Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 270 van 728

...  258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283  ...
[16] En Nikodemus zei: 'Degene, die dat en nog eindeloos veel meer weet, en die ook jullie vandaag nog beter zullen leren kennen! Vraag nu echter niet verder, maar ga naar buiten en ontvang degenen die komen!'
Hoofdstuk 137: De nieuwsgierige burgers van EmmaĆ¼s - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik ben nu echter niet zo zeer terwille van jullie hierheen gekomen, maar veeleer terwille van iemand die jullie nog niet kennen, opdat Hij ook ons zal dopen met het vuur van de eeuwige waarheid van Zijn geest. Hij heeft reeds gisteren Zijn vele leerlingen aangekondigd dat wij zouden komen om voor Hem een waar getuigenis af te leggen. En Hij kwam ook vandaag met Zijn leerlingen hierheen, daar Hij wel wist dat wij hier naartoe zouden komen, omdat Hij ons met Zijn almachtige wil hierheen ontboden heeft. Laten we daarom deze herberg binnengaan en ons diep buigen voor Hem, wiens machteloze kinderen wij nog zijn!'
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Daaruit hebben wij nu ook beiden de conclusie getrokken dat U, ondanks Uw nu geheel menselijke vorm en gedaante, in Uw innerlijke geest onweerlegbaar van eeuwigheid de ware God en Schepper moet zijn van alle wezens. Want als U niet Zelf in Uw geest van eeuwigheid, dus volledig zonder begin, bestaan zou hebben, dan zou er een ander geweest moeten zijn waaruit U dan Zelf voortgekomen was, en dan zouden er een oereeuwige -en een in de tijd ontstane God zijn, wat ons echter niet mogelijk lijkt, omdat het oerbestaan van de ware God ook alleen de voorwaarde voor een oer en alkracht en -macht is, die in U onloochenbaar aanwezig is, hetgeen wij reeds uit betrouwbare bron over U te weten zijn gekomen. En omdat het zo met deze wonderlijke zaak staat en ook deze volmaakte mensen haar meteen ook met alle scherpte van hun geest onderkend hebben, zijn wij beiden dan ook snel naar U toegekomen, om U als de eeuwige Heer, God, Schepper en Vader van de zonnen en geestenwereld te begroeten en een oprechte ware belijdenis voor U en alle aanwezigen af te leggen, dat wij volkomen geloven wat wij nu openlijk over U gezegd hebben. Heer vergeef ons, als wij nu misschien toch een of andere fout begaan mochten hebben!'
Hoofdstuk 139: De beide Romeinen herkennen de Heer De Heer waarschuwt Hem niet voortijdig kenbaar te maken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Wanneer jullie echter zullen horen dat Ik weer naar Mijn eeuwige hemelen ben opgevaren, zal Ik ook over jullie Mijn geest uitstorten, en dan mogen jullie alle mensen luid verkondigen wat je nu hier openlijk voor Mij hebt beleden!
Hoofdstuk 139: De beide Romeinen herkennen de Heer De Heer waarschuwt Hem niet voortijdig kenbaar te maken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Maar nu spreken wij als heel natuurlijke mensen zo met elkaar, alsof er tussen ons geen verschil zou zijn dan alleen dat jullie Mijn leerlingen zijn en Ik jullie meester! Er is echter geen leerling die, zolang hij nog moet leren, zo volmaakt is als zijn meester; wanneer de leerling echter alles van de meester geleerd heeft, wordt hij ook zo volmaakt als zijn meester. Ik ben juist in deze wereld gekomen, opdat de mensen van Mij zullen leren om even volmaakt te worden als de Vader in de hemel.
Hoofdstuk 139: De beide Romeinen herkennen de Heer De Heer waarschuwt Hem niet voortijdig kenbaar te maken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Wanneer echter in latere tijden de kinderen reeds goed opgevoed worden in Mijn leer, zullen zij als mannen vol goede en sterke wil een licht juk te dragen hebben aan Mijn leer. ..
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik vind echter dat niemand de strijd moet schuwen, wanneer de beloning van de overwinning zo groot is.
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De beide Romeinen zeiden: 'Heer, er zullen best lafaards zijn, en wij kennen er zelfs verscheidene; maar wij, die al zo vaak de dood in de ogen gekeken hebben, hebben alle vrees ervoor verloren! Wie de oorlog ingaat en de dood vreest, is een slecht soldaat; wie echter de dood en de bijbehorende pijn veracht, is een ware held en zal meestal overwinnen, en zijn loon zal hem niet ontgaan. O Heer en Meester van eeuwigheid, hebben we in Uw geest juist gesproken of niet?'
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar wanneer vast staat dat alle wezens werken van God zijn, dan zijn zij ook werken van Zijn liefde die hun bestaan is, en werken van de hoogste, goddelijke wijsheid, die hun de overeenkomstige vorm geeft en hen ook in stand houdt. Als er echter zonder Gods liefde en wijsheid nooit enig schepsel zou bestaan, waarom vind je het dan zo wonderlijk dat God jullie mensen zo buitengewoon liefheeft?
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Jullie moeten je dat echter niet zo voorstellen, alsof dat erg moeilijk te bereiken zou zijn, maar het is juist omgekeerd, - heel gemakkelijk; want Mijn juk, dat Ik jullie door Mijn geboden op je schouders leg, is zacht, en de last is gemakkelijk te dragen. Maar in de dagen van deze duistere tijd moet Gods rijk geweld worden aangedaan, en degenen die het willen bezitten, moeten het ook met geweld tot zich trekken, wat betekent, dat het nu moeilijk is om zich los te maken van alle oude en vastgeroeste gewoonten, die door de prikkels en verlokkingen van de wereld in de mens wortel hebben geschoten, dus de oude mens helemaal af te leggen als een oud, verscheurd gewaad en door Mijn leer een heel nieuwe mens aan te trekken.
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar zoals reeds gezegd, juist nu in deze tijd is dit allemaal niet zo gemakkelijk als men zou denken. Het zal iedereen een bepaalde en onvermijdelijke inspanning kosten! Maar wie moedig strijdt, zal ook zeker zijn van de overwinning en het loon van de overwinnaar zal echt niet achterwege blijven; wie zich echter als een moedeloze lafaard zal laten kennen, zal ook het loon van een lafaard ontvangen. Dan zal daar ook gelden: Als je gestreden had, zou je ook overwonnen hebben; omdat je de strijd echter schuwde, kun je ook geen aanspraak maken op het loon van een overwinnaar en moet je het aan jezelf wijten, dat je als een lafaard zonder loon het levensveld moet verlaten.
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Zo verkeerd het dus is wanneer een mens zichzelf overschat en al gauw en gemakkelijk een vervolger en onderdrukker van zijn medemensen wordt en daarbij de liefde, die het goddelijke levenselement is, kwijt raakt, zo verkeerd is het echter ook, wanneer een mens zichzelf onderschat. De oorzaak daarvan heb Ik jullie laten zien, en laten we dus maar mooi gelijk blijven en goede moed hebben; want als jullie je nu ten opzichte van Mij, omdat je Mij herkend hebt, te eerbiedig en kleinmoedig zouden gaan gedragen, dan zouden jullie het immers helemaal niet meerverdragen door Mij te worden onderwezen.
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ik zei: 'Mozes heeft wel gezegd: 'De sabbat is een dag des Heren, dan zult gij geen zwaar knechtenwerk doen en met een zuiver hart tot God uw Heer bidden!' Maar Ik zeg nu, dat van nu af aan beslist elke dag een dag des Heren is, waarop de ware mens volgens Mijn leer het goede moet doen! Wie echter volgens Mijn leer het goede doet, viert het ware sabbatfeest en bidt waarachtig zonder onderbreking tot God, en Ik zal Mijn welgevallen aan hem hebben.
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Vrienden, de deemoed in het hart van de mens is een van de noodzakelijkste deugden, waardoor men het eerst tot het innerlijke levenslicht kan komen! Maar die deugd bestaat eigenlijk alleen uit de ware liefde tot God en de naaste. Zij is het zachte geduld van het hart, waardoor de mens zijn voortreffelijkheid wel beseft, maar zich nooit heerszuchtig verheft boven zijn broeders die nog veel zwakker zijn, maar hen juist met des te meer liefde omvat en tracht, hen tot de eigen bewuste hogere volmaaktheid te verheffen door lering, raad en daad. Daaruit bestaat de enige; eigenlijke, waarachtige deemoed; die bestaat echter nooit uit het verachten van zichzelf.
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Zolang iemand echter blijft zondigen, is hij niet in staat in Mijn rijk van. de waarheld opgenomen te worden, omdat de zonde altijd tot het gebied van de leugen en het bedrog hoort. Kijk, zo is het hiermee! - Maar nu komt het middagmaal; dat zullen wij nuttigen en pas daarna verder gaan op de weg van de waarheid!'
Hoofdstuk 141: Gods welwillende liefde voor de mensen. De plaats van de mens ten opzichte van God. De ware deemoed Het ware aanbidden van God. Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283  ...