Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 277 van 1110

...  265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290  ...
[14] Maar IK zei: 'Wij waren precies daar waar wij waren, maar jullie zochten ons daar waar wij niet waren, en dat is de heel eenvoudige reden waarom jullie ons niet gevonden hebben. Maar laten we nu eten en drinken!'
Hoofdstuk 76: De oorzaken van het verval van de mensen. Theocratie en monarchie Eindtijd en gericht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Toen zei IK tegen hen: 'Juist zoals Ik het jullie gegeven heb! Als jullie er dieper over na willen denken, zullen jullie er ook een grote geestelijke waarheid in vinden.'
Hoofdstuk 76: De oorzaken van het verval van de mensen. Theocratie en monarchie Eindtijd en gericht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei: 'O, beslist niet! Ik zal jullie echter zeggen wat het betekent en wat Ik daarmee heb willen zeggen. Luister dus naar Mij!
Hoofdstuk 76: De oorzaken van het verval van de mensen. Theocratie en monarchie Eindtijd en gericht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Jullie zijn er echter wat geërgerd op uitgegaan om Mij te zoeken, omdat Ik jullie van tevoren niet verteld had waar Ik vanmorgen voor de maaltijd heen zou gaan. En kijk, dat was ten eerste niet de juiste plaats om Mij geestelijk in jullie hart te zoeken, en in de tweede plaats kon derhalve ook uiterlijk de juiste plaats waar Ik Mij bevond niet gevonden worden!
Hoofdstuk 76: De oorzaken van het verval van de mensen. Theocratie en monarchie Eindtijd en gericht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Waarlijk, zij die Mij niet dáár zoeken waar Ik ben, vinden Mij niet en zullen Mij ook niet vinden. Er zullen er in de loop van de tijd nog heel velen Mij zoeken en niet vinden! Er zullen tijden komen waarin heel veel valse profeten en Messiassen zullen opstaan die tegen jullie zullen zeggen:'Kijk, hier is de gezalfde!' of Dáár is hij!' Maar geloof die allemaal niet, want waar zij zullen aangeven dat Ik te vinden ben, zal Ik juist het allerminst en eigenlijk helemaal niet en nooit te vinden zijn. Wie Mij zal zoeken in iets dat ook maar zweemt naar wereldsheid, zal Mij niet vinden, maar alleen hij die Mij in ware liefde, deemoed en zelfverloochening zal zoeken, zal Mij ook zeker altijd en overal vinden.
Hoofdstuk 76: De oorzaken van het verval van de mensen. Theocratie en monarchie Eindtijd en gericht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Dit alles slaat nu echter niet op jullie houding tegenover Mij, maar Ik liet jullie door een beeld zien hoe het ooit zal worden. Daarom moet dan ook, net als Ik, iedere ware leraar bij elke gelegenheid zijn woorden zo kiezen, ook bij de meest onbelangrijke zaken, dat zij als basis kunnen dienen voor een nieuwe, belangrijke leer. Want waarlijk zeg Ik tegen jullie: In het rijk van de geesten die rein zijn voor God, zullen jullie ook voor ieder ijdel leeg woord rekenschap af moeten leggen en in tegenwoordigheid van het zuivere licht van de waarheid uit God te schande staan!'
Hoofdstuk 76: De oorzaken van het verval van de mensen. Theocratie en monarchie Eindtijd en gericht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Ook die laten we zijn gang gaan! Overmorgen zal hij beslist weer bij ons komen; want Ik zal hem niet tegenhouden. Maar laten we nu hier genieten van het uitzicht, dat bijzonder mooi is, en denken jullie daarbij aan de les die Ik jullie vanmorgen gegeven heb, en laat degene die het begrijpt de onwetende onderwijzen, en het zal jullie een ijdel en ook waar plezier bezorgen!'
Hoofdstuk 77: Op een berg bij Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] DE WAARD zei: 'Dat is als waard en herbergier mijn plicht; want ik mag de deuren van mijn huis voor niemand sluiten, wie hij ook is en waar hij ook vandaan komt. Ik heb niet eens het recht een dief en rover er uit te gooien en hem te vragen wat hij van plan is, omdat een echte herberg ook door hem gerespecteerd wordt. Bovendien is mijn herberg een vrijplaats, waarin zeven volle dagen lang zelfs geen misdadiger gegrepen en voor het gerecht gebracht mag worden volgens de wetten van Rome. Waarom zou ik dan, gezien deze omstandigheden, de beroemdste man die de wereld ooit had, geen onderdak geven, omdat hij ten eerste nooit iemand iets schuldig is gebleven en ten tweede de allervriendelijkste en beste mens is die ik ooit ergens ontmoet heb?!
Hoofdstuk 78: Een gesprek tussen de waard en de overste over de Heer De Heer in het noorden van Galilea (Ev.Joh. hfdst.7) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] DE WAARD zei: 'Waarlijk, daarvoor was het toch niet nodig om mij hier bij u te laten roepen! Want ik ben toch zelf een man van de wereld en kan heel goed beoordelen of iets vals of echt is! Wij allen kennen deze wonderbaarlijke man bijna vanaf zijn geboorte en we kennen zijn ouders, mensen die altijd streng volgens de wet leefden en handelden en derhalve ware voorbeelden van gehoorzaamheid aan God en al Zijn instellingen waren. Maar hoe zou dan met zulke ouders deze ene, en wel volgens het getuigenis van Jozef de vrome timmerman, diens gelovigste, meest welopgevoede en gehoorzaamste zoon met Beëlzebub in verbinding staan en zijn werkelijk goddelijke wonderwerken met diens totaalonbeduidende hulp verrichten?!
Hoofdstuk 78: Een gesprek tussen de waard en de overste over de Heer De Heer in het noorden van Galilea (Ev.Joh. hfdst.7) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Pas na een poosje zei HIJ: 'U heeft weliswaar gelijk, en als ik geen overste was, zou ik er waarschijnlijk net zo over denken als u; maar ik ben hier overste en moet volgens mijn plicht handelen. Tegenover iemand als u denk en gedraag ik me echter niet als overste, maar als mens. Zou ik echter meer met de tempel verbonden zijn dan nu, dan zou ik volgens de opdracht van de tempel de man moeten oppakken en hem aan Jeruzalem uit moeten leveren. Omdat ik echter meer mens ben dan overste, liet ik hem zelfs in de school prediken en ging er zelf niet heen, om het de schijn te geven dat ik er geen weet van had. Maar de Nazareeër , die anders heel verstandig en wijs schijnt te zijn, moet daar een heel raadselachtige en voor niemand begrijpelijke toespraak gehouden hebben en uiteindelijk bijna alleen in de school overgebleven zijn. Nu, als ik me vrij kan maken, dan kom ik morgen of overmorgen eens langs; want op z'n minst wil ik hem toch wel eens zien!'
Hoofdstuk 78: Een gesprek tussen de waard en de overste over de Heer De Heer in het noorden van Galilea (Ev.Joh. hfdst.7) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Toen zei DE WAARD: 'Ja, Heer, dat is waarlijk ook niet zo helemaal op natuurlijke wijze gebeurd! De bouwmeesters waren Joses en Joël, respectievelijk zonen van Jozef en stiefbroers van U. Maar het ging heel wonderlijk. Zij hadden slechts twee helpers en toen zij de ceders begonnen te bewerken, kostte dit werk dat anders minstens tien dagen gevergd zou hebben, nauwelijks een dag, en het verbinden van de bomen, het opzetten van het dak en het leggen van de vloeren, evenals het vervaardigen van alles wat zich in de zaal bevindt, kostte net zoveel tijd als de tijd die de Heer volgens Mozes nodig had voor het scheppen van de wereld.
Hoofdstuk 80: Het bezoek bij de waard in Kana. De genezing van het zieke kind. Een evangelie voor zogende moeders. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Kort en goed, volgens de mening van iedere ter zake kundige zou het bouwen van zo 'n zaal ongeveer ruim een halfjaar kosten, en dan nog met meer bouwlieden die daarbij erg hard zouden moeten werken, -en deze zaal werd door slechts vier bouwlieden in zes dagen in de huidige staat opgeleverd, en dat moet toch ook wel beslist een wonder zijn!
Hoofdstuk 80: Het bezoek bij de waard in Kana. De genezing van het zieke kind. Een evangelie voor zogende moeders. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei: 'O, jullie kleinmoedigen! Ga heen en doe het laatste! Maar naar onderdak hoeven jullie niet te zoeken want dat zal nog vanzelf komen, als het komen wil. Komt het niet dan blijven we hier, en er zal niemand iets overkomen. Morgen zullen we pas zien wat er gedaan moet worden.'
Hoofdstuk 81: De Heer in het noorden van Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Toen vroeg DE TOLLENAAR verder: 'Wel, wie is dan jullie Heer en Meester, en wat is zijn beroep?'
Hoofdstuk 82: De leerlingen en de strenge tollenaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] DE TOLLENAAR zei: 'Waarom zoeken jullie hier geen onderdak in een herberg? Er zijn er immers verscheidene in onze niet zo kleine stad!'
Hoofdstuk 82: De leerlingen en de strenge tollenaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290  ...