Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 268 van 278

...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278
[10] Opdat hij deze kracht echter nooit meer zal kunnen verkrijgen is hij verdeeld en door de hele schepping verstrooid en het geestelijke van hem werd omgezet in materie, waaruit nu de ziel van elk mens voortkomt, welke ziel een nieuwe geest ingeblazen krijgt, opdat uit elk van deze delen een heel wezen tevoorschijn zal treden. Dat is dan gelijk aan het oergeschapen wezen dat zich door zijn hoogmoed of zijn ideeënuitbreiding boven God wilde verheffen, maar zich als het ware zelf heeft doen uiteenspringen en zo tot in het oneindige versplinterd werd, zodat er niets anders meer van hem is overgebleven dan zijn ik en daarmee zijn oer kwaadaardige wil. Maar al zijn vermogens, al zijn ideeën en de talloze begripsvolkomenheden zijn hem ontnomen en deze zijn het nu juist, die voortdurend op de hemellichamen aankomen en voor het grootste deel al in de hemellichamen zelf, gebonden aanwezig zijn; waardoor een splitsing ontstaat tussen hetgeen tot de geest en wat tot de ziel behoorde; zodat in het ziele deel het gegeven ik en het zelfbewustzijn weer uit de materie opduiken en door de geest de erkenning van God weer in de ziel ingeplant wordt, zonder welke de ziel, evenals een plant die geen regen en zon kreeg, weldra zou verdorren en sterven.
Hoofdstuk 33: Natuurgeesten en mensenzielen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Deze geesten zijn zelden voor de mensen zichtbaar en de geesten proberen dat ook zorgvuldig te voorkomen, omdat ze erg bang zijn voor alles wat materie is, maar vooral voor diegene, bij wie ze een sterk waarnemingsvermogen bespeuren. Juist deze vrees geeft hen ook een haatgevoel tegen de materie waarin ze zo lang gevangen werden gehouden, wat dan ook de zorgvuldige bewaking van deze geesten begrijpelijk maakt. Want elke geest die eenmaal uit de materie is vrijgekomen wil voor geen prijs meer dicht bij de materie komen. Zelfs de zielen van de gestorven mensen hebben er een afkeer van, hoewel ze een volkomen intelligentie hebben. Hoe groot moet dan wel de vrees van dié geesten zijn, die pas enkele ogenblikken geleden door een bijzondere vergunning uit de banden van de meest harde gevangenschap tot de verlangde vrijheid zijn gekomen in welke ze voorgaven volkomen te zijn, zonder de fatale, moeizame en lange weg van het vlees te hebben doorlopen.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Als zulke natuurgeesten op den duur het rondkijken moe worden, dan keren ze gewoonlijk toch weer naar de aarde terug en laten zich dan de moeilijke incarnatie welgevallen zonder welke nooit aan een kindschap van God te denken valt, want iedereen die een kind van God wil worden moet ook van a tot z de weg van God gaan: dat is de reden dat geesten van talrijke andere hemellichamen naar de aarde verlangen om daar de incarnatie van de Mensenzoon door te maken. Want zoals er ook maar één God, één waarheid en één leven is, zo is er ook maar één weg daarheen; maar het is niet noodzakelijk dat daarom álle bewoners van de andere hemellichamen deze zouden moeten gaan om op hun manier zalig te zijn; evenals er in het menselijk lichaam talloze andere gezonde zenuwen en spiervezels kunnen zijn, zonder dat deze noodzakelijk tot de zenuwen van het hart behoren.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Overal, in wat voor grote bedrijven ook, moeten leiders van zo' n zaak aangesteld worden, die alles ordenen en leiden, de machines in orde houden en hun vermogen bepalen. Zonder zulke directeuren zou elk werk of helemaal niet, of zeer slecht verlopen. Zo is het ook in de laagste luchtregio gesteld.
Hoofdstuk 39: De leidende geesten van de laagste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Nog een andere reden is, dat de gevangen oerzielen bevrijd moeten worden. Ze worden als nog zeer sterk gedeelde specifica in de verschijningsvorm van allerlei vloeistoffen naar de oppervlakte der aarde omhoog geleid. Daar wordt hun verlossingsweg langs de reeds bekende trappen van het planten- en dierenrijk gevoerd, onder leiding van de geesten die of de weg van het vlees al hebben doorlopen of die zonder deze te hebben doorlopen zich als volkomen geesten gemanifesteerd hebben. Dat zijn de jullie bekende aarde -, berg -, water -, vuur en luchtgeesten. Naast deze twee soorten geesten zijn er nog talloze hoeveelheden zielenspecifica die eerst los gemaakt en daarna samengevoegd en geordend moeten worden in één wezen, dat op elke trap van zijn ontwikkeling volgens de ordening met deze zielespecifica overeenkomt.
Hoofdstuk 40: Het werk van de geesten binnenin de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Als er echter in en aan de materie werkende krachten worden ontdekt, dan zijn die niet dood, maar levend en intelligent; want zonder een bepaalde intelligentie is een werking even ondenkbaar als een kracht.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Als iemand deze uiteenzetting maar enigszins begrepen heeft ziet hij in, dat er in de eigenlijke betekenis van het woord helemaal geen materie bestaat, omdat de materie zelf alleen maar een werking van krachten is; de werking van deze krachten verschijnt dan als een bepaalde soort in een bepaalde gesteldheid en vorm en laat door dit optreden zien dat de werkende krachten niet zonder intelligentie werken; want waar aan een ding of een wezen een bepaalde vorm, soort en eigenschap te ontdekken is, kan niemand de intelligentie van de daarin werkende krachten loochenen.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Uit dit voorbeeld hebben we nu gezien dat stenen zich niet meer laten manipuleren zoals metalen, zonder hun vorige eigenschappen te verliezen. Nog meer is dit het geval bij klei, die als hij eenmaal in de oven is geweest, zijn vorige eigenschap helemaal verliest, want uit een goed gebakken tegel ontstaat nooit meer klei en nog minder de zogenaamde kleilei. Maar nog hachelijker dan met klei is het leem; want een stuk leem dat in het vuur wordt gelegd, verbrand bijna als turf of steenkool; maar dat geldt alleen maar voor zuivere leem. Leem wordt door water zacht gemaakt en men kan het in verschillende vormen kneden en dan blijft het toch leem, zoals dat ook bij klei het geval is.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Maar hoe heel anders ligt dat bij de meest eenvoudige plant; daar heerst al een zo vaste structuur, dat daar geen atoom kan worden veranderd zonder de gesteldheid van de plant te schaden. De reden daarvan is dat zelfs in de eenvoudigste plant reeds alle specifica goed geordend bij elkaar moeten zijn, terwijl ze in het mineraalrijk verspreid en afzonderlijk zijn aan te treffen.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Het gaat daar net zo toe als in de wereld. De hemelse mensen geven hun bezittingen ook zonder schuldbewijs aan hun broeders of zusters; want ze geven het om het niet weer terug te nemen - en dan komt er ook nooit een proces.
Hoofdstuk 51: De ontwikkeling van de menselijke lichaamsvrucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] De mensen van de wereld geven ook wel, maar nooit zonder schuldbewijs en zegel, zodat ze het na de verstreken tijd weer terug kunnen nemen; en kunnen de schuldenaars het hun niet meer terugbetalen, dan komt er een aanklacht en een proces - en dat is hels, want de hel klaagt en procedeert eeuwig.
Hoofdstuk 51: De ontwikkeling van de menselijke lichaamsvrucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Dan is er in de zaadkorrel nog een flinke hoeveelheid van het zuiverste en eenvoudigste waterstofgasspecificum dat over het geheel genomen een belangrijk bestanddeel uitmaakt van de tarwehalm, evenals van alle andere plantensoorten. Want deze stof of dit specificum vult altijd de holle buis van de halm en houdt hem rechtop. Zonder deze stof kon de halm niet omhoog groeien en daarom is dus de holle halm een ballon die verbonden is met zijn in de aarde stekende wortels; de ballon houdt het vlees van de plant rechtop, zolang deze nog niet haar eigen stevigheid heeft verkregen. Heeft ze de nodige stevigheid bereikt, dan trekt dit specificum steeds meer in de rijper wordende zaadkorrel en wordt daar als een basisspecificum bewaard om bij het volgende zaaisel als eerste noodzakelijkheid voor het groeien in voldoende hoeveelheid aanwezig te zijn.
Hoofdstuk 44: Geesten als opzichters in de natuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] De natuuronderzoekers vragen zich af wat koralen eigenlijk zijn en het is nog niet uitgemaakt of ze tot het mineralen-, planten- of dierenrijk behoren; elke natuuronderzoeker weet, dat de koralen door een soort wormpjes worden gevormd, die erg klein zijn, zich aan elkaar hechten en zo een koraaltak vormen. De wormpjes zijn zeker dieren; als ze echter hard worden is hun massa zo hard als edelsteen. De vorm echter, waarin deze diertjes zich zo langzamerhand door het aan elkaar hechten ontwikkelen, lijkt op een boom zonder bladeren, die takken, twijgen en twijgjes heeft. Dat groeisel is dus volgens zijn ontwikkeling een diervolume dat uit talloze diertjes bestaat; als massa is het een mineraal en aan de vorm te zien een boom.
Hoofdstuk 48: De grenzen tussen de natuurrijken - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] De ziel is het opname orgaan voor de eindeloos vele ideeën van de oergrond, waaruit ze als een ademtocht voortgekomen is. Ze is de draagster van de ideeën, vormen, verhoudingen en handelwijzen. Deze zijn alle in de kleinste omhullingen in haar neergelegd.
Hoofdstuk 52: Ziel en geest in de mens - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Het licht gaat zoals je ook bij de zon ziet, voortdurend gelijkmatig van de zon uit, maar zonder een tegenoverstaand voorwerp kan geen oog zijn aanwezigheid opmerken. In een maanloze nacht is er evenveel van de zon uitgaand licht als in een nacht waarin de maan schijnt. In het eerste geval heeft het licht geen voorwerp tegenover zich in de hoge ether en daarom merkt niemand dat het licht er is. Staat de maan echter in zijn volheid, dan ziet men heel duidelijk het uitstralende zonlicht en iedereen die maar enigszins met de sterrenkunde vertrouwd is, zal gemakkelijk merken hoe en waarvandaan de maan door de zon wordt beschenen.
Hoofdstuk 52: Ziel en geest in de mens - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278