het machtig stralende hart boven de tempel en de witte wolk die de tempel nog steeds dicht omhult!
Hoofdstuk 54: Koning Lamechs deemoedige bekentenis en zijn schroom de tempel te betreden. De Wijze spreekt over het woord van de Heer en over de goddelijke geest van de mens. De intrede in de gewijde tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)