15542 resultaten - Pagina 274 van 1037
... 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 ...
[2] En allen bevonden zich in het tweede gezicht en zagen onafzienbare scharen stralende engelgeesten, waarvan er een aantal naar hen, dat wil zeggen naar de Romeinen, afdaalden en met hen spraken.Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Om ou, als denkende Romein, daarvan nog meer te overtuigen, moet je die steen pakken en zo hard mogelijk naar mijn hoofd werpen, en dat zal me helemaal niets doen! Als ik echter bij jou hetzelfde zou doen, zou je ogenblikkelijk lichamelijk dood zijn. Probeer het maar, en overtuig je zelf dat het zo is en niet anders!'
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] De Romein probeerde het uit alle macht, maar het was hem niet mogelijk de hand van de engel ook maar een haarbreedte naar links of naar rechts of naar boven of naar beneden te bewegen, en nog minder lukte het hem de steen uit de hand van de engel te krijgen.
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Als ik als geest dat met het grootste gemak kan, is dan mijn zuiver geestelijke bestaan niet oneindig volmaakter dan het bestaan van alle lichamelijke mensen op deze kleine aarde?! Daarom is alleen óns bestaan een echt bestaan, en dat van jullie op deze aarde is dat slechts in zoverre het een leven volgens de wil van de Heer is, die nu eindeloos genadig bij jullie leeft en jullie waarachtig leert leven, en die alleen van eeuwigheid alles in alles is, naar Wie jullie moeten luisteren en volgens wiens woorden jullie moeten leven en werken.'
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Daarom kwam hij naar Mij toe en zei AGRICOLA: 'Ongeëvenaarde Heer en Meester, dit is toch beslist geen droom, en de geest - of wat hij verder ook maar kan zijn - ontwikkelde voor mij ideeën waarvan echt geen mens ooit gedroomd heeft! Wat moet iemand zoals wij daar nu van begrijpen?! Het mooiste is, dat hij zegt dat ook hij eens een lichamelijk mens op het een of andere hemellichaam geweest is. Dan vraag ik me af, waar naast deze aarde nog een ander hemellichaam moet zijn! Ik en talloze andere mensen hebben daar nooit iets van gehoord. Wat is dat dan voor een nieuw verhaal?'
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei: 'Rustig aan Mijn vriend! Ga maar naar hem toe, dan zal hij je de andere aarden nog wel laten zien, waarvan er ontelbare in de eindeloze ruimte zijn! Ik zegje dat deze geestje niets gezegd heeft wat niet waar is; ga dus maar naar hem toe en laat je nader inlichten over de dingen waaraan je twijfelt, en hij zal je dat allemaal heel praktisch laten zien en uitleggen!'
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE ROMEIN bedankte Mij hartelijk voor deze raad en ging weer naar de engel en zei tegen hem: 'M'n beste engelgeest, ik ben je weliswaar erg erkentelijk voor alle wijze woorden die je tegen mij sprak, -maar wij burgers van deze aarde, die aankomende kinderen Gods moeten zijn, respectievelijk moeten worden, kunnen beslist niet overweg met jullie bovenaardse wijsheid! Wat weten wij nu van nog andere aarden in de eindeloze grote ruimte, terwijl wij onze eigen aarde nog lang niet goed genoeg kennen! Wees daarom zo goed om mij eenvoudige bewijzen voor je verklaring te geven, want anders zul je met al je wijsheid bij ons echt niet veel resultaat hebben!'
Hoofdstuk 191: Over het tweede en derde gezicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar let nu allemaal op, want ik zal jullie nu meteen vrij maken in jullie geest, die het eigenlijke liefdeleven uit God is, en waardoor jullie ook kinderen van God zijn, of toch heel zeker kunt worden als je naar de wil van God zo zult leven zoals dit jullie heel omstandig wordt uitgelegd. Het zij zo! Wordt vrij, en zie nu de aan jullie verwante, eeuwige schepping van God!'
Hoofdstuk 191: Over het tweede en derde gezicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Allen lagen op de grond. Alleen AGRICOLA zat op een bank en begon het volgende te zeggen: 'Dus die grote bol daar beneden is de aarde en daar boven is de maan als een kleinere bol en daar nog dieper onder de aarde onmiskenbaar de zon! O, dat is een wonderbaarlijke aanblik, en de schijnbaar lege ruimte is vol van wezens van mijn soort! Enigen zweven naar beneden naar de aarde, en anderen zweven er weer vandaan. En, O, O, daar is de maanaarde al! Zij lijkt veel op onze aarde, maar het ziet er allemaal zo doods en verlaten uit. Het zou me daar echt niet bevallen en het schijnt ook haar bewoners niet al te goed te bevallen, want ze trekken allemaal erg bedroefde gezichten en zien er erg kwijnend uit.'
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Vandaar ging het naar de zon.
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Toen AGRICOLA in de buurt van de zon kwam, zei hij tegen de engel: 'Vriend, deze wereld is me te groot! Ik verga erin tot een volkomen niets. Breng mij naar een kleinere aarde!'
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ogenblikkelijk bevonden zij zich op het mooiste punt van de middengordel. Daar werd de Romein overweldigd door de overgrote pracht. En toen hij daarna ook nog de mensen zag, die buitengewoon mooi waren, wilde hij zich daar niet meer weg laten halen en smeekte de engel of hij een jonge vrouw van deze grote aarde mee mocht nemen naar de kleine aarde, opdat de mensen zich er allemaal van zouden kunnen overtuigen dat ook de zon een wereld is, waarop veel mooiere en ook veel betere mensen wonen.
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] DE ENGEL zei: 'Ja, vriend, ook dat gaat weer niet! En ook al zou ik haar naar de aarde kunnen brengen, dan zou het voor haar toch onmogelijk zijn op aarde verder te leven, omdat de lucht van de aarde voor haar precies hetzelfde zou zijn wat voor de lichamelijke mensen het water op aarde is. Zo zie je wel dat de mensen van de andere werelden zo geschapen zijn dat zij alleen maar op de hun aangewezen wereld bestaan kunnen. - Maar nu gaan we weer verder!'
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Na de zon werden de planeten nog bezocht en een paar dichtbijzijnde zonnen, waarop de Romein het steeds het meest naar zijn zin had, zodat hij het voortdurend jammer vond dat hij niet een bewoner van zo 'n grote, prachtige, mooie lichtwereld geworden was.
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En kijk, je was dus al een keer op zo'n mooie wereld, iets watje nu in je geest heel goed beseft en waarbij je je ook alles herinnert watje voor ongeveer vijftig aardse jaren allemaal hebt gedaan! Maar om te zorgen dat je verlangen om hier te blijven niet te veel ontwaakt, zullen we meteen weer naar onze aarde van God gaan.'
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)