Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 271 van 728

...  259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284  ...
[7] Kijk, de mensen hebben al sinds oeroude tijden bepaalde instrumenten gemaakt, die tonen kunnen voortbrengen, -zoals bij ons de harp, de fluit (schalmei) , de bazuin en de cimbaal, bij de Grieken de lyra, de fluit en de eolusharp! Als deze en nog andere van zulke geluidsinstrumenten goed en zuiver gestemd zijn, geven zij ook bij het gebruik een zuivere melodie en bovendien een zeer welluidende harmonie; als deze instrumenten echter ontstemd zijn, dat wil zeggen, als de tonen zich onderling niet goed tot elkaar verhouden, dan kan men er geen melodie op voortbrengen en nog minder een zuivere harmonie bereiken.
Hoofdstuk 142: Vorm en geest van de schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik vraag daarom nog eens, wat daar op een goede manier aan te doen is. Moet ik misschien helemaal niet op de beide Farizeeën wachten en met U de heuvel opgaan, of moet ik hier blijven om te weten te komen wat de reden van hun komst is? Dat laatste lijkt mij echter niet nodig; want aan U, o Heer, is immers alles bekend en U weet dus ook wat die beide Farizeeën vanmiddag naar mij voert. Mocht het om iets onbelangrijks gaan, dan zou ik de twee Farizeeën laten komen -en ook weer laten vertrekken! Gaat het echter over iets wat op U betrekking heeft, dan zou het toch weer goed zijn om thuis te blijven. - Wat zegt U, o Heer en Meester, daarvan?'
Hoofdstuk 143: Op de heuvel bij Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Kijk, in Galilea, dat ook van de joden is en onder Jeruzalem staat, is een profeet opgestaan, die allerlei tekenen doet en een nieuwe leer verkondigt tegen de tempel en tegen ons! Hij verleidt het volk en zet het tegen ons op. Wij weten zelfs dat hij zich uitgeeft voor een zoon van God, zich laat prijzen als de beloofde Messias en ons, die zich aan de oude leer van Mozes houden, overal vijandig bejegent. Wij weten maar al te goed dat hij de zoon van een oude timmerman is, die net als zijn vrouw een gewoon natuurlijk mens was. Omdat de genoemde profeet ons echter overal achtervolgt, is het hopelijk ook juist dat wij hem achtervolgen en proberen hem op te sporen.
Hoofdstuk 144: Farizeeën bezoeken Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Wij zijn echter door enkele boodschappers, die wij hadden uitgezonden, nog in de afgelopen nacht te weten gekomen dat hij met al zijn volgelingen nog in de omgeving van Jeruzalem rondtrekt en het volk tegen ons opzet, wat ons bepaald niet onverschillig kan laten. Men verzekerde ons dat Nikodemus, onze ambtsgenoot, wel wist waar hij zich ophield, en dat is de reden waarom wij gekomen zijn om daarover met Nikodemus te spreken en met hem te overleggen hoe de zaak in elkaar zit en wat er van rechtswege aan gedaan kan worden. Kijk, dat is de belangrijke reden waarom wij gekomen zijn!'
Hoofdstuk 144: Farizeeën bezoeken Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Stel je nu de menselijke ziel eens voor! Als die in de goede en ware verhouding tot haar lichaam staat, bevindt zij zich ook in de juiste levensharmonie, en die harmonie geeft aan de ziel haar schoonheid, die natuurlijk pas volledig zichtbaar wordt, wanneer de ziel zich buiten het lichaam in Mijn rijk zal bevinden. Wie echter reeds in het lichaam op deze wereld zijn aandacht richt op goede en daarnaast ook op slechte mensen, zal al gauw gewaar worden dat een goed mens ook altijd uiterlijk een lieflijke en vriendelijke vorm laat zien, terwijl een slecht mens al van verre aan iemand die hem ontmoet iets afstotends, onvriendelijks en dus ook iets lelijks laat zien, dat hij niet gemakkelijk kan verbergen. De oorzaak daarvan ligt in de innerlijke zieleharmonie of bij slechte mensen - disharmonie.
Hoofdstuk 142: Vorm en geest van de schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zei: 'Je gaat met ons mee; die beide Farizeeën zullen wel horen waar wij heengegaan zijn en ons dan meteen achternakomen! Ter plaatse zullen ze wel ervaren hoe het met datgene wat op Mij betrekking heeft, staat; want Ik wil juist dat zij zien wat er buiten op de heuvel allemaal gebeurt, en hun lippen zullen op een heel bijzondere manier verzegeld worden. Ikzelf zal daar weinig of niets doen en Ik zal de beiden alleen door de hun reeds bekende Romeinen, door Rafaël en door de zeven mannen uit Opper-Egypte laten bewerken, en het tweetal zal zwijgen als het graf. Mij zullen zij echter niet herkennen en zij zullen ook weinig naar Mij vragen; want temidden van een paar honderd mensen is iemand niet zo snel te vinden.
Hoofdstuk 143: Op de heuvel bij Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Kijk, ik, die nu met jullie spreek, heet Agricola, ik kom uit Rome en ben een van de voornaamste dienaren van de keizer en bezit alle volmachten! Ik kan in naam van de keizer al het mogelijke bevelen en over alles beschikken, en wat ik in naam van de keizer gebied, moet gebeuren. Degenen die zich om ons heen bevinden, zijn mijn begeleiders en ook invloedrijke dienaren van de keizer. Mijn beide vrienden hier, Agrippa en Laius, kennen jullie al. Daar achter die rotsen zien jullie een paar honderd jonge mensen van beiderlei kunne; die horen bij Mijn lijfwacht, en de andere mannen dienen eveneens voor mijn bescherming. Daar vooraan zien jullie drie wijzen uit Indië, wier grote gevolg in de nabijheid van de stad is ondergebracht; ook zij horen nu bij mij. Hier is een jongeman die, met zijn wil meer kan dan alle machten van de aarde. En hier vlak naast ons staan nu die wonderlijk machtige mensen uit Opper-Egypte, over wier kracht de beide Romeinen jullie gistermiddag heel vreemde dingen hebben verteld; zij kwamen om de beide Romeinen hier te bezoeken.
Hoofdstuk 144: Farizeeën bezoeken Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Toen probeerden de vier mannen hun voeten van de grond te krijgen en hun handen te bewegen, wat echter onmogelijk was. Daarom smeekten zij de Egyptenaar om hen uit deze benarde toestand te bevrijden; want zij waren van plan hun instelling te veranderen.
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De Egyptenaar vroeg hun echter: 'Wel, hoe bevallen jullie bijvoorbeeld de tekenen die ik nu gedaan heb?'
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zeg jullie echter volgens Gods eeuwige wijsheid in Mij: De grote Meester, die vervuld is van Gods geest en van al Zijn kracht en macht, wil de mensen niet door pure tekenen, maar veeleer door Zijn zuivere, wijze leer op de weg van het licht en van het leven brengen, omdat tekenen de mensen wel dwingen om aan Hem en Zijn woord te geloven, - maar zij schenken niemand een innerlijk vrije, levendige overtuiging van de grote waarheid. Zolang de mens deze waarheid, die hij zich kan verschaffen door nauwgezet volgens de leer te leven, echter niet heeft, zolang is hij wat zijn ziel betreft ook nog als een dode te beschouwen. Want het pure, blinde en opgelegde geloof geeft de mens geen innerlijk waarachtig leven, maar alleen het geloof dat vol licht is en levend is geworden door ernaar te handelen, en dat wordt nooit bereikt door uiterlijke wonderen, maar alleen door het levende woord van de eeuwige waarheid uit God, door die mens die het als waarheid aanneemt en er naar leeft.
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Daarom wil Hij ook de tempel niet dwingen en laat hem vrij begaan; als de tempel echter zo doorgaat, zal hij met zijn hele aanhang overgelaten worden aan het gericht en ten onder gaan. Onthoud dat goed en knoop het inje oren! Want God, die is, was en eeuwig zijn zal, laat niet met Zich spotten, omdat Hij Zelf in Zijn hoogste goddelijke ernst, de mensen bestemd heeft voor een ware, eeuwige zaligheid.
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Jullie handelwijze staat, zoals ik maar al te goed weet, ook in geen enkele wet; wel staat er geschreven, dat men ook tegenover de vreemdelingen rechtvaardig moet zijn en hen vrij langs de wegen moet laten trekken als het geen vijanden zijn. Daar jullie als joden echter zowel tegenover de inheemsen als tegenover de vreemdelingen zulke onrechtmatigheden begaan hebben, hoe willen en zullen jullie deze en nog vele andere ongerechtigheden, die jullie de arme mensheid met grote brutaliteit hebben aangedaan, ooit weer goedmaken?
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Je hebt ons nu zelfs voor de voorname, hoge Romeinen van grote misdaden en ten hemel schreiende onrechtmatigheden beschuldigd, die wij zelfs met de beste wil nooit kunnen goedmaken; als jij echter de ellendige wereldse omstandigheden waarin wij leven daarbij in aanmerking neemt, dan zul je ook met jouw wijsheid inzien, dat geen mens tegen de stroom in kan zwemmen en dat ieder mens zijn huik naar de wind moet hangen.
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Dat wij echter geen tovenaars zijn, zoals jullie geloven, zal ik je meteen laten zien. Kijk eens naar me of ik iets anders aan heb dan alleen maar dit heellicht geplooide gewaad! Nu vraag ik jullie: wat willen jullie dat ik enkel door mijn wil te voorschijn zal roepen? Maar kies iets goeds, waarachtigs en dus verstandigs!'
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Na een poosje zeiden zij (de beide Farizeeën): 'Goed, beste vriend, maak voor ons een volledig volgroeide vijgeboom, die met vruchten beladen is, en doe dat zo, dat hij blijvend is en jarenlang blijft bestaan en vruchten draagt! We willen de vruchten echter ook meteen proeven!'
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284  ...