17481 resultaten - Pagina 266 van 1166
... 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 ...
[12] Wat U ons nu hebt uitgelegd, begrijpe wij nu natuurlijk wel; maarbij mijn weten heeft Mozes vijf boeken geschreven. Die hebben min of meer dezelfde stijlen dezelfde geest. Wie kan ze lezen en wie kan ze begrijpen?! Wel, zou het dan niet mogelijk zijn ons daarvoor een heel algemene richtlijn te geven? Ik zal wat mij betreft mij van nu af aan hoofdzakelijk met de heilige Schrift van de Joden bezighouden. Omdat ik mij daarvan een goede kopie uit de tempel heb weten te verschaffen, zou ik ook graag begrijpen wat ik daarin lees.Hoofdstuk 163: De viervoudige betekenis van de mozaïsche scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] CORNELIUS antwoordt: "Ongetwijfeld, Heer en Meester! Een terechte en op een zekere basis berustende hoop is meer waard dan het volle bezit van datgene waarop men hoopt. Daarom wil ik mij nu verheugen over datgene wat ik van U bezit. Ontvang daarvoor mijn hartelijke dank!"
Hoofdstuk 164: De sleutel tot geestelijke geschriften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Toen onze Cornelius hiermee tevreden was gesteld, kwam meteen de oude, gewezen overste STAHAR naar Mij toe en zei: "Heer en Meester, wat wij allen nu uit Uw mond hebben vernomen, is een leer, die wij nu wel begrijpen, maar zal een ander die ook begrijpen als wij deze aan hem overbrengen? Wat hebben we met allemaal moeten vernemen, horen en zien om dat nu zelf te kunnen begrijpen; degenen echter aan wie wij dit nu moeten gaan vertellen, hebben vooraf nog niets vernomen, gehoord en gezien! Hoe zullen zij dat op de juiste wijze kunnen begrijpen?"
Hoofdstuk 164: De sleutel tot geestelijke geschriften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Wat jullie in Mijn naam moeten onderwijzen, weten jullie inmiddels voor het grootste deel; al het andere is voor jullie, die min of meer uitverkozen zijn tot leraren van het volk, een zegen opdat jullie zonder enige twijfel geloven dat Ik alleen van eeuwigheid Heer en Meester ben. Want als jullie het juiste en onwankelbare geloof hebben, dan zullen jullie ook gemakkelijk in jullie leerlingen het vaste en levende geloof wekken doordat je hun tevoren je eigen geloofskracht toont. Om deze echter in al haar kracht te kunnen laten zien, was het nodig dat jullie eerst overtuigd zouden zijn dat Ik uitgegaan ben van de Vader om in jullie vlees jullie allen de weg van het leven te tonen.
Hoofdstuk 164: De sleutel tot geestelijke geschriften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Als jij je volkeren lezen, schrijven en rekenen wilt laten leren, kun je geschikte, wereldse leraren nemen en dit de kinderen in de scholen wel laten bijbrengen; maar Mijn evangelie kunnen en mogen slechts diegenen met vrucht en zegen aan andere mensen verkondigen, die volledig de eigenschappen bezitten die Ik eerder als voorwaarden voor dit ambt duidelijk heb genoemd.
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Want wie zijn broeders, hetzij hoog of laag, in Mijn naam onderwijst, moet niet uit eigen, maar altijd slechts uit Mijn bron putten! Hij zal met hoeven te denken: 'Wat zal ik zeggen als ik voor deze of gene het woord van de Heer kom verkondigen?', want op het juiste moment zal hem in het hart en op de tong gelegd worden wat hij moet zeggen.
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Wie echter deze genade ten deel valt, moet met aarzelen om dat luid te verkondigen omdat hij misschien angst, vrees of schroom heeft om een.machthebber mogelijkerwijs te beledigen of zelfs kwaad te maken! Want wie meer vrees voor de wereld heeft dan voor Mij, is Mij zeker niet waard en evenmin Mijn geringste genade, en is nooit geschikt om hemelsbode te zijn.
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Ouran, dit zijn nu alle regels waaraan de ware leraren zich moeten houden; slechts één ding voeg Ik daar nog aan toe namelijk: Iedere echte hemelsbode zal van Mij de gave ontvangen om elke zieke door het opleggen van Zijn handen te genezen. En de echte boden moeten in een gemeente ook eerst de eventueel daar aanwezige zieken genezen; dat zal in de gemeenten een goede gezindheid te weeg brengen, waardoor zij dan eerder voor de nieuwe leer uit de hemelen ontvankelijk zullen worden dan door een nog zo goede toespraak.
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] leder mens luistert toch al liever naar de woorden van een dokter dan naar die van een profeet, ook al geeft die nog zoveel licht. Wat Ik doe, moet ook een echte hemelsbode doen die door Mij naar alle landen van de aarde is gezonden. Alleen moet een echte hemelsbode ook voordat hij de handen oplegt steeds.goed onderkennen of een ziekte van dusdanige aard is, dat iemand zich al meer in het hiernamaals dan aan deze zijde bevindt. Als de ware hemelsbode de ziel van de zieke reeds buiten het lichaam ziet, moet hij hem nooit de handen opleggen, maar slechts voor hem bidden en in Mijn naam de van de wereld scheidende ziel zegenen. In het kort is het echter zo: Iedere echte hemelsbode zal op het juiste moment duidelijk beseffen wat hij moet doen. -Ouran, ben jij nu op de hoogte van alles wat je nog wilde weten?"
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] OURAN zegt: "Ja, Heer en Meester en God, de enige Waarachtige! Heel innig dank daarvoor! En mijn volkeren moeten en zullen U overalloven en prijzen, omdat U hun oude koning zoveel onverdiende genade heeft geschonken, waardoor ook zij deze deelachtig worden. Daarom dank Ik U nogmaals heel innig daarvoor!"
Hoofdstuk 165: De echte leraren van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Ook Jarah, die de hele nacht had gezwegen en het druk had met kijken en luisteren, riep opeens in vervoering: "0, dat is een ochtend zoals de engelen in de hemel genieten! Ach, ach, wat prachtig, wat onbeschrijfelijk bekoorlijk! Zo'n morgen lijkt ook op die, welke in deze nacht bij ons in al zijn uitbundige rijkdom in ons hart is aangebroken! Niet waar, o Heer, U mijn enige liefde, dit is toch wel een echt belangrijke, hemelse morgen?"
Hoofdstuk 166: Een heerlijke dageraad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] IK zeg glimlachend: "Stellig, Mijn allerliefste rozendochtertje, als in de mens alles hemels is geworden, wordt alles wat hem omgeeft ook hemels! De morgens worden hemelse morgens, de dagen hemelse dagen, de avonden echte hemelse avonden en de nacht wordt een hemelse rust, niet meer duister, maar vol heerlijk licht voor de reine, met haar geest vereende menselijke ziel. Geniet maar echt met volle teugen van de versterkende luister van deze geurende morgen.
Hoofdstuk 166: Een heerlijke dageraad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] IK zeg: "Kijk, als de keizer van Rome hierheen zou komen, zouden de aan hem onderdanige volkeren alle denkbare feesten organiseren, ten dele uit vreugde omdat zij hun keizer een keer zien, ten dele echter ook om van hem als hij in een opgewekte bui is, veel gunsten en begrip te krijgen. Kijk, hier in Mijn persoon bevindt zich ook een keizer, en een alleenheerser over alle hemelen en werelden!
Hoofdstuk 166: Een heerlijke dageraad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] De EERSTE zegt: "Je hebt helemaal gelijk, broeder, geef mij er maar goed van langs! Ik heb inderdaad niets beters verdiend! Ik zal mij daarvoor echter nu ook zelf straffen! Je weet dat ik veel trek heb in de ochtendmaaltijd; maar nee, daar komt niets van in! Geen hap zal er tot vanavond over mijn lippen komen! O, ik zal mijn flauwe grap af weten te straffen!" - Daarop gaat deze jonge Farizeeër weer terug de berg op en hij gaat niet naar de ochtendmaaltijd.
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Marcus ging snel de berg op en bracht de twee Mijn wil over. Toen stonden beiden op en volgden Marcus op de voet.
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)