10915 resultaten - Pagina 272 van 728
... 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 ...
[21] Want bij God, die de hele aarde, met alles wat zij draagt en voedt, uit het niets geschapen heeft, moet immers alles mogelijk zijn; in jou werkt echter ook Gods genade en macht, en dus moet ook jou alles mogelijk zijn. Je hoeft alleen maar vast te willen, en alles wat je wilt is er al! Daar zijn we nu al volkomen van overtuigd en we hebben geen ander teken van je nodig. Maar je hebt wijsheid en macht en je kunt daarom toch doen, wat je zelf wilt.'Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Je hebt wel op dat punt iets waars gezegd, dat jullie, als er in de Hoge Raad over het vervolgen van de grote profeet gesproken wordt, niet meer deel zullen nemen aan het beraad, en ook, dat jullie al het aangerichte kwaad nooit meer kunnen goedmaken, maar toch hetgeen nog wel goed te maken is, ook willen goedmaken; maar dat willen jullie allemaal alleen maar doen, omdat je ons, en ook de profeet, aanziet voor aartstovenaars en niet voor echte boden van God. Voor ons als aartstovenaars zijn jullie heel erg bang en daarom willen jullie je niet tegen ons keren. Ik zeg jullie echter dat we geen tovenaars zijn, maar werkelijke boden van God; de grote profeet uit Galilea is echter eigenlijk geen profeet, maar Hij is wat de profeten over Hem hebben geprofeteerd!
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Voor een mens echter dat vermogen verwerft of kan verwerven, moet hij zich door het nauwgezet opvolgen van Gods wil, die hem door Mozes en door de profeten is geopenbaard, deze wil van God zo eigen maken, dat hij daarna vrij vanuit zichzelf niet anders kan handelen dan de wil van God het hem in zijn hart aangeeft, -wat voor degene die God erkend heeft en Hem boven alles liefheeft, niet zo moeilijk is, omdat de liefde tot God hem daartoe steeds meer kracht schenkt naarmate de liefde tot God in zijn hart toeneemt, en in die liefde ook de liefde tot de naaste.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Omdat ik echter, evenals nog enkele andere hier aanwezige mensen, ook zo van de geest en de wil van God vervuld ben, moet alles gebeuren wat Gods wil in mij wil, en niets kan zich tegen mij verzetten. Als ik deze hele aarde zou willen vernietigen en volledig zou willen verwoesten, dan zou dat, als ik het ernstig zou willen, net zo zeker lukken als het mij nu lukken zal, die gindse aan dat tamelijk verafgelegen gebergte naar voren stekende grote rots ogenblikkelijk te vernietigen.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Rafaël zei: 'Jullie hebben toch ook deze boom niet langzaam uit de grond zien opgroeien! Wat Gods geest wil, geschiedt zoals Hij het wil; want tijd en ruimte tellen bij Hem niet. Als Hij echter wil dat alles na elkaar in de tijd gebeurt, zoals jullie dat in de natuur van de dingen van deze aarde zien, dan gebeurt het ook zoals Hij het wil; want zowel tijd als ruimte zijn ook dingen die altijd en eeuwig voortkomen uit Zijn wil en uit Zijn orde!
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] De ceder groeit volgens Zijn wil vaak vele honderden jaren eer zij haar grootste hoogte en omvang bereikt, een klaverplant is in een paar dagen volgroeid; als je echter de bliksem uit een wolk ziet schieten dan heeft hij heel weinig tijd nodig om de aarde te bereiken, en zo zien jullie, dat voor de geest van God alle dingen mogelijk zijn. -Begrijpen jullie er nu iets van?'
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] In de sfeer van de wil uitbreiden betekent echter, dat de ziel zelf haar wil volledig ondergeschikt maakt aan de erkende wil van God en zich vrijwillig helemaal door hem laat beheersen.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Als de mens het zover gebracht heeft, dan is de gedachte waarmee hij zich zelfs naar het verst verwijderde oord verplaatst heeft, geen lege gedachte zonder uitwerking, maar zij verplaatst het hele wezen van zo'n volmaakt mens, die alles tot stand kan brengen, geestelijk naar die plaats. Die ziet, hoort en verneemt alles, omdat zij met de eindeloze wilsgeest alles doordringt en beheerst, zonder daardoor ook maar een ogenblik haar individuele zelfstandigheid te verliezen. Omdat zij echter alles doordringt en beheerst, kan zij ook als gedachte, die met de ware geest van God vervuld is, alles binnen één ogenblik tot stand brengen wat de volmaakte mens wil.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Maar zolang de mens deze zaligste en enig ware levenstoestand niet bereikt heeft, kan hij zijn gedachten en ideeën slechts door zijn ledematen op de een of ander wijze onvolmaakt verwezenlijken, en dat alleen maar volgens de wetten van de natuur, die zich in het gericht bevindt. De gedachte op zich is echter niets anders dan jouw spiegelbeeld -zonder wezen, zonder kracht en zonder enige macht. Maar het zegt je toch datje je daarmee ogenblikkelijk zelfs in de meest ver weg gelegen plaats kunt bevinden, ook al is het dan, zoals reeds uitgelegd, zonder enige uitwerking.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Ik heb dit teken echter niet verricht om jullie vrees voor ons aan te jagen of jullie te dwingen tot het aannemen van een nieuwe leer, die eigenlijk wel de oudste leer op aarde is, maar ik heb de tekenen alleen maar gedaan o m jullie de juiste weg te wijzen tot het verkrijgen van de ware en volmaakte levenskracht uit God, zonder welke de mens in zijn ziel als bijna volkomen dood te beschouwen is, totdat hij op de wijze die ik je verteld heb, volledig één is geworden met de wil van God.'
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De beloofde, ware Messias is echter in de persoon van de door jullie zo gehate Galileeër tot jullie gekomen en Hij wil bij jullie een geestelijk rijk op aarde stichten en jullie het verloren paradijs geven, dat bestaat uit de bij jullie totaal verloren gegane kennis van de enige, ware God en Zijn wil, wat oneindig veel hoger staat dan alle rijken en schatten der aarde; maar, dat willen jullie niet, en jullie achtervolgen de Heiligste van alle heiligheid in God en willen Hem zelfs vangen en doden.
Hoofdstuk 151: De goddelijke leiding van de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Rafaël zei: 'Jullie hebben de gelegenheid en dat zal nog korte tijd zo blijven. Wie vrijwillig zal komen, zal aangenomen worden; wie echter niet zal komen maar volhardt in zijn blindheid, zal te gronde gaan. Want niemand wordt de leer voor het verkrijgen van het innerlijke leven opgedrongen, want daar zou hij voor zijn zielook niets aan hebben. Het natuurlijke leven op deze aarde wordt de mens wel gegeven, -maar het innerlijke leven moet hij op eigen kracht verwerven.
Hoofdstuk 151: De goddelijke leiding van de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Maar jullie behoren nu tot die kinderen die zich toch nog, ook al was het met veel moeite van de kant van de Vader en onder veel gemopper van hun kant, op klaarlichte dag uit bed hebben laten jagen. Omdat jullie nu eenmaal uit bed zijn, ga er dan niet meer in, maar blijf op de dag van de Vader buiten op het veld, dan zal de Vader liefde voor jullie opvatten en je helpen bij het werk voor de vervolmaking van jullie leven; als jullie echter naar jullie oude bed terugkeren, dan zullen jullie overgeleverd worden aan de harteloze tuchtmeesters die heten: armoede, nood, ellendeblindheid, verlatenheid, pijn en vertwijfeling!
Hoofdstuk 151: De goddelijke leiding van de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Als jullie bij de mogelijke vervolmaking van jullie innerlijke leven dan ook niet precies mijn gave op deze aarde volledig in bezit zullen krijgen, krijgen jullie toch een andere genade en gave in je bezit en zul je daarmee je medemensen net zo kunnen dienen, als ik nu jullie met mijn gaven gediend heb. Wie echter eenmaal een bijzondere genade en gave in een speciale mate uit God deelachtig wordt, zal in alle andere gaven niet stiefmoederlijk bedeeld worden.
Hoofdstuk 152: Verscheidenheid van gaven van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] De Farizeeër zei: 'Inderdaad, en toch is het zo! Ik zegje nu zelfs dat de grote heilsman zich zelfs bij jullie zou kunnen bevinden en dat wij Hem beslist niet zouden herkennen als Hij zich zelf niet aan ons bekend zou maken! Heimelijk dachten we al dat deze ware tweede Samuël het was; alleen vonden we Hem toch een beetje te jong, omdat we gehoord hebben dat de grote heilsman al een jaar of dertig moet zijn, wat we echter ook niet helemaal zeker weten. Maar we verlangen er nu alleen maar erg naar , Hem zelf te zien en te spreken! Zeg ons daarom toch waar wij Hem kunnen zien en spreken!'
Hoofdstuk 153: De verzoening van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)