Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 265 van 728

...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278  ...
[19] En vriend, in deze drie gevallen hebben wij helemaal geen God nodi?; want dan hebben de dieren meer aan Hem dan wij, armzalige mensen, die met hersenen en verstand begaafd zijn! Het blijft echter merkwaardig, dat Hij ergens moet zijn, maar Zich toch niet door ons laat vinden.
Hoofdstuk 99: Het roepen van de Indiërs naar God wordt niet verhoord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Als jullie God alleen maar in en met de enige waarheid zoeken, zullen jullie Hem wel naderen, maar Zijn eigenlijke wezen niet aanschouwen en nog minder begrijpen; zoeken jullie God echter in de zuivere liefde, deemoed, zachtmoedigheid, geduld en ontferming, dan zullen jullie God vinden, Hem herkennen en het eeuwige leven van jullie ziel ontvangen.
Hoofdstuk 100: De ware weg tot God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Wij, die hier van jou de zuivere waarheid hebben gehoord, zullen wel alles in het werk stellen om deze waarheid ook geleidelijk aan de andere mensen bij te brengen; maar natuurlijk moeten we de volle waarheid van de leer die je ons gegeven hebt eerst aan onszelf toetsen. Blijkt het allemaal waar te zijn, dan zal het ons niet ontbreken aan ijver; mocht jouw leer echter, tegen onze verwachting in, niet daadwerkelijk waar blijken te zijn, dan zullen we jou weliswaar altijd hoog in ere houden en bedenken dat we de verwezenlijking van hetgeen jij ons in zekere zin beloofd hebt, nog lang niet waardig zijn; maar aan het tot nu toe nog altijd rustige volksgeloof zullen we dan niet gaan tornen.
Hoofdstuk 101: Over de Indische godsdiensten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Als we echter een ook maar enigszins houdbaar spoor van de ware God gevonden hebben, dan zullen we ons zo ijverig mogelijk inzetten om dat ook op een gepaste wijze, voorlopig in ieder geval aan het betere en meer verlichte deel van het volk, mee te delen. Hiermee hebben we deze zaak nu snel en zo goed mogelijk geregeld. En jou, jonge, allerliefste wijze vriend, danken wij ten zeerste voor je serieuze moeite en laat ons de geheiligde herinnering aanjou en aan dit uur getrouw in ons hart bewaren! Die zal ons voortdurend tot troost zijn op al onze verre en moeizame levenspaden!
Hoofdstuk 101: Over de Indische godsdiensten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Rafaël zei: 'Dat wordt door geen enkele leraar in welke school ter wereld dan ook onderwezen, maar dat leert Gods geest aan degene, die Hem boven alles liefheeft en zijn naaste als zichzelf Jullie zeggen ook wel, dat jullie je volk uit liefde beliegen en bedriegen en het daardoor een grote weldaad bewijzen, omdat het anders volgens jullie mening zou moeten wanhopen; maar ik zeg jullie, dat dat een grote vergissing is. Er zijn bij jullie volk al heel veel door God verlichte mensen die, in hun hart net zo weinig waardering voor jullie hebben als ik. Maar zij zijn erg bang voor jullie straf en boete oplegging, en doen daarom uiterlijk nog alsof zij jullie erg hoogachten; maar van binnen verachten zij jullie meer dan de dood zelf, en daar hebben ze ook alle reden voor. Als jullie echter zo spoedig mogelijk zouden beginnen jullie vele domheden en onnodige wreedheden één voor één na te laten en dat wat ik jullie gezegd heb daarvoor in de plaats te stellen, dan zou het volk jullie meer prijzen en eren dan nu.'
Hoofdstuk 101: Over de Indische godsdiensten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Rafaël zei: 'Daar kon je wel eens gelijk in hebben! Maar houd mij niet voor Degene die jullie reeds zo lang gezocht hebben! Hier kunnen jullie Hem echter vinden! En nu niets meer daarover!'
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[26] Rafaël zei: 'Hier heb je echter toch je waardevolle steen! Kijk maar heel precies of het wel dezelfde is waarover we zojuist gesproken hebben!'
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] In mij is echter slechts een vonkje van Gods geest; maar dat staat in verbinding met de eeuwige oneindige geest van God. En wat de eeuwige oneindige geest van God wil, dat wil ook het nauw met Hem verbonden vonkje in mij, waarvan ik mij altijd bewust ben, en dat niets anders kan willen dan wat God wil, en dus gebeurt ook ogenblikkelijk wat Gods geest in mij wil.
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Rafaël zei: 'Noch de een of andere oude vloek en evenmin jullie klimaat, maar enkel jullie zelf! Niet slechts éénmaal, maar heel vaak en vele keren zijn er bij jullie mensen gewekt om jullie er op te wijzen dat je je op de verkeerde weg bevond. Wat hebben jullie echter met die mensen gedaan? Jullie hebben ze als ketters van jullie domme leer verdoemd en als jullie ze te pakken konden krijgen was geen marteldood gruwelijk genoeg om hen als afschrikwekkend voorbeeld uit de wereld te helpen. De reden daarvoor lag in jullie onbegrensde hoogmoed en jullie onverzadigbare heerszucht.
Hoofdstuk 104: De schuld van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar al te gauw echter begonnen hun wereldse wetten de goddelijke helemaal te verdringen, en wel zodanig, dat alle vermaningen om tot de ware God terug te keren bij de te heerszuchtig en hebzuchtig geworden priesters en aartsvaders geen enkel succes hadden. Toen wekte God bij het volk zieners en profeten op, om alle hooggeplaatsten en machtigen te vermanen, die vanwege hun wereldse lusten God helemaal de rug hadden toegekeerd en het arme volk met hun wereldse wetten op ondraaglijke wijze belastten.
Hoofdstuk 106: De leiding van het Indische volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Voor jezelf heb je nu wel het levenslicht gevonden; maar in jullie land en rijk zal het nog lang niet gaan schijnen. Want als jullie het alleen maar Voor jezelf zult aanwenden, zul je weinig aan dit licht hebben; als jullie het licht echter ook bij het volk willen brengen, zullen jullie in botsing komen met het volk en zijn heersers. Men zal niet naar jullie luisteren, en als je aandringt, zullen jullie vervolgd worden zoals jullie alle zieners en profeten vervolgd hebben.'
Hoofdstuk 106: De leiding van het Indische volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Als het er in ons land echter werkelijk zo slecht voorstaat - waaraan wij nu geen moment langer kunnen twijfelen -, vraag ik me af wat we daar dan moeten doen. Moeten we hetgeen we hier gevonden hebben alleen voor onszelf behouden, of moeten we op een geschikte tijd en op de juiste plaats onze vrienden en lotgenoten er iets over vertellen? Want als wij de waarheid kennen en er ook beslist streng naar zullen leven en handelen, en tegelijkertijd thuis toch met de boze onzin moeten meedoen, dan zullen we immers nog ergere volksbedriegers zijn dan ooit tevoren, toen wij de waarheid niet kenden.
Hoofdstuk 106: De leiding van het Indische volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Maar wij zijn hier zo gelukkig geweest het dichtst bij de sporen van Zijn bestaan te komen en daarom alleen al zijn wij overgelukkig; hoe gelukkig zouden wij echter zijn als wij Hem zouden vinden, zien en in alle liefde en deemoed zouden kunnen spreken! Maar mochten wij die genade niet waardig zijn - wat wij nu zelf wel inzien en begrijpen -, dan vragen wij jullie allen, beste vrienden, om ons niet te vergeten als jullie voor Zijn heilige aangezicht staan!
Hoofdstuk 108: Het verlangen van de magiërs naar de ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Want God is in Zijn oerwezen Zelf de hoogste en zuiverste liefde. Hij is in de allerhoogste graad vriendelijk, deemoedig en lankmoedig, en vol geduld, zachtmoedigheid en erbarming. Hij veracht alles wat maar op wereldse praal lijkt. De hoogmoed van de mensen is Hem een gruwel en de heerszucht is overal aanwezig in de hel, waarover jullie het volk ontzettend veel slechte dingen hebben voorgehouden; want ook in de hel wil iedere slechte geest heerser zijn, omdat de duivels in de hel zonder leugen, bedrog, hoogmoed en heerszucht niet kunnen bestaan en geen leven hebben. Vraag jezelf nu eens af of het bij jullie ooit anders was! Omdat het echter zo was, hoe had er bij jullie dan ooit een goddelijke openbaring plaats kunnen vinden?!
Hoofdstuk 104: De schuld van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] De magiër zei: 'Die keus zal voor ons niet moeilijk zijn! Als onze vrienden het ware levenslicht even serieus nemen als wij, en als ook zij vermoeden dat dat licht in het verre westen ergens gevonden kan worden, zullen zij dat wel op gaan zoeken; vinden zij dat licht echter niet zo belangrijk als wij, laten zij dan maar in hun nacht en dood blijven! Maar één ding zullen wij toch voor hun heil doen: we hebben veel dienaren bij ons; daarvan kunnen wij er een aantal naar huis terugsturen. We geven hun geheime brieven mee in een taal die behalve de priesters niemand kent. Als onze vrienden zich daar wat van aan zullen trekken, dan moeten ze ons volgen en ook naar het licht komen; trekken ze zich er echter niets van aan, dan moeten ze maar in hun nacht blijven! -Heb ik juist geoordeeld of niet?'
Hoofdstuk 106: De leiding van het Indische volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278  ...