Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 267 van 1490

...  255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280  ...
[15] Dat zeer zuivere muziek daartoe in staat is, kunnen jullie ook zien wanneer jullie in een ruimte vijanden en vrienden bij elkaar zetten en dan in hun midden pure muziek ten gehore brengen, dan zullen jullie in plaats van vijanden weldra alleen maar gemoedelijke vrienden zien. Maar deze uitwerking heeft alleen heel zuivere muziek; onzuivere en laag bij de grondse muziek veroorzaakt juist het tegendeel.
Hoofdstuk 233: De samenhang van de hersenen in voor en achterhoofd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Let nu vooral op de schrijfstiften of obelisken die voor twee vlakken geplaatst zijn, en zie eens hoe deze nu opeens helemaal donker zijn geworden! Het lijkt of ze met een zeer donkere vloeistof gevuld zijn, en kijk, daar staan wij allemaal, terwijl wij staan te praten, exact met de bomen en alles wat wij zien, op de hersenplaatjes getekend! Maar niet vlak en dood, maar ruimtelijk en levend!
Hoofdstuk 234: De verbinding van de zintuigen met de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Hoe kan zo'n brein nuttig zijn voor een ziel? Dit brein kwam, zoals je het nu ziet, vanwege de eerder genoemde redenen reeds op deze wijze aangetast uit het moederlichaam. Maar wij zullen nu meteen zien, wat daarmee gebeuren zal tijdens de gebruikelijke wereldse ontwikkeling en wat het eind ervan zal zijn en welk doel het bereiken zal. Let nu allen goed op!"
Hoofdstuk 234: De verbinding van de zintuigen met de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Maar vriend, wat vraag je nu toch! Zei Ik vooraf dan niet, dat dit alles slechts een voorbeeld is van de werkelijkheid? Wie zou nu ooit kunnen denken dat dit kunstmatige brein, dat hier alleen maar vanwege het onderricht getoond wordt, ooit werkelijk in een moederlichaam bedorven zou zijn?! Het ziet er alleen maar precies zo uit, en daarom zei Ik: Dit brein kwam al op deze wijze aangetast uit het moederlichaam! Dat is alleen maar een bepaalde manier van spreken om het begrijpelijker te maken, en daarom op zichzelf slechts een nabootsing van de werkelijkheid, maar geen overgeërfde, reële werkelijkheid! Is het je nu duidelijk?"
Hoofdstuk 235: Het onbedorven en het bedorven brein. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Pas daarom op voor alle wereldse wijsheid, want Ik zeg jullie dat deze veel duisterder en slechter is dan hetgeen de hoog in aanzien staande wereldse wijsheid domheid noemt! Want iemand, die door de wereld dom genoemd wordt, is gemakkelijk te helpen, terwijl zo'n recht geaarde wereldse geleerde helemaal niet meer of slechts heel moeilijk te helpen is. Een beetje dom vragen jullie je af, of de eigenlijke wereldse wetenschap dan helemaal niet meer te helpen zou zijn? Dat kun je nu aan dit tweede, bedorven brein toch wel overduidelijk zien!
Hoofdstuk 235: Het onbedorven en het bedorven brein. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Kijk eens naar deze hersenen hier rechts, die zich binnen de oorspronkelijke orde bevinden en totaalonbedorven zijn! Wat een heldere structuur! Niets dan licht en nog eens licht, en alle vormen, zowel aan de buitenzijde alsook voor wat de inwendige organische bouw betreft zien er uitermate helder en zuiver gevormd uit! Wat een duidelijke begrippen en voorstellingen moet zo'n ziel van alle dingen en verhoudingen krijgen! Hoe wijs en algeheel levenskrachtig is zo'n mens! Wie van al de vele wereldse kinderen kan zich met hem meten?! Wat een ziel, die zich in de oorspronkelijke orde bevindt, allemaal kan, hebben jullie eerder bij de zwarten kunnen zien!
Hoofdstuk 235: Het onbedorven en het bedorven brein. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Natuurlijk zou door openbaring van boven af de ontwikkeling van zo'n natuurvolk sneller verlopen! Maar een openbaring kan hier op deze wereld gemakkelijker gegeven worden aan een volk, dan in het hiernamaals aan een ziel, die, zoals hiervoor beschreven werd, geen enkel vonkje van iets wat enigszins lijkt op een goddelijke orde, mee naar het hiernamaals heeft gebracht.
Hoofdstuk 238: Ontwikkelingsmoeilijkheden van een wereldse ziel aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] En dan zijn vaak honderd aardse jaren nog een te korte tijd om de op deze wereld zo totaal bedorven ziel in een heel povere hemelse orde te brengen.
Hoofdstuk 238: Ontwikkelingsmoeilijkheden van een wereldse ziel aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar het is en blijft vrijwel onmogelijk om haar hoger te brengen dan de onderste, eerste en zuivere wijsheidshemel, want haar brein raakt de trieste eerste merktekenen nooit kwijt, waaruit zich van tijd tot tijd steeds nog een soort aanspraak op wraak en bezinning op wraak ontwikkelt, hetgeen in het nu steeds beter verlichte brein ook weer een beeld achterlaat en maakt, dat het gemoed van de ziel inziet dat het weliswaar heel goed met haar gaat, maar dat deze goede gang van zaken lang geen compensatie is voor alles wat zij tot nu toe heeft doorstaan.
Hoofdstuk 238: Ontwikkelingsmoeilijkheden van een wereldse ziel aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Hoe slecht zulke mensen noodzakelijkerwijs ook zijn, toch is er van hen eerder een volmaakt mens te maken dan van een echte wereldse geleerde. Deze hebben weliswaar in veelopzichten - dat wil zeggen op één punt gericht, dat meestal zelfzuchtig is - een behoorlijk scherp verstand, omdat de piramidehersenplaatjes op z'n minst in het centrum van de hersenen bij ieder mens voor een deel en regelsgewijs behouden blijven, hetgeen maakt dat veel geleerden, soms door elkaar onderling te raadplegen, iets bijzonders ontdekken, echter alleen maar voor zuiver aardse doeleinden; al het innerlijke, diepere geestelijke blijft hun vreemd. Want tussen de wereldse voordelen en de eeuwigdurende van de geest en de ziel blijft een onoverkomelijke kloof, die ook het scherpste, wereldse verstand nooit of te nimmer zal overbruggen.
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Dus die kunst verstaan de wereldse mensen voortreffelijk; maar de aarde van de geest, van het eeuwige leven, laten zij voortdurend braak liggen en daar bekommeren zij zich weinig om. Of daarop dorens of distels woekeren, bekommert ze weinig of niets, en het wordt daardoor begrijpelijk, hoe en waarom de mensen van deze aarde, in plaats van beter, steeds slechter en ellendiger worden. Als zij maar schitterende paleizen voor zichzelf kunnen bouwen, op zachte bedden kunnen liggen, en hun buik met de heerlijkste lekkernijen kunnen vullen en hun huid kunnen bekleden met zachte, koninklijke kleren, dan hebben zij genoeg en zijn zij tevreden; want dan hebben zij dat, wat hun zelfzuchtige, lichamelijke leven ook maar verlangen kan tijdens de korte tijd van hun aardse bestaan.
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar als dan de kwalijk hinkende bode komt, de kwaadaardige ziekte met achter haar aan de dood, dan valt hun ziel, die helemaal weggekwijnd is, ten prooi aan steeds grotere angsten, vervolgens aan volledige vertwijfeling en onmacht, en tenslotte aan de dood, en lachende erfgenamen verdelen dan de nagelaten, grote schatten en overvloed van de gestorven, wereldse dwaas. En wat heeft deze dan in het hiernamaals? Niets dan in alle opzichten de grootste armoede, de grootste nood en de grootste, voor deze wereld onbeschrijfelijke, ellende, en niet zo maar voor een kort poosje, maar voor naar jullie begrippen ondenkbaar lange tijden, die jullie heel zeker met het begrip 'eeuwig' zouden kunnen aanduiden, hetgeen echter ook heel natuurlijk is; want waar moet een ziel die nooit voor iets anders gezorgd en gewerkt heeft dan alleen voor haar lichaam, de middelen vandaan halen om zich te vervolmaken in een wereld die uit niets anders kan en mag bestaan dan alleen uit datgene, wat een ziel in zich heeft en vervolgens door de geestelijke ether van haar uitstralende levenslicht omvormt in een woonwereld, die haar omgeeft.
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] En mocht zo 'n hemelse geest, indien mogelijk, toch nog opstaan in de geheel verkommerde ziel, om te kijken en te voelen wat er allemaal in de hersenen van de ziel aanwezig is om de ziel behulpzaam te zijn bij het scheppen van een nieuw woon en werkterrein, dan zou de geest in de hersenen van de ziel toch niets vinden waarmee hij dat zelf, om haar te helpen, zou kunnen bewerkstelligen. Want van al het materiële dat de ziel in deze wereld in haar totaal bedorven, lichamelijke hersenen had opgenomen, kon onmogelijk iets in haar eigen geestelijke hersenen terechtkomen, omdat haar voor die overdracht het voornaamste levensmedium, het licht uit de levensvlam van de liefde tot God en daaruit voor de naaste geheel ontbrak!"
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Als zo'n ziel die geheel verstoffelijkt is geworden, door ontelbare noodsituaties en onmenselijke benarde toestanden in het hiernamaals eindelijk zover is gebracht dat zij bepaalde begrippen en ideeën gekregen heeft, en er door de grotere beweeglijkheid van haar gemoed een zwak licht in haar substantiële brein komt, waaruit zij zich tengevolge van haar uiterst behoeftige verbeelding en wil een hersenschimmige noodwoonwereld vormt, die natuurlijk nog lang niet duurzaam is omdat deze nog te ver af staat van de enige waarheid en de goddelijke orde die daaruit voortvloeit, - dan schept dat pas de mogelijkheid dat zendelingen, die helemaal in dezelfde omstandigheden lijken te verkeren als zij, haar bezoeken, om haar heel behoedzaam en zo ongemerkt mogelijk te voorzien van en te verrijken met verscheidene betere begrippen.
Hoofdstuk 238: Ontwikkelingsmoeilijkheden van een wereldse ziel aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] En zo, op die manier, mokken dan ook de zielen van de onderste hemel aan een stuk door, vooral wanneer zij zich herinneren dat zij veel doorgemaakt hebben en nu, als zaligen, zelf moeten werken, en zelfs heel ijverig moeten werken om, net als toen zij mensen op aarde waren, in het nodige levensonderhoud te voorzien, alleen met het vervelende verschil dat zij zich daar geen overmatige overvloed kunnen verwerven, want dat bestaat in het hiernamaals niet, omdat de leiders van de verenigingen dat heel zorgvuldig weten te vermijden en te voorkomen. En zo zijn dan deze zalige zielen nooit helemaal gelukkig, omdat zij door hun aard altijd wat te kort komen.
Hoofdstuk 238: Ontwikkelingsmoeilijkheden van een wereldse ziel aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280  ...