Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 273 van 1037

...  261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286  ...
[5] Dat stelde de Romeinen gerust, en zij konden toen weer naar de gids, die zich in een ellendige toestand bevond, kijken en wat medelijden voor haar voelen.
Hoofdstuk 185: De genezing van de bezeten jonge vrouw Maria Magdalena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'U heeft zich tot Mij gewend, zonder te weten wie Ik ben; maar uw halve vertrouwen dat er aan onze tafel iemand de bezetene zou kunnen helpen, heeft u naar Mij toegebracht. En Ik zeg u dat uw geest u al de juiste man heeft aangewezen, die haar ook helpen zal tot haar lichamelijk welzijn en tot welzijn van haar ziel. Let dan goed op met welke middelen Ik deze jonge vrouw voor altijd zal helpen!'
Hoofdstuk 185: De genezing van de bezeten jonge vrouw Maria Magdalena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Toen stond Ik op van Mijn stoel, ging naar de al helemaal verstijfd op de grond liggende jonge vrouw, strekte Mijn handen over haar uit en bedreigde de zeven kwade geesten in haar .
Hoofdstuk 185: De genezing van de bezeten jonge vrouw Maria Magdalena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Toen kwamen een paar leerlingen naar voren, wilden haar van Mijn voeten wegtrekken, en zeiden tegen haar dat zoiets hier niet te pas kwam.
Hoofdstuk 185: De genezing van de bezeten jonge vrouw Maria Magdalena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Maar nu begon DE ROMEIN Mij ook wat nauwkeuriger te bekijken, en hij zei tegen Mij: 'Vriend, vergeef mij dat mijn hart mij dwingt u nu ook met een belangrijke vraag lastig te vallen! Mijn eerdere navorsingen naar die bijzondere man uit dit land zullen u niet ontgaan zijn. U heeft nu deze jonge vrouw zo wonderbaarlijk genezen als ik nog nooit eerder heb meegemaakt. U genas haar alleen door de kracht van Uw wil. Zou het kunnen zijn dat u uiteindelijk die bijzondere man, die ware godmens bent, waarover men helemaal in Rome spreekt?! En mocht u het misschien niet zijn, dan zult u zeker van hem afweten. Als dat zo is, breng ons dan bij hem, en wat ik aan schatten bij mij heb is van u!'
Hoofdstuk 186: De Romeinen en de jonge vrouw eren de heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Na deze goede toespraak dronk zij de beker leeg, stond van haar zitplaats op, ging naar Mij toe en zei: 'O grote Meester, laat een onwaardige jonge vrouw de zoom van Uw kleed aanraken en kussen om haar hart daardoor wat te verlichten!'
Hoofdstuk 186: De Romeinen en de jonge vrouw eren de heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Kijk, vanuit Judea heeft zich zelfs tot Rome de mare verspreid dat ergens in de joodse landen een buitengewoon man, een soort profeet, is opgestaan, die toekomstige zaken voorspelt, en aan wiens wil alle natuurkrachten volkomen moeten gehoorzamen! Lang wilden wij dat niet geloven, maar er kwamen pas kort geleden van zeer betrouwbare zijde opnieuw berichten naar Rome en dus ook bij mij -omdat ik een van de voornaamste patriciërs van Rome ben -, en ik en al deze vrienden van mij, die ook tot de aanzienlijksten van Rome horen, dachten: Iets ervan moet toch waar zijn, -maar wat? Schepen hebben we genoeg en zeelieden bij honderden, laten we een reis naar Azië maken en wel naar Judea! Daar zullen we het gemakkelijkst ervaren wat er van waar is!
Hoofdstuk 183: De Romein vraagt de waard en Lazarus naar de wonderman Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] LAZARUS zei toen: 'Daar hoeven de Romeinen bij Hem beslist nooit of te nimmer bang voor te zijn; want ten eerste is Hij een groot vriend van de Romeinen, en ten tweede moet de voorspelling van de oude profeten zo opgevat worden dat Hij in de verste verte niet van plan is om als Messias, die nu naar waarheid volgens de oude profetieën gekomen is, een aards rijk op deze aarde te vestigen, maar om een geestelijk rijk van liefde en ware wijsheid van God te vestigen voor alle mensen van de aarde die Zijn leer over God, over Zijn hemelrijk en het eeuwige leven van de ziel na de lichamelijke dood aannemen en volgens Zijn bekendgemaakte wil zullen leven en werken. Kijk, dat is Zijn zuivere en ware bedoeling; maar van een verdrijving van de Romeinen uit dit land is bij Hem al heel zeker nooit sprake!
Hoofdstuk 184: Lazarus vertelt de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Maar IK zei daarop tegen de jonge vrouw: 'Sta op want je bent geholpen, en al je zonden zijn je vergeven! Maar ga nu heen en zondig niet meer, opdat je nog niet iets ergers zal overkomen! Want als een boze geest een mens verlaat, trekt hij door dorre steppen en woestijnen en zoekt naar een woning, en als hij niets vindt, komt hij weer terug. Dan vindt hij zijn oude woning schoongeveegd en gereinigd, zodat hij grote lust krijgt er weer in te trekken. Als hij echter ziet dat hij alleen te zwak is, haalt hij zeven andere geesten die nog erger zijn dan hij en gezamenlijk trekken zij dan met geweld in de gereinigde woning, en deze tweede toestand van die mens is dan nog veel erger dan de eerste. Let dus goed op dat jou niet hetzelfde overkomt! Sta daarom op, ga heen en zondig dus niet meer!'
Hoofdstuk 185: De genezing van de bezeten jonge vrouw Maria Magdalena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Kijk, er was eens een mens die honderd schapen had! En op een keer verdwaalde er op de grote weideplaats een schaap in de bosjes. Toen hij 's avonds zijn schapen tel.de, merkte hij dat er een schaap mankeerde. Hij bedacht zich met lang, het de negen en negentig schapen staan en ging snel het verloren schaap zoeken. En toen hij het na lang en ingespannen zoeken vond, nam hij het van blijdschap op zijn schouders en droeg het naar huis. Toen het weer bij de andere negen en negentig was, verheugde hij zich meer over dat gelukkig teruggevonden schaap dan over de negen en negentig die nooit zoek waren geweest.
Hoofdstuk 186: De Romeinen en de jonge vrouw eren de heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Zeker; want het lichaam en het bloed van ieder mens zit vol natuurlijke, kwade geesten, die kwaad genoemd kunnen worden omdat zij onder het gericht staan; als zij niet onder het gericht zouden staan, zouden zij niet jullie vlees en bloed zijn. Maar wanneer het lichaam van jullie wordt afgenomen, zal het niet lang daarna uiteenvallen, en zijn geesten zullen dan reeds naar een vrijere bestemming worden geleid.
Hoofdstuk 187: Over de werking van de wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] En AGRICOLA kwam naar Mij toe en zei: 'Grote Meester, toon ons Uw talloze, machtige, geheime en onzichtbare begeleiders als U dat mogelijk is, dan zullen we zien 'Nat dat dan wel voor wezens zijn. Wij allen vragen U om ons te laten zien wat U ons daarnet in het vooruitzicht heeft gesteld!'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] DE ROMEIN zei: 'Meester, onze lijfspreuk is: Si totus illabatur orbis, impavidum ferient ruinae!* (* Al zou de hele wereld verwoest worden, dan zullen de onverschrokkenen op de ruïnes verder leven!) Wie geen vrees heeft voor de dood, is ook niet bang voor de goede geesten en nog minder voor de kwade, die wel eens niet al te veel macht zouden kunnen hebben! Wij zijn volledig op alles voorbereid, ook al is het nog zo buitengewoon, en U kunt uw teken wel laten beginnen. Wij zijn er allemaal erg benieuwd naar!'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei: 'Sta dan op van jullie zitplaatsen en kom met Mij mee naar buiten! Daar zullen jullie een uur lang de heerlijkheid van God de Vader zien, die Mij, dat wil zeggen in dit lichaam, in deze wereld gezonden heeft voor het heil van de mensen.'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Toen Ik uitgesproken was, stonden allen van hun zitplaatsen op en gingen met Mij naar buiten.
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286  ...