5587 resultaten - Pagina 268 van 373
... 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 ...
[6] Om te kunnen leven is echter vooral een middelpunt nodig, of beter gezegd een aantrekkingspunt, dus een zwaartepunt dat ten gevolge van zijn aantrekkingskracht alles naar zich toetrekt. En door dat samendringen naar dat punt wordt het noodzakelijkerwijs geprikkeld, verhit en ontstoken. Zo heeft ook deze aarde, zoals nog talloze andere aarden in Mijn eindeloze scheppingsruimte, alsook de zonnen en manen, zo'n middelpunt, dat geheel gelijk is aan het hart van de dieren, en ook van de mensen in hun natuurlijke sfeer.Hoofdstuk 62: De polaire innerlijke bouworde van de aarde en van alle organische lichamen als gelijkenis voor de door de Heer gekozen volgorde van zitplaatsen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Het gevoel, dat zich als een machtige aantrekking of aandrift in het hart uitspreekt, is eveneens een rijke verwekkingsmogelijkheid, maar dan alleen in de geest.
Hoofdstuk 64: Over het verlangen van de man naar het bezit van vele mooie vrouwen. Het volledig rijpen van de gevoelskrachten van de mens in zijn liefde tot de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Zo is het ook met de gevoelsrijkdom: laat de man maar zijn gevoel in zijn hart verzamelen en dat naar Mij richten; en wanneer het de juiste rijpheid aan kracht heeft bereikt dan zal hij in Mij, de oergrond van alle dingen en dus ook van alle nog zo mooie vrouwen, de meer dan voldoende en bevredigende genoegdoening vinden en zal dan met dat krachtige gevoel een vrouw met de juiste kracht kunnen liefhebben, en zal de vrouw van zijn buurman ook nooit een aanvechting voor hem zijn.
Hoofdstuk 64: Over het verlangen van de man naar het bezit van vele mooie vrouwen. Het volledig rijpen van de gevoelskrachten van de mens in zijn liefde tot de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Ik zeg je, spreek! Want in Mijn antwoord heb Ik je immers gezegd dat je kunt vragen wat je maar wilt, en Ik zal het voor je verhelderen! Waarom zou er dan nog een tweede en een derde toestemming nodig zijn? Spreek dus zoals je hart en je tong je ingeven!'
Hoofdstuk 67: De oorsprong en het wezen van het kwaad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Hierop verstomde Lamech werkelijk; want hij was tijdens de woorden van de Heer in de grond van zijn hart beginnen te voelen en derhalve ook werkelijk in te zien, wat God in Zijn wezen is, en wat de geschapen mens daarentegen in het zijne is.
Hoofdstuk 68: Lamech verstomt door Gods Heiligheid. De grenzen van Gods almacht. De overbrugging van de kloof tussen God en mens door de genadeverhouding van Vader en kind. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Leg nu je hand in de Mijne, en begrijp hoe goed en geduldig Ik ben, en spreek dan zoals je hart je ingeeft! Amen.'
Hoofdstuk 68: Lamech verstomt door Gods Heiligheid. De grenzen van Gods almacht. De overbrugging van de kloof tussen God en mens door de genadeverhouding van Vader en kind. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Ik kan U echter, o Heer en allerliefdevolste Vader, nu alleen maar danken uit de diepste grond van mijn hart, dat U nu boven alles, alles, alles liefheeft; want ik zie nu steeds duidelijker in dat ik met mijn dwaasheid voor U en Henoch eigenlijk een beetje heb willen pronken alsof ik ook een wijze was, van wie Henoch op zijn minst zou moeten zeggen dat hij een zeer gedegen wijze is!
Hoofdstuk 70: Lamech is in verlegenheid wegens de voor hem onoplosbare vraag en hij bekent zijn dwaasheid. Deemoed als ware wijsheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Maar Uw heilige vraag heeft me mijn dwaasheid volop getoond en ik vraag U daarom om vergeving voor mijn grote dwaasheid en ik vraag U ook, o lieve, heilige Vader, nu U die heilige vraag hebt gesteld, haar ook allergenadigst te willen beantwoorden, als Uw antwoord ons volgens Uw heilige wil ten goede zou komen; en mocht dat niet het geval zijn omdat die vraag te diep gaat volgens Uw allerhoogste wijze inzicht, dan zal ik U uit het diepste van mijn hart ook werkelijk willen danken voor het niet beantwoorden daarvan!'
Hoofdstuk 70: Lamech is in verlegenheid wegens de voor hem onoplosbare vraag en hij bekent zijn dwaasheid. Deemoed als ware wijsheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] De Heer antwoordde Lamech daarop als volgt: 'Luister, Mijn lieve zoon Lamech, deze uiteenzetting over je zwakte bevalt Mij onvergelijkbaar veel beter dan je eerdere over de verhouding van het gelijkvormige leven tussen Schepper en schepsel, ofschoon zij op zichzelf juist was omdat Ik het je ingaf zo te spreken, ten einde je hart te bewerken en je te laten zien waarin de ware wijsheid bestaat, namelijk in de deemoed, die de mens laat inzien dat hij uit zichzelf tot helemaal niets in staat is, maar vanuit Mij tot alles.
Hoofdstuk 70: Lamech is in verlegenheid wegens de voor hem onoplosbare vraag en hij bekent zijn dwaasheid. Deemoed als ware wijsheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Om je ervan te overtuigen, zal Ik nu het belangrijke antwoord in je hart leggen en daarmee zal je duidelijk worden hoe de mens vanuit Mij ten overstaan van Mij en de gehele wereld in staat is om zo te spreken, alsof hij vanuit zichzelf spreekt!
Hoofdstuk 70: Lamech is in verlegenheid wegens de voor hem onoplosbare vraag en hij bekent zijn dwaasheid. Deemoed als ware wijsheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En daarom wil ik je dan ook volgens de heilige wil van onze lieve en heilige Vader van de tong naar de geest verheffen en je daar zacht naar overbrengen, waar je dan zelf zult kunnen zien en begrijpen hoe het leven in de geest is! Luister daarom in je hart naar mij!
Hoofdstuk 75: Henochs woorden over het leven van de geest als noodzakelijke strijd van de polaire krachten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Henoch deze woorden had gesproken en de zon zeer dicht het moment van opgaan begon te naderen, stond Lamech op, ging naar de Heer toe, knielde neer en begon Hem in alle gloed van zijn liefde te aanbidden en Hem te danken voor al die onmetelijke genade, gaven en erbarming, en bad de Heer in alle liefdegloed van zijn hart dat Hij voortdurend bij hem mocht blijven en niet meer zou verdwijnen en onzichtbaar worden.
Hoofdstuk 77: De inwijding van koning Lamech tot opperpriester van de bergtempel. De troostvolle belofte van de Heer dat Hij voortdurend aanwezigheid zal zijn in de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De Heer ging ook staan en zei daarop tegen Lamech: 'Sta op, Mijn geliefde zoon Lamech! Ik kijk alleen naar je hart, en niet naar je knieƫn; is je hart in orde, dan is dat ook het geval met heel het overige lichaam. Je hart is nu volkomen in orde; dan zal je lichaam dat ook zijn!
Hoofdstuk 77: De inwijding van koning Lamech tot opperpriester van de bergtempel. De troostvolle belofte van de Heer dat Hij voortdurend aanwezigheid zal zijn in de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Gedurende deze nacht heb Ik je velerlei graden van de innerlijke ware wijsheid uit Mij getoond, en deze zichtbare tempel, gebouwd door jouw inzicht en jouw hand, is daardoor een tempel van wijsheid geworden, waarin de mens van de aarde zich altijd moet herinneren dat Ik, de Schepper van hemel en aarde, je Zelf op deze plaats heb onderwezen en met jou gerust heb op de treden van het altaar en ze daardoor heb gemaakt en gewijd tot trappen waarop de mens zich bewust moet worden van zijn nietigheid ten opzichte van Mij in de volledige rust van zijn geest; en heeft hij dat gedaan, dan heeft hij Mij in deze tempel een rechtmatig en welgevallig offer gebracht, zoals jij het Mij nu uit de vurige grond van je hart hebt gebracht!
Hoofdstuk 77: De inwijding van koning Lamech tot opperpriester van de bergtempel. De troostvolle belofte van de Heer dat Hij voortdurend aanwezigheid zal zijn in de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Zie, zo is het voortdurend met jullie hart gesteld, en daarom is het niet mogelijk om veel over de allerhoogste dingen met jullie te spreken, want jullie zijn nog lang niet rijp genoeg om te begrijpen wat God is, en hoe Hij tot ons, Zijn schepselen en kinderen, komt!
Hoofdstuk 78: Lamechs woorden tot het volk dat zich om de tempel verzameld heeft. Over de zichtbare bezoeken van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)