Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 273 van 1110

...  261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286  ...
[7] Ik zeg jullie ook dit: Als jullie eens als volleerde leerlingen in Mijn naam aan de mensen Mijn leer zullen gaan prediken, let dan op het volgende: Als men jullie ergens in een plaats of in een huis goed zal ontvangen, blijf daar dan en onderricht de mensen juist en goed, en doop hen vervolgens in Mijn naam met water zoals Johannes dat heeft gedaan, en Ik zal hen dan dopen met Mijn geest van boven!
Hoofdstuk 59: Het wezen van de wereldse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Als men jullie echter niet zal opnemen, of alleen maar op de wijze waarop je oude vriend nu jouw woorden heeft opgenomen, schud dan zelfs het stof van je voeten dat op zo'n plaats of in zo'n huis daaraan bleef kleven, opdat niets werelds van de mensen met je mee gaat! Want jullie weten dat Mijn Rijk niet van deze wereld is, maar dat het geschapen moet worden door het leren kennen en nakomen van Mijn woord in het innerlijk van de mens. Maar het scheppen van deze innerlijke levens en tevens hemelwereld blijft altijd een moeilijke zaak zolang aan de mens nog enige wereldse zin kleeft.
Hoofdstuk 59: Het wezen van de wereldse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Ik bedoel met het genoemde stof aan jullie voeten echter geen natuurlijk huisstof of het stof van de straat, maar het stof dat Ik bedoel, bestaat uit de wereldwijze woorden van mensen die precies op jouw oude vriend lijken. Ze klinken erg beleefd, vriendelijk en passend voor het wereldse verstand, maar ze zijn toch niets anders dan waardeloos stof, omdat ze slechts het wereldse voorstaan en zelfs daarin geen spoor van de ernst van de waarheid te vinden is. Zoals echter het waardeloze stof van de straat geen enkele wandelaar iets nuttigs kan opleveren, zo is het ook met zulke stoffige wereldse praatjes van dergelijke rijke wereldwijze burgers.
Hoofdstuk 59: Het wezen van de wereldse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Hij heeft jullie echter gisteren eens openlijk en onomwonden gezegd wie Hij is. Waarom hebben jullie Hem dan niet geloofd en je knieën en hart voor Hem gebogen?! Was het wel verstandiger van jullie om Hem voor dwaas te verklaren, dan naar Hem toe te gaan en te zeggen: ' O Heer, U, die als het leven en alle macht uit God Zelf ons levenswoorden verkondigt, wees ons arme blinde zondaars genadig en barmhartig! ' Kijk, ik weet en zie wie Hij is en blijf daarom bij Hem, en alleen door Hem zal ik daarvoor het eeuwige leven oogsten, waarvan ik nu al veel zekerder ben dan van het feit dat ik nu leef en spreek! En als het niet zo zou zijn, geloof me, dan zou ik allang niet meer Zijn leerling zijn; want zoveel verstand als menig burger van deze stad heb ik ook wel!
Hoofdstuk 58: Petrus en de rijke inwoner van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ik weet wel dat het jou hier, net als nu heel velen, aan geestelijke kracht ontbreekt om de diepe geheimen van God direct al te begrijpen; maar er is nog een heel goede middenweg, en die luidt volgens mij ongeveer zo: Als ik buitengewone dingen hoor of deze zelfs zie, blijf ik bescheiden en wacht zolang met mijn oordeel tot ik daar zo mogelijk van een andere kant betere uitleg over krijg; en is het me dan nog niet zo helemaal duidelijk dan zoek ik verder, en pas als ik geen hogere en betere uitleg krijg, ben ik gerechtigd te zeggen:'Dat begrijp ik niet en ik laat het aan anderen over die kundiger zijn dan ik om daar een oordeel over te vellen!' Maar meteen de staf breken over iets watje niet begrijpt is toch beslist nog minder wijs dan mijn reactie tegenoverjou!
Hoofdstuk 58: Petrus en de rijke inwoner van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Je hebt vast wel het Hooglied van Salomo gelezen en er ook, net als ik, beslist geen woord van begrepen! Zou het verstandig zijn om het te verwerpen omdat je het niet begrijpt?! Toch hebben we een grote eerbied voor dit lied, hoewel we het niet begrijpen en waarschijnlijk in deze wereld ook nooit volledig zullen begrijpen. Als wij met ons huidige zeer beperkte verstand geleefd zouden hebben tijdens het leven van deze koning die met zo'n grote wijsheid begaafd was, dan zouden wij waarschijnlijk over het Hooglied geen beter oordeel gehad hebben dan jullie gisteren hadden over de toespraak van de Heer en Meester; maar omdat het lied van de koning al heel oud is, waardeert men het vanwege zijn ouderdom, ook al begrijpt men het helemaal niet.
Hoofdstuk 58: Petrus en de rijke inwoner van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Ik wond me tegenover jou wel op, maar terecht, omdat ik je toch moest aantonen dat ik en ook de andere broeders, door alles te verlaten en Hem te volgen geen arbeidsschuwe dwazen zijn, maar dat jullie de dwazen zijn, omdat jullie dat niet inzien en erkennen en hetzelfde doen wat wij doen. Want nu is zichtbaar de tijd aangebroken waarin ieder die het wil, direct door God onderwezen en opgevoed kan worden; want waarlijk, ik zeg je als je oude vriend: In deze man, die jullie een profeet uit Nazareth noemen, woont niet alleen de gewekte geest van een profeet, maar in Zijn lichaam woont de volledige Godheid en in Zijn geest bijgevolg des te meer! Maar jullie zijn allemaal blind en willen, tot grote schade voor jullie zelf, dat nooit erkennen en nog minder geloven, en daarom is het moeilijk praten met jullie.'
Hoofdstuk 58: Petrus en de rijke inwoner van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Daar in het voorvertrek zijn allemaal van die mensen die op zichzelf heel rechtschapen en wereldwijs zijn, welke eigenschap hen in de wereld ook veel aardse rijkdom bezorgde; maar voor Mijn evangelie zijn zij nog lang niet rijp en dat zullen zij in deze wereld ook moeilijk ooit helemaal worden. Daarom moeten jullie ook in het vervolg zulke mensen Mijn woord niet prediken; want het zal bij hen geen wortel schieten, en het zal nog minder ooit een goede rijpe vrucht voortbrengen.
Hoofdstuk 59: Het wezen van de wereldse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[22] IK zei: 'We gaan nu even naar buiten zodat jullie je allemaal van de onverschilligheid van deze mensen kunt overtuigen; daarna gaan we weer terug hier naar toe. Ik zal dan echter een heel fikse regenbui laten komen, en dan zullen we deze vervelende gasten gauw kwijt zijn. Laten we dus zoals Ik al zei, naar buiten gaan! Maar let vooral goed op alle mensen die wij tegen zullen komen! Hier zullen we er dan nog verder over spreken en dan onze maatregelen nemen.'
Hoofdstuk 59: Het wezen van de wereldse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Wind je maar niet te veel op; want je weet nog lang niet duidelijk genoeg wat er allemaal voor gasten op deze aarde rondlopen, en wat ervoor nodig is om ze stukje bij beetje in de sfeer van de kinderen Gods te brengen! Wanneer jullie echter door Mijn geest, die Ik jullie na Mijn hemelvaart zal zenden, helemaal gesterkt zullen zijn, dan zullen jullie ook dát duidelijk inzien en Mij juist eren omdat Ik zo geduldig en lankmoedig ben.
Hoofdstuk 61: Over reïncarnatie. De aarde als school voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Laten echter diegenen onder jullie die tot enig begrip in staat zijn, weten dat ook zielen van andere werelden op deze aarde geïncarneerd zijn, en ook de kinderen van de slang op deze aarde. Zij zijn al eens gestorven en sommigen al enige malen, maar zijn om zich verder te ontwikkelen weer geïncarneerd.
Hoofdstuk 61: Over reïncarnatie. De aarde als school voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Jullie hebben al vaak over zielsverhuizing gehoord. Het verre morgenland gelooft daar tot op heden nog vast in. Maar dat geloof is bij hen erg onzuiver geworden omdat zij de mensenzielen weer in een dierlijk lichaam terug laten keren. Dat is echter in de verste verte niet zo.
Hoofdstuk 61: Over reïncarnatie. De aarde als school voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Ik heb van jou nu voor de eerste keer iets gehoord over wat er eigenlijk achter onze Nazareeër schuilgaat, en kijk, hoe fantastisch jij ook over hem praat, ik vind het toch niet verwerpelijk, maar zelfs zeer de moeite waard om er ernstig over na te denken, het te onderzoeken en ook aan te nemen als aan alle nodige voorwaarden daarvoor geheel voldaan is! Dat lijkt mij helemaal niet onmogelijk, en de omstandigheden spreken er nu erg voor, omdat wij allen maar al te goed weten dat de Nazareeër zich die buitengewone bekwaamheden nergens in een geheime profetenschool eigen heeft kunnen maken omdat hij er nooit een bezocht heeft. Volgens zijn vader heeft hij zelfs nooit op een dusdanige manier leren lezen en schrijven dat men zou kunnen zeggen dat hij dat volledig beheerst. En daarom is zijn plotseling opgedoken gave des te opvallender, en is de onbegrijpelijke macht van zijn wil, waarvoor zelfs naar ik gehoord heb, letterlijk de hardste steen moet wijken des te bewonderenswaardiger. Ik houd alles voor waar omdat ik vorig jaar zelfgetuige was van zo'n daad, die hij duidelijk alleen maar door zijn wil volvoerd heeft. Maar jij, oude vriend, moet niet boos op mij worden wanneer ik als eenvoudig en bescheiden mens alleen maar menselijk met je praat!'
Hoofdstuk 58: Petrus en de rijke inwoner van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Wat echter het stof van straten en stegen voor de aardse wandelaar is, is het ijdele woordenstof van het wereldse verstand voor de levenspelgrim op de levenspaden die Ik jullie heb gewezen. Het vertroebelt gemakkelijk de innerlijke blik en kan zelfs heel verstikkend inwerken op het ware innerlijke geestelijke zieleleven. Op z'n minst vertraagt het, ondanks alle in acht genomen voorzichtigheid, toch de geestelijke vooruitgang! Daarom zei Ik dat jullie ook zelfs het stof dat aan jullie voeten is blijven hangen, moeten afschudden, opdat er totaal niets werelds aan jullie blijft kleven; want waarlijk Ik zeg jullie: Zolang er nog een werelds atoom aan een ziel kleeft, kan zij niet volledig Mijn Rijk binnengaan; want al het wereldse is voor de ziel, wat vergif voor het lichaam is. Een kleine nauwelijks zichtbare druppel zwaar vergifkan het lichaam doden, en evenzo kan ook een atoom wereldsheid de ziel van een mens helemaal bederven of minstens zo beschadigen dat zij daarna lang nodig zal hebben om volledig genezen op te staan tot het eeuwige leven. De ervaring zal jullie dat ten volle bevestigen.'
Hoofdstuk 59: Het wezen van de wereldse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Zijn ook jullie dan nog blind, en onthouden jullie niets van wat Ik jullie zeg? Heb je vorig jaar niet die rijke jongeman gezien? Hij vroeg Mij wat hij moest doen om het eeuwige leven te bereiken. En Ik zei tegen hem dat hij de geboden moest houden en God boven alles en de naaste als zichzelf moest liefhebben. Toen bezwoer de jonge man dat hij dat al vanaf zijn kinderjaren had gedaan. Maar Ik zei daarop:'Goed dan, als je meer wilt, verkoop dan je hele bezit, verdeel de opbrengst onder de armen, en kom dan en volg Mij, dan zul je je daardoor een grote schat in het hemelrijk verwerven!' Meteen werd de jongeman treurig, keerde ons de rug toe en ging weer verder. Maar Ik maakte toen tegen jullie de opmerking, dat een kameel gemakkelijker door het oog van een naald* (* Een smalle neveningang bij de hoofdpoort van Jeruzalem ten tijde van Jezus) gaat, dan dat een rijke in de hemel komt. Toen waren jullie daar verbaasd over en dachten dat er dan maar heel weinigen in het hemelrijk zouden komen. En Ik zei tegen jullie, dat voor de mensen veelonmogelijk lijkt wat echter bij God nog altijd heel goed mogelijk is.
Hoofdstuk 59: Het wezen van de wereldse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286  ...