15542 resultaten - Pagina 275 van 1037
... 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 ...
[21] Maar ze verlangden nu allen naar rust en zeiden dat ze pas de volgende dag nuchterder daarover zouden kunnen praten. En dus gingen we weer naar onze kamer om te rusten.Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Ik keek met de leerlingen naar het mooie natuurtafereel, en JOHANNES zei tegen Mij: 'Heer, ik weet echt niet waarom zo'n mooie ochtend op mij altijd zo'n prettige en op mijn hart zo'n verheven, versterkende indruk maakt, terwijl de middagzon mij helemaal onverschillig laat en de avondzon mij meer ernstig en droefgeestig stemt!'
Hoofdstuk 193: De geestelijke overeenkomst van de dagtijden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Nadat Ik dat met de leerlingen had afgesproken, kwamen Lazarus en de waard naar buiten naar ons toe, en de waard bracht Mij eerst de lieve groet van het jonge meisje over.
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Maak je daar maar niet druk over! Zo is het wel in orde; want als deze mensen gisteren helemaal nuchter geweest waren, had Ik Mij niet zo aan hen kunnen openbaren. Maar omdat ze in hun dronkenschap meer droomden dan waakten, is het toch heel goed gelukt. Pas er echter voor op dat je Mij niet verraad! Als zij een van jullie weer naar de beroemde jood zullen vragen, zeg hun dan dat hij vanmorgen in de tempel zal spreken! Dan zullen zij snel naar de tempel gaan en Mij willen zien en horen. Daarna zullen zij pas rijper zijn om iets meer over hun zogenaamde droomgezicht te ervaren.
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Daarom zeg Ik ook tegen jullie allen: Verzamel je in deze wereld nooit zulke schatten die door roest aangetast en gemakkelijk door motten verteerd kunnen worden! Maak je geen zorgen voor de komende dag over wat je eten en waarmee je je kleden zult! Het is voldoende dat iedere dag zelf zijn eigen zorgen met zich meebrengt. De Vader in de hemel weet precies watje nodig hebt. Kijk naar de mussen op het dak en de bloemen op de velden! Zij zaaien en zij oogsten niets en worden toch door de Vader in de hemel in alles rijkelijk verzorgd. Hebben de mussen niet een verenpak en voedsel, en zijn de bloemen op het veld niet prachtiger gekleed dan Salomo in al zijn pracht ooit was? Maar zijn jullie niet veel beter dan de mussen, waarvan men er een dozijn voor een penning koopt, en beter dan gras op het veld dat vandaag nog bloeit, morgen echter afgemaaid, vervolgens gedroogd en, omdat het te slecht is om aan de dieren te voeren, in de oven wordt gegooid en verbrand?! Nu Ik jullie dit echter verteld heb, gedraag je daar dan ook naar en handel daarnaar, dan zullen jullie als Mijn uitverkoren leerlingen in jullie ambt een goed bestaan hebben!
Hoofdstuk 193: De geestelijke overeenkomst van de dagtijden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] En LAZARUS zei tegen Mij: 'Maar Heer, toch is er echt iets vreemds met de Romeinen, en met name met Agricola, die gisternacht zo spraakzaam was! Vandaag is de spraakzaamste zo stil als een muis en allen houden ze het gisteren door U gedane buitengewone teken voor een droom; en het mooiste is dat ze natuurlijk allemaal precies dezelfde droom tot in detail aan elkaar vertellen! Een deel zoekt de oorzaak bij de werking van de wijn, die beslist betoverd moet zijn geweest; Agricola zegt echter dat de droom ontstaan is doordat hun fantasie zich al teveel bezig houdt met de beroemde jood, en daardoor bij allen tegelijk, zonder dat zij zich daarvan bewust waren, dat beeld geschapen heeft dat hen allen gedurende deze nacht heeft beziggehouden. Maar het allermooiste is, dat zij eigenlijk helemaal niet weten hoe zij in deze bergherberg gekomen zijn! Ik zei tegen Agricola, dat zij al vrij laat op de avond door een jong meisje naar boven gebracht waren; maar nu kunnen zij zich ook dat niet meer herinneren! Ja, laat iemand maar proberen deze mensen te begrijpen, - ik weet er geen weg mee!'
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] LAZARUS zei: 'Prachtig! Maar Heer, de ochtendmaaltijd is nu ook al klaar! Zou U het met Uw leerlingen niet eerst willen gebruiken en daarna pas naar de tempel gaan?'
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'O, zeker; maar zet het in een andere kamer, zodat we niet in het zicht van de Romeinen zitten! Er zullen er al gauw een aantal naar buiten komen en van alles vragen. Mijn leerlingen hebben al orders wat zij moeten doen; Ik zal geen moeite met hen hebben. Zet jij intussen onze ochtendmaaltijd in een andere kamer, dan zullen wij meteen komen om te eten, waarna we naar de tempel zullen afdalen!'
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Toen beiden dat hoorden gingen zij onmiddellijk het huis weer binnen en deden alles zoals Ik gezegd had. Zij waren echter nog maar nauwelijks in huis toen er al een aantal Romeinen naar buiten kwam en met volle teugen van het prachtige uitzicht vanaf deze berg genoot.
Hoofdstuk 195: De dertig Romeinen zoeken de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Een van hen ging naar een leerling toe en vroeg hem of hij gedurende de nacht in deze herberg geweest was, en de anderen die bij hem waren misschien ook.
Hoofdstuk 195: De dertig Romeinen zoeken de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Maar DE LEERLING wees naar Mij en zei: 'Die daar is ook uw taal machtig, ga maar met Hem praten!'
Hoofdstuk 195: De dertig Romeinen zoeken de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Als Romein die ook een beetje joods verstond, begreep hij dat en hij ging meteen naar Mij toe en vroeg Mij hetzelfde wat hij aan de leerling gevraagd had.
Hoofdstuk 195: De dertig Romeinen zoeken de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] DE ROMEIN zei: 'Ach, wij zochten gisteren en ook eergisteren al heel intensief naar de beroemde jood en door een toeval zijn wij in deze herberg terechtgekomen! Maar we waren allemaal door de zware wijn wat dronken, en toen wij sliepen hadden we allemaal dezelfde wonderlijke droom: Wij vonden de wonderbare Jood. Die bracht ons onder meer juist naar dit punt en toonde ons daar zijn hele goddelijke macht en heerlijkheid, zodat wij buitengewoon enthousiast waren, en de wonderbare jood voor een god aanzagen die voor enige tijd pro forma een mensenlichaam aangenomen had om zo de betere mensen te onderrichten over een hoger leven. Maar dat is slechts heel in het kort de inhoud van ons droombeeld. Evenwel, als slechts één van ons dat gedroomd zou hebben, - wel dan zou dat een heel aardige, zeldzaam mooie droom geweest zijn; maar nu hadden wij allemaal zonder uitzondering volmaakt één en dezelfde droom, wat beslist niet normaal is! Wij gaven de wijn de schuld en wilden u nu vragen, als u hier ook overnacht hebt, of u zelf soms ook een soortgelijke droom had. Neem me dat niet kwalijk!'
Hoofdstuk 195: De dertig Romeinen zoeken de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Wij verlieten de Romeinen en gingen de kamer binnen waar de maaltijd reeds op ons wachtte. De Romeinen deden hetzelfde, maar dan net als gisteren in de grote eetzaal. Wij waren natuurlijk vlug klaar en daalden toen snel naar de stad af, waar wij eerst wat rondkeken; want voor negen uur was er in de tempel niets te doen, dat wil zeggen op deze huidige eerste dag na het feest.
Hoofdstuk 195: De dertig Romeinen zoeken de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Maar toen de tempel geopend werd, ging Ik die morgen bijtijds met de leerlingen naar binnen en was er zodoende als een van de eersten. (Joh. 8,2) En toen het volk zag dat Ik de tempel was binnengegaan, kwam het in groten getale naar Mij toe, en Ik ging zitten en begon het door gelijkenissen, beelden en voorbeelden te onderwijzen, zoals die veelvuldig in de Evangeliën voorkomen.
Hoofdstuk 196: De Heer onderricht in de tempel. Het oordeel van het luisterende volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)