15542 resultaten - Pagina 267 van 1037
... 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 ...
[16] Velen proberen zichzelf te doden, anderen zich door een soort slaap te onttrekken aan elke verdere wereldbeschouwing; maar noch het een noch het ander lukt. Dan beginnen zij te zoeken of er niet de een of andere uitweg uit de holen en dalen van hun lijden voert naar een streek waar zij misschien wijzere mensen zouden kunnen ontmoeten om met hen over de oorzaak van hun erg treurige bestaan te spreken. En kijk, dan vinden zij met veel moeite en inspanning een uitweg. Dan komen zij op grote vlakten, beklimmen de zeer hoge bergen en ontmoeten daar ook wijze geesten, die hen wijze lessen geven en ook vertellen dat er een almachtige, wijze, goede God bestaat, in wie zij moeten geloven en die zij moeten liefhebben, en dat het hen ook gauw beter zou vergaan als zij dat zouden doen.Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Precies zulke natuurlijke mensen als bijvoorbeeld in het hoge noorden van deze aarde, maar natuurlijk vanwege de heel andere dag en nachtomstandigheden van die maan enigszins anders georganiseerd. De rest zal de geest jullie leren. En omdat nu ook het verschijnsel voorbij is, kunnen we wel weer naar binnen gaan en een lichte nachtversterking gebruiken.'
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[22] Daar waren allen het nu mee eens, en we gingen naar binnen, waar Ik iedereen het advies gaf om de andere mensen niets over dit visioen te vertellen.
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] In de kamer gingen wij zoals gewoonlijk aan de grote tafel zitten, en Lazarus liet brood en wijn brengen, omdat er verder niets klaargemaakt was. Martha wilde echter toch naar de keuken gaan om in ieder geval voor Mij iets beters klaar te maken.
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Maar IK zei tegen haar: 'Doe dat niet, zuster, brood en wijn zijn immers de beste kost voor het lichaam van de mens! En als jij nu vuur maakt, kunnen vluchtelingen uit Jeruzalem dat merken en naar binnen komen, wat zowel jullie als Ik Zelf niet prettig zouden vinden. Doe dus niet, wat voor ons niet nodig is! Morgen zal het wel beter schikken.'
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Maar toen wij ons lichaam voldoende gesterkt hadden, kwamen er EEN PAAR KNECHTEN VAN LAZARUS naar ons in de kamer en vertelden, dat er buiten de muren waarmee Bethanië omringd was, groepen mensen rondliepen, die onder elkaar vertelden dat er in Jeruzalem tijdens het plaatsvinden van de maansverduistering zo'n groot tumult was uitgebroken, dat tenslotte de Romeinen met de wapens in de hand de rust hadden moeten herstellen omdat alles anders een heel bedenkelijke wending had kunnen nemen.
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Toen gingen de knechten weer naar buiten en hielden met de andere knechten de wacht opdat niemand eventueel over de muur op de grote binnenplaats zou komen.
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Het lichaam van de mens zal eeuwig nooit ontdekken wat er allemaal in de mens verborgen ligt, want het heeft geen oog om te zien wat er innerlijk in hem is. Maar alleen de geest, die zich in het innerlijk van de mens bevindt, ziet en weet alles wat er in de mens is. Laat daarom ieder naar de ware wedergeboorte van de geest streven; want zonder die wedergeboorte kan niemand het rijk van God binnengaan.
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Deze dag bestem Ik tot een dag van rust en daarom zal Ik niet zo bijzonder veel doen. Jullie kunnen echter naar het feest gaan en zien wat er allemaal gebeurt en luisteren naar wat er allemaal gezegd wordt! En als jullie dan op de middag terugkomen, kunnen jullie Mij vertellen wat de mensen zoal over Mij zeggen; want Ik wil vandaag met Mijn geestesoog en - oor bij het feest aanwezig zijn, omdat er vandaag een puur heidens feest gevierd zal worden. Wie echter hier wil blijven, blijve en denke niet aan dat domme feest!'
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Daarop stonden enkele leerlingen op en gingen rustig wandelend naar het feest; maar Petrus, Johannes, Jacobus, Andréas, Simon en Matthéus bleven, en de Joodse Grieken bleven ook bij Mij, -want deze laatsten hadden helemaal geen zin om in de stad door iemand, ondanks hun Griekse kledij, herkend te worden.
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen die paar leerlingen echter op het feest kwamen, werden zij al gauw door ENKELE JODEN herkend, die naar hen toekwamen en nogal heftig vroegen: 'Zijn jullie niet Galileeërs en leerlingen van de timmerman uit Nazareth? Waar is hij, dan kunnen we naar hem toegaan en met hemzelf praten?'
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Kijk, toen Noach op aanraden van God de ark bouwde, werd hij door de erg werelds geworden buren bespot en uitgelachen, en men zei: 'Kijk eens naar die oude dwaze dromer! Hier hoog op de bergen, ver van zee, bouwt hij een huis voor op het water, in de mening dat God zoveel water zal laten komen dat de golven zelfs tot over deze hoge bergen zullen slaan, en daar zal hij dan met de zijnen in gaan zitten om niet te verdrinken!'
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En LAZARUS zei: 'Nee, het onbegrijpelijkste vind ik toch wel dat uitgerekend dit volk zo ontzettend verstokt is! Wat een tekenen zijn er al gedaan, en wat een lessen zijn er al gegeven, -en alles vergeefs! Nee, nee, dat is te erg! Iemand als U, o Heer, die de mensen alleen maar voortdurend de grootste weldaden bewijst, en naar mijn weten nooit van iemand ook maar een stater heeft gevraagd, maar zoveel armen toch welovergelukkig heeft gemaakt, en ieder die U een vriendendienst bewezen heeft meteen duizendvoudig daarvoor beloonde, ziet dit stekeblinde, minne volk als een bedrieger! O Heer, geef mij slechts een paar momenten Uw almacht, en deze plaats zal in een oogwenk van al zijn oude vuil gereinigd zijn! O, hopeloze mensheid! Nee, die heeft geen vijftig jaar meer nodig om rijp te worden voor een heel zwaar gericht; die is daar nu al meer dan rijp voor!'
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Die opmerkingen en nog ergere moest Noach aanhoren; ja zelfs zijn broer Mahal lachte hem uit, en ging met zijn dochters naar het dal van Hanoch. De buren wilden Noach echter de lust tot bouwen benemen door 's nachts herhaaldelijk te vernielen wat hij overdag gebouwd had. Toen vroeg hij God om van die plagerijen verlost te worden. En zie, God zond hem een aantal grote, kwaadaardige honden, en wie zich 's nachts in de buurt van het bouwwerk waagde, werd door de honden verscheurd, en Noach kreeg zo tijd genoeg om de ark af te bouwen.
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Wel, kom dan maar mee naar buiten, dan zullen de bewakers er direct zijn!'
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)