Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 265 van 1037

...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278  ...
[6] Morgen doen wij niets en vandaag ook niets meer, maar overmorgen, wanneer zoals bekend dit feest met de grootste praal gevierd wordt, zullen ook wij in de tempel verschijnen en het volk onderrichten. Maar nu verlaten wij deze herberg, die te streng en te dom volgens oud Joods gebruik is ingericht; want hier krijgen we voor zonsondergang niets te drinken en al helemaal niets te eten. Laten we daarom naar Bethanië gaan; daar zullen we meteen wat te eten en te drinken krijgen!'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Daarop stonden we op en gingen vlug weg naar Bethanië.
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ik vertelde dat aan de leerlingen en zij werden erg verontwaardigd over deze waard die de mensen naar de ogen keek.
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] HIJ vroeg echter meteen naar Mij en zei: 'ja, mijn beste vrienden, aan jullie wens zal meteen gehoor gegeven worden; maar ik zou er wat voor geven als ook de grote, heilige Meester bij jullie was! Een half uur geleden kwamen hier een paar Grieken voorbij en ik vroeg hun of ze nieuws hadden over het feest. Want ik ben maar een uur in Jeruzalem geweest en al gauw naar huis gegaan omdat ik mij ergerde aan het hoogst dwaze feestgedoe en daarom kon ik dus ook niet weten of er verder nog wat gebeurd was.
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Toen zeiden de Grieken: 'Wij hebben gehoord dat de beroemde magiër uit Galilea in de tempel bezig was; maar wij zagen hem niet omdat we door het gedrang niet binnen konden komen. ' Wel dat zeiden de twee Grieken tegen mij. Ik heb er toen meteen een paar van mijn knechten op uitgestuurd om navraag naar Hem te doen en het mij direct te melden, zodat ik er dan zelf heen kon gaan, Hem opzoeken en Hem als meest geliefde gast bij mij uit zou kunnen nodigen; maar de uitgestuurde knechten zijn nog niet teruggekomen. -Zeg mij, beste vrienden, of jullie ook iets dergelijks in de stad gehoord hebben!'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Een God die zich van zichzelf volledig bewust zou zijn als centraal punt van alle wijsheid en macht, zou met de mensen, als zijn volmaaktste scheppingen, in zoverre toch wel redelijk rekening gehouden hebben dat hij zich vroeg of laat zelf aan hen geopenbaard zou hebben en hun getoond zou hebben waarom zij er zijn en wat hij eventueel verder met hen voor heeft. Als dat echter niet het geval is, en als er niet een of ook meerdere keren volledig naar waarheid aangetoond kan worden dat hij er is, dan bestaat hij ook niet, en dan verdient degene die over een goddelijk bestaan spreekt en schrijft, heel zwaar gestraft te worden.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Nu was weer zo'n punt bereikt dat, zonder Johannes en zonder Mij, in het hele joodse land iedere vonk van de ware Godskennis verstikt zou zijn, en daarom moest Ik Zelf als mens naar deze wereld komen om alle goedwillende mensen het verloren levenslicht terug te geven, en hun opnieuw de wegen naar de ware kennis van God te tonen. Er zal weliswaar nog vaak strijd zijn tussen Mijn kinderen en de wereldse kinderen omdat het aantal der Mijnen op aarde steeds kleiner zal zijn dan het aantal wereldse kinderen; maar uiteindelijk zullen toch de Mijnen over de hele wereld zegevieren, en deze zal hen geen schade meer kunnen berokkenen. Want ook.al vinden jullie alle materie nu nog zo hard en onverwoestbaar, zij zal uiteindelijk toch moeten wijken voor de macht van de geest.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Of is het vandaag soms anders? Gaat het domme, blinde volk niet naar de tempel om de Schrift te aanbidden? Maar van wat daarin staat, weet het weinig of niets, en het heeft ook geen behoefte om dat te weten, want het stelt er zich al volkomen tevreden mee dat de gewijde priester van God dat begrijpt, en dat de gewone mens niets anders nodig heeft dan wat de priester hem vertelt en te doen wat de priester wil; want de priester weet vast wel waarom.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Deze manier van openbaren is voor mensen die zich daar openlijk naar willen richten steeds de heilzaamste, omdat zij daarvan geen buitengewone dwang ondervinden. Bij de grote openbaringen, die maar zelden voorkomen winnen de mensen veel minder voor hun zielen, omdat zulke openbaringen meer een gericht zijn voor de ontaarde mensheid dan iets heilzaams.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Zo was het ten tijde van Samuël en Elia en ook ten tijde van de vier andere grote profeten; en lees maar na welke gerichten daarop volgden! Zelfs de kleine profeten waren niet zonder gericht naar deze wereld gezonden.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[22] Kijk naar de Farizeeën! Dat zijn louter gedwongen schijngelovigen; in hun hart geloven zij helemaal niets en doen alles wat ze maar willen.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Maar zo snel als jullie je dat voorstellen, gaat dat niet; want Ik alleen ken de levenselementen in deze aarde, en weet ook het best wat er voor nodig is om deze in de loop der tijden naar een hoger levenslicht te leiden. Vraag daarom niet verder en wees opgewekt!
Hoofdstuk 151: De kenmerken van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Deze maand was ik echter toch genoodzaakt om voor veel geld op alle toegangswegen naar mijn huis Romeinse wachten te posteren met de uitdrukkelijke opdracht geen enkele tempeldienaar tot mijn huis toe te laten. Nu, toen had ik uiterlijk wel een tijdje rust, maar innerlijk helemaal niet; want die onbeschaamde tempelbooswichten stuurden mij allerlei dreigbrieven en vielen mij toen op die manier lastig, omdat zij het persoonlijk niet meer konden. Als U, o Heer, Mij slechts van deze plaag wilde bevrijden, zou ik in deze wereld reeds helemaal gelukkig zijn!
Hoofdstuk 152: De grote afwisseling onder de schepselen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] IK zei: 'Laat maar; ook de wachten zul je verder niet nodig hebben. Ik zal een wachter voor je neerzetten die meer zal kunnen dan alle legerlegioenen van de Romeinen en Grieken! Morgen laten we het feest en zijn dwaasheden voor wat het is; maar overmorgen, wanneer het feest op zijn hoogtepunt is, zal Ik weer naar de tempel gaan en de joden een spiegel voorhouden van hun doodzonden, zodat zij zich zullen schamen en weg zullen moeten kruipen voor het volk om niet gestenigd te worden. Laten we dus maar heel rustig en opgewekt zijn, want we zijn dit keer veilig voor hun bezoek!'
Hoofdstuk 152: De grote afwisseling onder de schepselen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Wel, tijdens deze drie dagen zal er wel niemand uit de tempel hierheen komen, en daarom heb ik ook de wachten voor deze tijd laten weggaan; maar na die drie feestdagen zal ik ze wel weer moeten laten komen, anders laten die irritante tempelwespen me niet met rust. Ik weet wel, dat Uw grote wondergenezing van een half jaar geleden en de vriendelijkheid die U mij toen bewees, de eigenlijke hoofdoorzaak zijn waarom de tempeldienaren mij zo achtervolgen. Maar als ik tegen hen zeg dat dit de reden is, geven ze mij geen gelijk, maar noemen als enige reden mijn onwil om hun niet minstens acht tot tien dienaren te geven. Ik zei tegen de tempeldienaren: 'Bespreek dat dan met de dienaren! Jullie mogen ze zelfs allemaal hebben als zij daarmee instemmen!' Maar toen zeiden zij: 'Dat zeg je ons alleen maar in ons gezicht; heimelijk raad je het je dienaren af, en daarom gaan zij niet naar ons! Daarvoor zal Godje streng ter verantwoording roepen! 'Op die manier ging dat zo maar door en daarom heb ik Romeinse wachten genomen! Wat er nog verder van zal komen, weet U' .
Hoofdstuk 152: De grote afwisseling onder de schepselen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278  ...