Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 271 van 373

...  259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284  ...
[9] Henoch zag echter waar Adam naar zocht in zijn hart; en daarom zei hij meteen ongevraagd tegen Adam:
Hoofdstuk 113: Eva en Adam staan op van hun bed en worden door Henoch over de aangekomen gasten op de hoogte gebracht. Muthaël met zijn vrouw Purista en de twee hemelse gasten. De diepzinnige woorden van de Heer tot Adam. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] 'Vader, je zoekt in jezelf of de vreemden je bekend zijn en zou graag weten wie het zijn en waar zij vandaan komen? En, daar ik nu hoogst opgewekt ben, wil ik het je ook dadelijk meedelen, opdat ook jouw hart in alle vreugde zal mogen overgaan!
Hoofdstuk 113: Eva en Adam staan op van hun bed en worden door Henoch over de aangekomen gasten op de hoogte gebracht. Muthaël met zijn vrouw Purista en de twee hemelse gasten. De diepzinnige woorden van de Heer tot Adam. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Deze woorden van Henoch braken Adam en Eva het hart zodat zij beiden weenden en van vreugdevolle weemoed niet in staat was te spreken.
Hoofdstuk 113: Eva en Adam staan op van hun bed en worden door Henoch over de aangekomen gasten op de hoogte gebracht. Muthaël met zijn vrouw Purista en de twee hemelse gasten. De diepzinnige woorden van de Heer tot Adam. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Dat hebben jullie dus allemaal van Mij, de Heer Zelf, rechtstreeks vernomen en in je hart ontvangen en je kunt daarom niet meer twijfelen aan de volle waarheid van alles wat Ik jullie Zelf heb verkondigd.
Hoofdstuk 114: De afscheidswoorden van de Heer. Koning Lamech keert met de zijnen terug naar Hanoch. Het ware gouden tijdperk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Maar je ziel met de geest uit Mij zal Ik van je lichaam losmaken en haar naar de juiste plaats leiden, waar je Mijn erbarmingen in alle rust van je hart zult aanschouwen.
Hoofdstuk 115: De eerste kerk en het latere verval van de mensen. Adams afscheidswoorden, testament en dood. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Eva was tot aan het einde van haar leven ondanks de vele vertroostingen toch steeds diep bedroefd; zelfs de vertroostingen van Henoch konden haar hart niet veel verlichten.
Hoofdstuk 116: De rouw om Adams heengaan. Het stijgende aanzien van Eva. De dood van Eva. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Alleen Seth was dikwijls in staat Eva's hart goed te doen omdat hij vanouds haar lieveling was en hij helemaal op Adam leek, zowel in zijn gezicht als in zijn postuur en in de klank van zijn woorden.
Hoofdstuk 116: De rouw om Adams heengaan. Het stijgende aanzien van Eva. De dood van Eva. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Maar Henoch verweet Lamech ook deze uitroep en maakte hem duidelijk dat Ik het gedrag van de kinderen nu met een beledigd hart aanzag omdat Ik toch Zelf hun allen een ander geestelijk leven in de geest na het afleggen van het verzoekende vlees had beloofd, geleerd en altijd overtuigend in ieders hart vormde.
Hoofdstuk 117: De ascese onder de kinderen van de hoogte. De dood van Seth en de geboorte van Noach. Henochs en Lamechs gesprek over de lichamelijke dood van de mensen. Henochs rouw en wegneming door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En hij viel voor de Heer neer en begon te huilen en sprak vanuit zijn berouwvolle hart: 'O God, Heer en Vader, nu doorzie ik de volle omvang van mijn slechtheid!
Hoofdstuk 121: Lamech spreekt verder met de overledenen. Lamechs omkeer en woorden van berouw. De liefdevolle woorden van de Heer over de pijn die een vader heeft bij het straffen van zijn kinderen. Lamech als plaatsvervanger van Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] En dat alles omdat er een duistere wrok in mij ontkiemde vanwege het wegnemen van degenen die ik meer uit ouder gewoonte liefhad dan uit eigenlijke ware liefde! Want als ik hen waarachtig lief had gehad, dan zou er in mijn hart beslist geen wrok tegen U zijn opgekomen, omdat U hen allen in Uw vaderliefde zo'n eindeloos grote zaligheid hebt bereid!
Hoofdstuk 121: Lamech spreekt verder met de overledenen. Lamechs omkeer en woorden van berouw. De liefdevolle woorden van de Heer over de pijn die een vader heeft bij het straffen van zijn kinderen. Lamech als plaatsvervanger van Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Zie, ieder slag die Ik je zou geven, zou Mijn hart veel meer pijn doen dan jou op je huid!
Hoofdstuk 121: Lamech spreekt verder met de overledenen. Lamechs omkeer en woorden van berouw. De liefdevolle woorden van de Heer over de pijn die een vader heeft bij het straffen van zijn kinderen. Lamech als plaatsvervanger van Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Als je de klap wilt uitdelen, zul je reeds bang zijn je zoon pijn te doen; en zal je zoon bij de eerste voorzichtige klap huilen, zal je hart dan wel in staat zijn hem nog een tweede klap te geven?
Hoofdstuk 121: Lamech spreekt verder met de overledenen. Lamechs omkeer en woorden van berouw. De liefdevolle woorden van de Heer over de pijn die een vader heeft bij het straffen van zijn kinderen. Lamech als plaatsvervanger van Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Je zoon zal de geringe pijn echter spoedig vergeten zijn, en je vaderliefde zal hem in zeer korte tijd weer volledig met je verzoenen maar hoe lang en hoe dikwijls zul je in je hart bij de herinnering daaraan heimelijk zeggen: `Mijn zoon is wel niet meer boos; maar wat zou ik er voor over hebben als ik hem niet zou hebben geslagen!'
Hoofdstuk 121: Lamech spreekt verder met de overledenen. Lamechs omkeer en woorden van berouw. De liefdevolle woorden van de Heer over de pijn die een vader heeft bij het straffen van zijn kinderen. Lamech als plaatsvervanger van Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Wanneer je ziet dat het vlees van de vrouwen steeds voller, blanker, fijner en weelderiger wordt; wanneer de vrouwen met onbedekt hoofd en gezicht, met naakte borst en blote handen zullen rondlopen; wanneer de vrouwen wellustig de mannen zullen nalopen en de moeders hun dochters zullen opschikken en tooien en hen overdag en 's nachts mee uit zullen nemen om door dergelijke uiterlijke opsmuk, hetgeen de allerergste kunst van Satan is, een man te vangen, opdat hij zou besluiten zich aan de dochter over te geven en haar tot vrouw te nemen of haar op zijn minst per dag of per uur als bijslaap te nemen om tegen een allerschandelijkst huurloon ontucht te bedrijven - let op, Lamech, wat Ik hier zeg! -; wanneer de vrouw zich boven de man zal verheffen en over hem zal willen heersen, en ook werkelijk over hem heerst, door haar van Satan verkregen bekoorlijke vlees of door schatten en erfenissen van de wereld, of door een zekere voornamere stand en voortreffelijker afkomst; wanneer het vrouwelijk geslacht, dat ondergeschikt zou moeten zijn, met spottende en verachtelijke blik en hart neerziet op de arme man en zal uitroepen: `Bah, wat een stank hangt er om deze ordinaire kerel! Wat is deze mens toch ontzettend lelijk; wat een weerzinwekkende aanblik! Kijk dit lage gespuis, dit bedelaarsvolk eens aan!' - dan, Lamech - luister! -, dan heeft de slang zich tot heer van de wereld gemaakt, smadelijk heersend in haar geslacht!
Hoofdstuk 122: Lamechs gelofte, de oude goddelijke orde weer te herstellen. De Heer waarschuwt voor de slang in het vlees van de vrouw. De Heer en de zaligen verdwijnen voor hun ogen. De vergadering van de oudsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] En Lamech dankte de Heer uit de diepste grond van zijn hart voor deze les en vroeg Hem, nadat hij voor het ontvangene had bedankt, of hij de getrouwen niet in een engere kring om zich heen zou verzamelen.
Hoofdstuk 124: Woorden van de Heer over het wezen van de getrouwen en de ontrouwen. De onverbeterlijkheid van hen die verslaafd zijn aan verstrooiing. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284  ...