Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 273 van 278

...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278
[8] Wanneer dat heeft plaatsgevonden, dan groeit het middelste orgaan, dat van het hart uitgaat, tot een bijzonder fijn weefsel om dit nieuwe leven, en wel in de vorm van een zeer kleine, geheel naakte vogel. Dit weefsel strekt zich vanuit zijn centrum in alle richtingen door het ei uit, en opent voor zich daarmede de wegen tot voeding.
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Daarna scheidt het orgaan uit de maag een kalkachtige massa af, afkomstig van daar opgeloste steentjes, die door de inwendige warmte van de vogel verhardt tot een vaste schaal om het ei. Nu is het ei klaar. De vrucht wordt door de warmte bij het uitbroeden volkomen levend. Nadat zij tot vorming alle voeding in het ei heeft verteerd, doorbreekt zij de schaal en treedt als een volkomen vogel in de buitenwereld, voorzien van alle talenten en gaven, die zij nodig heeft.
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Welke gevolgen zulke ontbrandingen hebben, is iedereen bekend. Opdat het echter niet te vaak voorkomt, wat mettertijd een totale vernietiging van de aarde zou kunnen betekenen, zijn op aarde voortdurend werkende woede afleiders voor de helse geesten geplaatst, waardoor voortdurend water naar de gloeiende plaatsen wordt geleid. Als daar ook verzamelingen van zulke reeds bekende gassen ontstaan, worden ze als rook door een schoorsteen afgevoerd, zonder dat er belangrijke verwoestingen plaatsvinden.
Hoofdstuk 10: Over aardschokken en weersverschijnselen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] In dezelfde tijd ontwikkelen zich door het darmkanaal eveneens uiterst fijne geleide organen. Zo heeft de hen (als vogelvrouwtje) twee afvoerkanalen: een om de uitwerpselen af te voeren, en een om het rijp geworden ei te leggen. Voor de uitmonding van het afvoerkanaal van de uitwerpselen verenigt zich het tweede kanaal daarmee door de eerder genoemde van het darmkanaal uitgaande organen. Zij vormen een wijde buis, die zich bij de eierstok in evenveel armen verdeelt als er trechtertjes zijn. Door dit orgaan wordt bij de paring een etherisch -geestelijke stof zeer snel in het centrum van de dooier gebracht. Deze stof is datgene, wat reeds eerder werd genoemd bij de vereniging van dierlijk leven uit het water en de aarde*. (* Namelijk levende natuurzielen-substantie)
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Uit een zuivere somnambule toestand brengt de ziel echter geen herinnering mee terug, evenmin als uit een diep natuurlijk droom leven, omdat ze daar gewoonlijk niet in verbinding staat met haar zenuwgeest. Want deze blijft in zo'n geval wel in verbinding met de zenuwen, die, omdat ze anders niet verzadigd worden en gewoonlijk zwak zij n, zonder de zenuwgeest weldra zouden sterven en oplossen. Dat zou de absolute dood van het lichaam zijn.
Hoofdstuk 13: Ether, zijn gebruik en zijn werking - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] De vliegen bevuilen echter ook de vensterruiten, maar glas trekt geen elektriciteit aan: Dat is wel waar, maar waarom gebruikt men dan glazen cilinders of glasplaten als geschikte middelen om de in de lucht aanwezige vrije elektriciteit door enige wrijving zichtbaar te maken? Omdat deze zich bij voorkeur op het glas verzamelt. Daarom kunnen we ook deze kleine chemici met het bevuilen hun gang laten gaan, opdat deze gepolijste 'elektriciteitshouders' ruwer worden en minder in staat zijn de elektriciteit vast te houden. Zo kan deze zich gemakkelijker met de rest van de kamerlucht vermengen. Zie, zo is zelfs het onbeduidende vliegenvuiltje niet zonder wijsheiden voorzienigheid zomaar ergens gedeponeerd en dat, terwijl het toch slechts pure afval van zo'n onbeduidend diertje is.
Hoofdstuk 20: De vlieg als chemicus en elektriciteits verdeler - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[13] Kijk, hiermee heeft de zon een nieuwe kostganger erbij gekregen die vele van haar stralen zal verteren, totdat hij tenslotte een planetaire dichtheid krijgt. Wanneer hij die eenmaal heeft bereikt, dan geeft hij, doordat zijn centrum zwaar is geworden, zonder schade aan eigen vastheid aan de zon haar stralen overvloedig terug. Want hij neemt tijdens zijn planetaire reis niet alleen de stralen van de zon, in wiens gebied hij zich bevindt op, maar zuigt ook de stralen van andere zonnelichamen in massa's aan en leidt ze dan in zekere zin naar zijn moeder toe.
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Het oog is dus slechts een orgaan om de vele verschillen op te nemen tussen het invallende en het teruggekaatste licht. En deze talrijke verschillende lichtsoorten vormen dan natuurlijk al die verschillende beelden in het oog, dat voor deze lichtverschillen gevoelig is.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Nadat we in het kort de verschillen tussen licht en licht zo begrijpelijk mogelijk hebben verklaard, zullen we ons weer tot onze vlieg wenden, die schijnbaar in vergetelheid is geraakt. Maar Ik zie nu een nieuwe vraag opkomen, namelijk: 'Welk verband is er dan tussen de vlieg en de lichtverwekkende en lichtdragende geesten?' De vlieg, zeg Ik, zal hier een medium zijn en zal tot lichtverzamelende geest worden! Zie, hierin schuilt het grote geheim! Zou men ooit een wezen kunnen begrijpen, zonder te weten op welk standpunt het zich bevindt? Wat zou dat voor een begrip kunnen zijn? Waarlijk, er zou dan weinig onderscheid zijn hoe een mens de vlieg of een ander dier ziet, of hoe een ander dier de vlieg ziet, behalve dat een mens haar een naam kan geven en vaststellen dat ze zes voeten heeft, twee vleugels, een lichaam, een kop en tot de vliegende insecten behoort.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[29] Hoe dat zonder enige belemmering zal geschieden, waardoor elk leven op zichzelf zelfstandig blijft, ongeacht dat het met het Oerleven in de innigste verbinding staat, zal de vlieg ons in het volgende, laatste hoofdstuk nog laten zien.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Nu wenden we onze blik naar de hemelmens, tegenover wiens grootte de grote wereldmens zich net zo verhoudt als een triljoenste deel van een atoom tot de grootte van de genoemde wereldmens. De hemel is in zijn menselijk aanzien zo groot, dat de talloze miljarden hulsglobes waaruit de grote wereldmens bestaat, gemakkelijk in de buis van een haartje op zij n lichaam plaats zouden kunnen nemen en daarbij nog al hun bewegingen daarin zouden kunnen maken, zonder ooit de wanden van dit haartje te raken!
Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Zonder ijzer was je in natuurlijk en ook vaak in geestelijk opzicht het armste schepsel op aarde. Maar door middel van dit metaal kan men talloze bruikbare instrumenten en werktuigen maken. Daarom zullen we een blik werpen op haar ontstaan.
Hoofdstuk 29: Betekenis en het ontstaan van ijzer - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Het tot nu toe behandelde moet beschouwd worden als een noodzakelijke inleiding, zonder welke het volgende moeilijk te begrijpen zou zijn.
Hoofdstuk 31: Wezen en oorzaak van het gletscher licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Dat dit waar is Iaat ook een ander voorbeeld zien. Bij grote, elementaire gebeurtenissen -zoals bijvoorbeeld een alles vernietigend onweer of overstromingen -worden zelfs de wildste dieren zo zacht en vertrouwelijk dat ze zich zachtmoedig als de duiven zonder schade aan te richten bij de mensen en de tamme dieren aansluiten.
Hoofdstuk 36: De bergen als liefde en wijsheidspredikers - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[31] Hier zou iemand kunnen zeggen: Ja, als dus al die verschillende soorten planten, dieren en mineralen -vooral in de warme streken -zo veel van de lichtstof uit de zon in zich bevatten, dan is er geen behoefte aan deze kunstmatige voorzieningen, waarbij men uit de zon datgene opvangt, wat men langs een heel natuurlijke weg zonder veel moeite kan verkrijgen
Hoofdstuk 2: Algemene beschouwing over de geneeskracht van de zon - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
...  253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278