Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 271 van 278

...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278
[33] Als de Heer mij echter zonder ceremonie, dus in mijn blindheid geroepen heeft, hoe zou ik dan van het Avondmaal ooit een ceremonie hebben kunnen maken?!
Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 1 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[13] Wilt u echter beslist een God welgevallig huis in uw midden, bouw dan een hospitaal voor zieken, lammen, gebrekkigen, kreupelen, blinden en stommen, en een huis voor arme weduwen en wezen en een huis voor verongelukte vreemdelingen, zonder uitzondering, wie ze ook mogen zijn!
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[6] Een tweede bestemming van bijna al deze diepten is, dat de zich daarin bevindende atmosferische lucht, die noodzakelijk is voor de instandhouding van al deze vormen, daar bewaard wordt zoals men water vindt in de bekkens op aarde. Men zal vragen waar deze lucht vandaan komt? Ik zeg jullie: waar ook die van de aarde vandaan komt, namelijk uit de grote voorraadkamer van de oneindige, overal met licht en ether gevulde ruimte! ’s Nachts, dat wil zeggen als de naar de aarde toegekeerde kant zonder licht is - vullen deze diepten zich helemaal met atmosferische lucht. Schijnt dan het zonlicht er zo langzamerhand overheen, dan vormt zich in deze talloze ketels een zeer rijkelijke dauw als neerslag van de zich daarin bevindende atmosferische lucht. Deze dauw verstevigt dan weer opnieuw alle delen van de maanoppervlak te en sijpelt ook als zuiver water door het hele hemellichaam heen, ter ondersteuning van de aan de andere zijde liggende waterbronnen en de weer daaruit voortkomende nevelen en permanente luchtlagen, - Kijk, dat is dus een andere belangrijke bestemming van de wonderlijk voorkomende oppervlakteformatie van de maan.
Hoofdstuk 77: De oppervlakte en de geesten van de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Maar de mens, voor wie Ik alles heb geschapen, voor wie Ik zoveel groots heb gedaan, en nog eeuwig zal doen, ja voor wie Ik onophoudelijk zorg, en voor wie Ik al Mijn wijsheid en liefde inzet, meer dan een met liefde vervulde bruidegom voor zijn allerlief ste, dierbaarste bruid, deze mens vindt overdag nauwelijks een uurtje voor Mij en dan alleen maar op de manier zoals een slonzige kookster vaak heel gedachteloos zout in het eten doet, omdat ze dat gewoon is te doen, of om tenminste te kunnen zeggen dat ze zout in de soep heeft gedaan ook al smaakt deze vaak niet veel beter dan puur lauw water zonder kraak of smaak. - Werkelijk, Ik zeg jullie, door zo'n verering wordt jullie God niet dikker en daardoor jullie eigen leven ook niet krachtiger. Want het leven van jullie houten huis - en kamercrucifixen, die jullie door een erbarmelijk lichaam toont hoezeer jullie verering en jullie godsdienst op die van de joden lijkt, die tenminste de levende aan het kruis hebben geslagen, terwijl jullie hier veel te lui en te lauw voor zouden zijn en er genoegen mee nemen, dat iemand jullie zo'n volbrachte houten kruisiging verkoopt, die dan juist geschikt is om in Mijn plaats de atomen van jullie verering aan te nemen. O, jullie dwazen! Jullie vereren dus het bewerkte hout, steen of metaal, net zoals de hond een hoeksteen vereert, die een voorganger heeft besnuffeld, zo drukken jullie je lippen op het hout en denken, als jullie daarbij nog een zogenaamd 'Onze Vader' en 'Weesgegroet' hebben gebrabbeld, of als jullie in een stenen kerk vol beeldhouwwerk bijna een uur lang gedachteloos en uitgedost, met een verguld gebedenboek in de hand hebt doorgebracht, dat je Mij gediend en Mij boven alles vereerd hebt. O, jullie dwazen. Geloven jullie dan dat Ik in hout ben, in steen, in metaal of enig ander ijdel houtsnijwerk dat gemaakt is door meubelmakers, beeldhouwers, draaiers, bankwerkers, slotenmakers, smeden, metselaars en schilders? Waarlijk, Ik zeg jullie: al die vereerders, als ze zich tenminste hier op aarde niet anders zullen bedenken, zullen mettertijd aardig lang op de maan naar school moeten gaan en daar onder de grootste geestelijke en ook lichamelijke moeilijkheden moeten ervaren, dat de levende God beslist geen welgevallen heeft aan zo'n onzinnige verering, want die is veel slechter dan die van de blinde heidenen, die hun afgoden tenminste uit vrees, al is het dan niet uit liefde, een werkelijk offer brengen terwijl jullie Mij de levende God, vereren alsof Ik helemaal niet bestond, of alsof Ik waarlijk alleen maar van hout was of, in een gunstiger geval, oudbakken of pas gebakken uit meel.
Hoofdstuk 78: Vier vragen met betrekking tot de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[37] Laat niet af van het gebed en bid zonder ophouden met dankzegging, - echter niet met de lippen maar in geest en waarheid in alle eenvoud van uw hart en in waarachtige toewijding en liefde tot Christus de Heer!
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[17] Karl Gottfried Ritter von Leitner, zijn biograaf, bericht daarover: 'Met dit schrijfwerk begon hij bijna dagelijks al vóór het ontbijt. Meestal zat hij dan aan een kleine tafel, 's winters dicht bij de kachel, en dan hanteerde hij zijn pen tamelijk vlug en volkomen in zichzelf gekeerd, maar zonder ooit een ogenblik te onderbreken om na te denken, of om een opgeschreven zin te verbeteren. Herhaaldelijk gaf hij ook te kennen, dat hij terwijl de Stem in hem sprak, tevens geestelijk zag wat hij hoorde spreken!'
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[2] Zij deden nu allemaal hoogst verwonderd, terwijl ze van Mij naar elkaar keken en omgekeerd, zonder te weten wat daartegen in te brengen.
Hoofdstuk 3: De vraag van de jeugdige Jezus aan de schriftgeleerden: 'Wie is de bedoelde maagd, en wie is dan wel haar zoon?' Het goede antwoord van een wijze schriftgeleerde. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[5] Judéa was, om maar iets te noemen, al meermalen zonder koning, terwijl ook heel wat meisjes in de buurt van Bethlehem ergens in een stal een jongetje ter wereld hebben gebracht, en -alhoewel toevallig - zelfs wel eens met groot ceremonieel omdat dat een op zichzelf staand natuurverschijnsel was!
Hoofdstuk 5: Rede van de overste van de synagoge te Bethlehem en het antwoord daarop van de jeugdige Jezus. Mislukte poging van een oude, trotse farizeeër om de zaak in de war te sturen. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[9] Die drie magiërs uit Perzië hebben voor de geschenken, die zij de maagd hebben cadeau gedaan, zoals ik mij dat voorstel ongetwijfeld van de herders grote hoeveelheden schapen, kalveren, koeien en ossen in ruil gekregen, zodat zij hun reis ook zeker niet zonder profijt hebben gemaakt! Maar inmiddels is dat allemaal twaalf jaar geleden, en er is nu geen mens meer die nog aan die geschiedenis terugdenkt !
Hoofdstuk 5: Rede van de overste van de synagoge te Bethlehem en het antwoord daarop van de jeugdige Jezus. Mislukte poging van een oude, trotse farizeeër om de zaak in de war te sturen. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[1] Toen sprak de hogepriester: 'Als die jongen werkelijk tot dergelijke dingen -buiten ons om en zonder onze toestemming -in staat is, is het zonder meer duidelijk dat hij door Beëlzebub, de vorst van de duivels, bezeten is! Uit de kracht Gods kan zoiets nooit buiten de tempel om! Wat is er niet een hoge graad van zedelijkheid en zuiverheid voor nodig om deel te kunnen krijgen aan de kracht Gods! Zoiets is alleen mogelijk in en binnen het Allerheiligste van de tempel, zoals Mozes en alle profeten hebben onderwezen!
Hoofdstuk 8: De dreigende hogepriester wordt streng terechtgewezen door de Romeinse rechter. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[3] Maar toen zei de rechter: 'Dat moge dan vroeger een onder jullie zelf ingesteld gebruik zijn geweest, sedert het moment dat wij Romeinen hier de heerschappij voeren, is zoiets nauwelijks nog denkbaar! Het zwaard der gerechtigheid ligt immers nu uitsluitend -en dat geldt in alle gedingen -in onze hand en hij, die het eigenmachtig buiten ons om hanteert en zonder onze toestemming, zal zonder enig onderscheid van rang of stand worden behandeld als een muiter of een roofmoordenaar .
Hoofdstuk 8: De dreigende hogepriester wordt streng terechtgewezen door de Romeinse rechter. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[6] Ik, een jongen van twaalf jaren, weet dit; maar gij, die dit alles toch immers zo goed weet, zoudt hiermee niet op de hoogte zijn? En dat, terwijl Jozef als een van de bekwaamste timmermansbazen toch elk jaar wel iets in opdracht van Jeruzalem heeft moeten vervaardigen, en u hem dus zeker wel kent, evengoed als zijn vrouw, die nota bene uit Jeruzalem afkomstig is, en die tot haar veertiende jaar in deze tempel is opgevoed? Is zij niet een dochter van Anna en Joachim die, volgens jullie eigen rubrieken, op wondere wijze ter wereld kwam ? Anna was toen reeds op hoge leeftijd, en zonder een wonder zou er geen sprake kunnen zijn geweest van bevruchting!
Hoofdstuk 3: De vraag van de jeugdige Jezus aan de schriftgeleerden: 'Wie is de bedoelde maagd, en wie is dan wel haar zoon?' Het goede antwoord van een wijze schriftgeleerde. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[9] De rechter weer: 'Herodes en de andere vorsten in de landen der joden zijn zuiver en alleen leenheren. Hun zwaardrecht geldt slechts voor hun eigen personeel, hun dienaren en slaven! Als zij tegenover deze wreed zouden optreden zouden zij al gauw helemaal zonder personeel komen te zetten. Wij dwingen namelijk niemand om bij hen in dienst te treden! Weliswaar kunnen zij elke tien jaren dit recht kopen voor telkens tien jaar, maar zij kunnen voor hun eigen bestwil van dat duur gekochte recht geen uitzonderlijk gebruik maken; te meer niet, omdat iedere dienaar die zij hebben, behalve sommige van hun slaven, wanneer hij maar wil uit hun dienst kan treden. En van het ogenblik van diens uittreden af valt die dan niet langer meer onder h un jurisdictie, maar onder de onze!
Hoofdstuk 8: De dreigende hogepriester wordt streng terechtgewezen door de Romeinse rechter. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[10] Voorts hebben zij het recht om die belastingen te heffen die hen toekomen, en om die -zo nodig met geweld -te innen, maar toch altijd nog zonder zwaardrecht! Voor de voltrekking van een vonnis hebben zij onze toestemming nodig, en voor onze medewerking hebben zij dan ook nog te betalen.
Hoofdstuk 8: De dreigende hogepriester wordt streng terechtgewezen door de Romeinse rechter. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[3] Ik antwoordde: 'Niets gemakkelijker dan dat! Ik zei toch al dat Ik die Wonderjongen heel goed ken en Zijn boezemvriend ben! Als Ik Hem straks weer zie, zal Ik u beslist niet vergeten; dan zal Hij u zegenen, en Zijn zegen zal beslist niet zonder uitwerking voor u zijn!'
Hoofdstuk 9: De belofte van het Jezuskind aan de Romeinse rechter en de woede daarover van de hogepriester . Hoe de mens kan worden tot een levend woord Gods, zelfs tot een god in God. De beweringen van de hogepriester door Jezus met hantering van de volkscatechismus weerlegd. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278