Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 273 van 1490

...  261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286  ...
[4] Deze zwarten hebben jullie nu echter op veel manieren laten zien welke kracht een onbedorven ziel bezit, en Ik Zelf heb jullie nu de reden daarvan op vele wijzen zonneklaar uitgelegd, en daarom meen Ik nu, dat jullie dat nu heel goed als een vaststaande waarheid aan kunnen nemen, en dat des te meer als Ik jullie er nog bij zeg, dat het bij de mensen plaatsgevonden heeft, nu nog plaatsvindt, en verder nog plaats zal blijven vinden.
Hoofdstuk 262: De uitstralende levenslichtsfeer van Mozes en de patriarchen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ja, zij verrichtten wonderen, -maar wisten zelf niet hoe. Zij waren sterk, maar wisten niet goed waar de kracht vandaan kwam en konden deze alleen maar juist en nuttig gebruiken, als zij door Mijn geest, die hen af en toe doordrong, daartoe opgewekt werden. Verder gebruikten zij hun kracht echter ook vaak waar het helemaal niet nodig was, bijna als kinderen, die bij hun spelletjes ook vaak een hogere kracht gebruiken terwijl zij daar toch nooit of te nimmer enig voordeel van kunnen hebben, behalve hooguit dat zij hun natuurkracht oefenen.
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Toen zei CYRENIUS, die zijn verbazing haast niet kon bedwingen: "Nee, nee vriend, een fabel is het niet; maar ik zou nu haast beginnen te geloven, dat ook onze beroemde fabeldichter Aesopus met de dieren heeft kunnen spreken! Heer, dat is toch alweer zo'n deugd van de zwarten, waarvan wij eerder geen flauw idee hadden! Ja, als dat zo doorgaat, zijn wij met de zwarten nog lang niet klaar! Het wordt alsmaar mooier, steeds ongelooflijker en onverklaarbaarder! In de boeken van jullie Schrift las ik wel eens ooit over een ezel die met zijn profeet, genaamd Bileam, toen deze hem te zeer mishandelde, gesproken moet hebben; maar wat is dat hierbij vergeleken, nu deze zwarte zich door deze heel gewone ezel diens gehele levensloop voorbeeldig laat verhalen! En dat het geen verzinsel van de zwarte was, bevestigde de oude Markus!
Hoofdstuk 260: Het gesprek met de ezel van Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "De oude, vrome patriarchen hadden een uitstralende levenslichtsfeer die zo sterk was, dat zij 's nachts licht gaven, ook voor aardse ogen. Nadat Mozes op de Sinaï met God samenkwam, straalde zijn ziel door de gloed van zijn liefde tot God zo sterk, dat zijn gelaat overdag heerlijker en helderder straalde dan het licht van de zon op het midden van de dag, en Mozes zijn gezicht moest bedekken met een driedubbele doek, omdat de andere mensen anders niet naar hem konden kijken. Onder de mensen van deze aarde had Mozes' ziel toen de hoogste volmaaktheid bereikt, daarom moesten dan ook alle schepselen hem heel precies gehoorzamen. Hij stond op de hoogste intelligente manier in verbinding met alle geschapen wezens, vond daardoor ook overal Mijn wil, toonde die aan de blinde mensen en gaf hun ook de juiste wegen aan waarop ieder mens, als hij maar vast wil, tot volmaaktheid van zijn ziel kan komen. Hij richtte ten behoeve daarvan ook een eigen profetenschool op, die in deze tijd weliswaar nog bestaat, maar wel in de trant van de nieuwe, onechte ark des verbonds, omdat de echte Mozaïsche ark allang zijn kracht en uitwerking heeft verloren.
Hoofdstuk 262: De uitstralende levenslichtsfeer van Mozes en de patriarchen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Ik leg jullie dit echter niet uit in de gedachte, dat Ik jullie terug zou willen brengen naar die oertoestand van de eerste mensen der aarde, maar alleen om jullie bij zulke voorvallen die nog altijd mogelijk zijn, wat kennis betreft een zuiver standpunt in te laten nemen, zodat je dit alles niet meer bijgelovig wonderlijk, maar volgens de volledige en heel natuurlijke waarheid zult beoordelen en je daarnaar zult richten. Want zouden jullie, zonder deze uitleg van Mij, ooit tijdens de verdere uitbreiding van Mijn leer bij volkeren komen zoals deze zwarten hier, en zouden jullie hen dingen zien doen zoals jullie die nu in ruime mate hebben gezien, dan zouden jullie daarvan al gauw zo onder de indruk raken dat jullie je door zulke wonderdoende volkeren dan een ander evangelie zouden voor laten prediken en al gauw van Mijn wegen zouden kunnen afraken en daardoor waarschijnlijk nooit de wedergeboorte van Mijn geest zouden kunnen bereiken, in plaats van dat jullie de vreemde volken Mijn evangelie zouden overbrengen.
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar heel anders staat het met de onbeperkte kracht van de geest, zodra deze eenmaal helemaal in de ziel is wedergeboren, of eigenlijk is ingeboren; want daardoor krijgt hij volle gemeenschap met Mijn oneindige en eeuwige almacht, Mijn liefde en Mijn wijsheid, inzicht, kennis en Mijn wil! Zou hij echter wanneer hij dat alles volledig bezit, en daardoor pas waarachtig Mijn kind is, dan nog een wens kunnen koesteren om dingen te kunnen bewerkstelligen die eens de ouden, zoals nu nog deze Moren, slechts ten dele en dat slechts onvolkomen, hebben kunnen doen?!
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Natuurlijk kost het jullie om te bereiken dat jullie ziel geheel doordrongen is van de geest ook veel moeite en daadkracht; maar, wanneer je daardoor met zekerheid verrijkt wordt met het allergrootste en allerhoogste levensgoed, dan kunnen jullie je wel wat laten welgevallen! Want alle wonderbaarlijke eigenschappen van een op zichzelf volmaakte mensenziel en alle schatten van deze aarde zijn immers nog niet de kleinste dauwdruppel vergeleken bij de grote wereldzee van datgene, wat jullie door het juiste opvolgen van Mijn woord en wil veel zekerder wacht dan de eens komende stoffelijke dood van jullie lichaam, die jullie echter in feite even weinig zal storen als wanneer je een oud, vermolmd huis verlaat dat ieder moment in elkaar kan storten, om daarvoor in de plaats voor altijd en eeuwig een nieuw huis te betrekken, -een huis waar de stormen van geen enkele tijd vat op kunnen krijgen!
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Want waarlijk Ik zeg jullie: Alle door Mijn woord en het handelen daarnaar wedergeboren mensen zullen de lichamelijke dood niet voelen, noch hem zoals de wereldse mensen en veel dieren, vrezen, maar zij zullen zelf geheel vrijwillig het lichaam verlaten wanneer Ik hen, omdat Ik hen voor hogere doeleinden nodig heb, uit deze wereld naar Mijn huis zal roepen! Hebben jullie nu dit alles goed ter harte genomen en begrepen?"
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Na deze verzekering pijnigt MARCUS nog een poosje zijn hersens of hem nog niet iets te binnen wil schieten waarmee hij de engel een beetje in het nauw zou kunnen drijven. Maar omdat hem op dat moment geen argument meer te binnen schiet, zegt hij tegen Raphaël: 'Zet hier dan een beter bewoonbaar en meer solide huis voor mij neer, dat wil zeggen een complete herberg voor vreemden en plaatselijke bewoners, een goed omheinde tuin met daarin allerlei bomen met smakelijk fruit en met te vergeten dadels, en in de tuin een heldere bron!"
Hoofdstuk 3: De voorzienigheid van God en de vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wanneer ook de Heer Zich weer zal openbaren op deze aarde, hetzij alleen door het Woord of soms in korte momenten ook persoonlijk, dan zal Hij dat altijd alleen maar doen aan Zijn ware kinderen, die van boven zijn. De wereld en haar kinderen zullen weinig of niets van Hem merken! Voor hen is de eeuwigheid lang genoeg om hen naar een heel ondergeschikt licht te brengen.
Hoofdstuk 5: Kinderen van de wereld en kinderen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Geloof maar niet dat dit hoogste licht uit de hemelen ooit alle mensen van de aarde zal doordringen! Alleen de ware kinderen, altijd een gering aantal, zullen daarmee zuiver en overvloedig voorzien worden, en de wereldse kinderen zullen zich alleen maar uit hun afval tempels en afgodenhuizen bouwen en deze met hun ijzeren wetten en blinde domme regels omheinen, maar toch nooit de weinige ware kinderen kunnen deren, want daar zal de Heer altijd zeer getrouw voor zorgen. Daarom zal onder de wereldse mensen geen Jeremia meer zijn klaagliederen aanheffen! -Maar ga nu naar de Heer en bedank Hem voor dit grote geschenk!"
Hoofdstuk 5: Kinderen van de wereld en kinderen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Allen gaan nu de keuken uit en wanneer zij aan de tafels de honderden gasten zien eten en drinken, zegt MARCUS heel verbaasd over dit tafereel: 'Ja, hoe is dat nu mogelijk? Je bent toch immers geen ogenblik bij mij weggeweest, en alle tafels zijn zo te zien afgeladen vol! Je hebt geen enkel gerecht kunnen klaarmaken en nog minder opdienen! Verraad mij toch eens iets van de manier waarop je dat gedaan hebt, want alles begrijp ik eerder dan jouw uiterst onbegrijpelijke snelheid, vooral bij daden die op deze aarde toch noodzakelijkerwijs gebonden zijn aan een bepaalde orde binnen tijd en ruimte! Ik vraagje nogmaals iets te vertellen over de manier waarop je de spijzen hebt klaargemaakt en waar je ze vandaan hebt gehaald! Want van het eten dat halfklaar in mijn keuken stond, is niets op al deze tafels terechtgekomen, want ik heb het daar zojuist nog in alle rust en wachtend op zijn bestemming zien staan.
Hoofdstuk 1: De wonderbaarlijke maaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Toen vroeg RAPHAËL aan Marcus: 'Begrijp je nu hoe ik in staat ben om veel dingen uiterst snel te doen, en dat dit zelfs heel gemakkelijk is, vooral als je bedenkt dat een geest, als het principe dat het diepste innerlijk van de wezens en dingen geheel doordringt, met alle materie ook het effectiefst en altijd met het meeste resultaat kan doen en laten wat hij maar wil en dat niets hem daarbij tegen kan houden?! Bovendien heb ik als aartsengel aeonen helpers die allen ieder ogenblik afhankelijk zijn van mijn wil. Als mijn wil, die de wil van de Heer is, iets wil, dan vervult deze wil ook meteen talloze aan mij ondergeschikte dienaren, die ogenblikkelijk in actie komen en iets wat gedaan moet worden dan ook gemakkelijk met een snelheid uitvoeren die jij je nauwelijks kunt voorstellen! Zelf doe ik persoonlijk weliswaar niets, maar door mijn aartswil worden aeonen helpers vanuit de meest innerlijke basis van hun wezen geactiveerd, en een opdracht wordt dan ook op deze wijze gemakkelijk zo snel mogelijk uitgevoerd, en dat des te zekerder, omdat de Heer en vervolgens wij, alles wat ergens gedaan moet worden allang voorzien en voorbereid hebben, zodat het dan voor jullie, als dat nodig is, kant en klaar in een uiterlijk zichtbare daad omgezet kan worden.
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] MARCUS was met deze uitleg heel tevreden en zei: 'ik dank je voor deze uitstekende uitleg; want als ik alles zo overzie wat ik gezien en gehoord heb, begrijp ik nu toch tot mijn volle tevredenheid hoe jij, beste hemelse vriend, je wonderen verricht en vooral de bliksemsnelle uitvoering van wat je wilt. En ik kan nu openlijk de conclusie trekken, dat het toch bij ieder wonder enigszins natuurlijk toegaat en dat het steeds neerkomt op een samenspel van krachten wanneer er ergens iets, hetzij zeer snel of in tussenpozen, uitgevoerd moet worden. ja, ik zie nu tussen jullie geestelijke wonderen en de toverkunsten van de aardse magiërs een bepaalde, lichte overeenkomst, en die bestaat in datgene wat jij voorzien en voorbereiding noemde!
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Daarom kan een aarde zoals die van ons, niet zo maar door een almachtig 'Er zij!' met alles erop en eraan geschapen worden, maar pas in de loop van de tijd na lange voorafgaande voorbereidingen, waardoor deze tegenwoordige aarde, zoals zij nu is en bestaat, als een noodzakelijk gevolg moest ontstaan. Om dezelfde reden kan dan ook vrijwel niets plotseling volmaakt en blijvend ontstaan. Alles wat snel ontstaat, vergaat ook weer net zo snel. De bliksem bijvoorbeeld ontstaat snel, maar vergaat ook even snel. Aan de andere kant heeft dat echter tot gevolg dat iets wat eenmaal blijvend bestaat, ook zo goed als nooit meer plotseling kan vergaan, maar alleen in fasen zoals het ontstaan is. Iets wat nog nooit voorzien en voorbereid werd, kan dus nooit ten uitvoer gebracht worden door een machtspreuk, ook al wordt deze ondersteund door de krachtigste wil, en dat geldt zowel ingeval van ontstaan als van opheffen en vergaan. Alles kan dus slechts als een tijdelijk wonder gezien worden en ieder gebeuren is een noodzakelijk gevolg van vele periodieke, tijdelijke ontwikkelingsgangen!
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286  ...