Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 269 van 1490

...  257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282  ...
[3] Heer, Ik formuleer dit precies volgens Uw eigen woorden en voeg er niets aan toe, maar haal er ook niets van af! Als ik nu aan de ene kant Uw almacht, goedheid en liefde in aanmerking neem, en aan de andere kant de fundamenteel beslist onverdiende verdorvenheid van iedere ellendige ziel en de haast eeuwigdurende gevolgen van de meest ijzingwekkende aard en uiteindelijk al de onbeschrijflijke kwellingen van een hemel der zaligheid, die er nauwelijks een haar beter uitziet dan een goedverzorgde plaats voor slaven op deze goede moeder aarde, dan moet ik U ondanks alle gunsten die U, o Heer, mij geschonken hebt, openlijk bekennen, dat ik dat met mijn verstand heel vreemd vind, en dat ik als mens, begiftigd met een meelevend gemoed, een ongerechtigheid daarin ontdek, waarbij vergeleken alle door de mensen begane grootste, en ten hemel schreiendste ongerechtigheden totaal in het niet vallen. En ik bedank eerbiedig voor zo'n bestaan, moge het tenslotte uitlopen op wat het maar wil!
Hoofdstuk 242: Schijnbare onrechtvaardigheden bij het leiden van zielen hier en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] U hebt reeds heel duidelijk laten zien, o Heer, hoe ieder mens om voor Uw aangezicht te kunnen bestaan, zichzelf als wezen moet vormen en hoe U hem daartoe alleen de gelegenheid en verder niets kunt bieden. Kortom, dat alles zien wij nu heel goed in en dat hoeft ons verder niet uitgelegd te worden. Maar dat mensenzielen, die reeds meer dan duizend jaar op dezelfde wijze een lichaam krijgen en dan op dezelfde wijze opgevoed worden zoals dat jammer genoeg nu gebruikelijk is, in het hiernamaals daardoor bijna eeuwig moeten lijden om maar een haartje beter te worden, dat komt mij in ieder geval erg hard voor! U leerde ons zelf, mild, zacht en welwillend met zieke zielen om te gaan! Maar als aan een zieke ziel, die hier op deze wereld niet genezen is maar nog helemaal ziek naar het hiernamaals gaat, geen vonkje van enige liefde en mildheid meer bewezen en betoond kan of mag worden, dan denk ik toch dat ook hier genade en liefde in de plaats zouden kunnen komen van de te strenge orde en gerechtigheid!
Hoofdstuk 242: Schijnbare onrechtvaardigheden bij het leiden van zielen hier en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Gedurende de tijd van zijn aardse leven bevindt zich dus de mens die zichzelf bepaalt en vormt, in het volkomen bepaalde bewustzijn van zichzelf, waarin en waaronder hij deze aardse levensproef heeft afgelegd. Binnen of buiten Mijn orde, willen wij nu in dit geval buiten beschouwing laten, want het aardse leven had hem in alle opzichten weinig plezierigs, maar des te meer bitterheid opgeleverd. Dat is dan ook de reden waarom de grote geleerden van de heidenen niemand ter wereld gelukkig wilden prijzen, en dat zij alleen diegenen gelukkig prezen, die weer in de schoot der aarde teruggekeerd zijn.
Hoofdstuk 244: De mens bepaalt zelf zijn lot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Dat jij, Mathaël, echter zegt dat de schuld uiteindelijk toch bij Mij ligt voor het feit, dat in de loop van de tijd de mensen in zo'n totaal verkeerde manier van leven terecht gekomen zijn, die hen overduidelijk ten gronde zou moeten richten, daar stel Ik ook meteen het volgende tegenover: Zielen zoals die van deze zwarten, zijn tot op heden nog niet geroepen tot het kindschap van God, en voor datgene waarvoor zij er zijn, was een meer stereotiep, vast bewaarde volmaaktheid van hun ziel voldoende; want je moet deze niet zien als een speciaal gevolg van hun voortreffelijke zelfontwikkeling, maar zij is hun gegeven, net als hun zwarte huid. Als zij echter ook het kindschap van God willen bereiken, dan zal hen dit alles niet meer gegeven worden, maar alleen de leer .
Hoofdstuk 245: De zelfstandige ontwikkeling van een mensenziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Met een ziel zoals deze zwarten hebben, zo vol vertrouwen, zul je in het hiernamaals heel weinig moeilijkheden hebben, want wat zij heeft, heeft zij en houdt zij. Zij heeft voor zichzelf eeuwig geen hogere behoefte en is volkomen gelukkig, zoals een bij wanneer zij een rijkelijk met honing gevulde bloemkelk heeft gevonden; haar behoeften gaan voor eeuwig niet verder dan deze honing. Als de bij heeft wat zij zocht, heeft zij reeds alles; alle andere schatten van de hele oneindigheid zijn voor haar van nul en generlei waarde.
Hoofdstuk 245: De zelfstandige ontwikkeling van een mensenziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Maar daardoor leden jullie zielen niet de minste schade, .want zulke bezetenheid wordt ook alleen maar daar toegelaten, waar een lichaam bewoond wordt door een ziel die reeds zo zuiver is, dat de slechte, nog zeer onrijpe geesten van zielen uit het hiernamaals, deze ziel beslist niet kunnen schaden wanneer zij nog eenmaal, in de mening er beter van te kunnen worden, gebruik maken van een lichaam.
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] O wat een ontzettende vergissing van de Joden in deze wereld! Maar, wat kan men dan anders doen, dan met het grootste geduld en zelfs met opoffering van het eigen lichamelijke leven, als dat nodig mocht zijn, de mensen door onderricht en overeenkomstige daden naar het oerlicht van al het zijn en leven terug te brengen?! ..
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als Ik alle zieken genees, ja zelfs doden opwek, baart dat bij het volk, in vergelijking tot de Essenen, geen al te groot opzien, -wel bezorgt het de tempelheren de grootst mogelijke ergernis, maar die hebben ook de orde der Essenen, die hen dwarsboomt, reeds lang naar de duivel gewenst. Want sinds deze orde zich ook in Judea laat gelden, verdienen de Farizeeën helemaal niets meer aan hun wonderkuren, en dat komt allemaal door de sluwe wijze waarop de Essenen doden opwekken, een geheim dat wij heel goed kennen, maar de Farizeeën totaalonbekend is.
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar bij een ziel die zichzelf vervolmaakt, ligt dat heel anders! Om dat te kunnen realiseren moesten haar toch alle daarvoor nodige middelen volledig ter beschikking gesteld worden, waardoor zij, als zij deze wil gebruiken, noodzakelijkerwijs en onfeilbaar de volmaaktheid bereiken moet; maar de daarvoor vereiste middelen worden de ziel die tot het vrije kindschap van God geroepen is, toch beslist nooit opgedrongen, maar worden alleen klaargezet, zoals voor een wijze bouwmeester de materialen die voor de bouw van een huis nodig zijn. Vanaf dat punt gebruikt de bouwmeester ze naar eigen goeddunken en bouwt daarvan een huis volgens zijn idee en zijn smaak, en het gebouwde huis is dan volkomen zijn werk en niet het werk van degene die het materiaal voor hem heeft klaargezet. Ook al heb je het beste materiaal klaargezet om een goed woonhuis voor je te laten bouwen, maar je bouwt het zelf niet, maar stelt een bouwmeester aan die het gevraagde huis voor je bouwt, kun je dan toch zeggen: 'Kijk, dit mooie en prachtig ingerichte huis is mijn werk!? Beslist niet, want het huis blijft altijd het werk van degene die het naar eigen goeddunken en inzicht heeft gebouwd!
Hoofdstuk 245: De zelfstandige ontwikkeling van een mensenziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Zou Ik haar in één keer teveel kracht uit de hemelen geven, dan zou zo'n hemelse vrijgevigheid de ziel een afgrijselijke, wanhopige pijn bezorgen, waardoor zij uiteindelijk ondoordringbaarder zou worden dan een diamant en er niets meer in haar gebracht zou kunnen worden tenzij men haar geheel uiteen zou laten vallen, waardoor haar ik natuurlijk een dermate grote schok te verwerken zou krijgen, dat deze niet gemakkelijk door een persoonlijk tegenwicht, uitgaande van de ziel, opgevangen zou kunnen worden. Daardoor zou het zichzelf bewuste ik voor minstens aeonen aardse jaren verdwijnen en het zou zich daarna weer moeten verzamelen en zichzelf bewust worden, hetgeen voor de ziel in haar vrije, onlichamelijke toestand veel moeilijker is dan hier, waar zij daarvoor het lichaam ter beschikking heeft.
Hoofdstuk 246: Waarom de vrije mensenziel zelfstandig haar volmaaktheid moet bereiken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] In deze tijd van magiërs en tovenaars kunnen de tekenen echter al tamelijk sterk en overtuigend gebracht worden, want waar je nu ook maar een teken zult doen, hebben de mensen tevoren wel honderd goochelkunsten door Perzische en Egyptische magiërs zien opvoeren en daarom maakt een door ons gedaan teken nu juist geen bijzondere indruk op de wereldse geleerden. Bovendien worden we ook aan alle kanten door de Essenen omringd, die voor het blinde volk zonder veel moeite allerlei tekenen doen om het mettertijd helemaal voor zich te winnen. En zodoende brengen nu onze grotere en wonderbaarlijker zijnde tekenen het volk in het algemeen op z 'n minst tot verbazing, ook al wordt het er niet volledig door overtuigd, en dat is precies de juiste maat, en het zou geen zegen voor het volk zijn als wij met de tekenen nog groter opzien zouden baren.
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Er zit echter ook een grappige kant aan omdat Ik bepaaldelijk koren op de molen van de Essenen ben, en jullie zullen nog beleven dat men tegen jullie zal zeggen dat ook Ik een leerling uit de school van deze orde ben en nu werk voor de uitbreiding van deze orde, die nu zelf van mening is dat zij weldra moreel de hele wereld zal beheersen. Deze orde is daarom voorlopig niet tegen ons en zij dient ons ook zonder ons eigenlijk te willen dienen; want zij verzacht voor het volk onze tekenen het meest, zodat daarnaast voor de mensen nog steeds een grote, vrije speelruimte overblijft voor hun gedachten en allerhande meningen. Anders zouden wij met onze tekenen waarschijnlijk niet zoveel bereiken!
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Maar Ik heb al die zaken voor deze tijd zo voorzien, en alles zo laten ontstaan en worden dat wij nu daarnaast heel gemakkelijk en door niets gestoord, zoveel mogelijk kunnen doen voor het ware, vrije heil van de mensen, zonder iemand door onze daden de waarheid nadrukkelijk op te dringen. Voor deze tijd zijn daarom voor de oppervlakkige toeschouwer onze krachtige tekenen niet bijzonder opzienbarend. Alleen degene die zich meer in ons verdiept, zal tussen de door Mij gedane tekenen en die van de magiërs der Essenen natuurlijk al meteen een onnoemelijk groot verschil ontdekken. Maar hem zal deze kennis ook geen schade aan zijn ziel toebrengen, omdat hij reeds de waarheid moet hebben leren kennen voor hij in staat was een juist onderscheid tussen de tekenen van Mij en die van de Essenen te ontdekken. Hij is zodoende reeds rein, en voor de reine is dan alles rein."
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Wees daarom uiterst voorzichtig bij het uitbreiden van Mijn leer, dat jullie deze niemand opdringen, noch door het zwaard en nog minder door tekenen die teveel de aandacht trekken! De wond van het zwaard is te genezen, maar die van een te groot wonder vrijwel nooit.
Hoofdstuk 249: Tekenen voor de uitbreiding van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Maar opdat jullie zelf volmaakt vrije verkondigers van Mijn woord zouden worden voor alle tijden der tijden, kwam Ik lichamelijk tot jullie op deze aarde, waar Ik voor de gehele oneindigheid de kweekplaats van Mijn kinderen heb opgericht, om jullie in staat te stellen als Mijn vrije kinderen ook vrij uit Mijn mond de leer te vernemen, haar te beoordelen en dan ook verder te verbreiden onder de volkeren der aarde; en wie haar in haar zuiverheid vrij zal aannemen, zal daarmee ook vrij het recht krijgen op het meest gelukkig makende kindschap van God.
Hoofdstuk 250: Moeilijkheden bij het verbreiden van de zuivere leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282  ...