Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 279 van 1088

...  267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292  ...
[12] Daarop gingen de mensen vlug naar hun schamele woningen en brachten ongeveer twintig zieken; daaronder bevonden zich lammen, kreupelen, jichtlijders, blinden, doven, melaatsen en zelfs een man die geen armen had. Deze man was verder weliswaar gezond en sterk, maar omdat hij reeds als kind door de onachtzaamheid van zijn verzorgster beide armen verloren had, kon hij geen behoorlijk werk doen behalve wat hij heel gebrekkig met zijn voeten kon doen.
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Toen alle zieken op een spaarzaam begroeid grasveldje lagen, ging IK naar hen toe en zei: ' Zouden jullie allemaal van jullie kwalen genezen willen worden, en geloven jullie dat Ik jullie genezen kan?'
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Daarop keek DE AANWEZIGE ZEUSPRIESTER erg verbaasd en zei tegen de dokter: ' Als hij dat kan, is hij geen mens meer, maar werkelijk een god! Het meest nieuwsgierig ben ik echter naar de man zonder armen! Kan hij ook hem zijn beide verloren armen teruggeven, dan is hij vast en zeker een god, en dan moeten we hem aanbidden! ,
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Alleen DE MAN ZONDER ARMEN had zijn armen nog niet gekregen, en daarom kwam hij naar Mij toe en zei: 'O goede wereldheiland, omdat het u mogelijk was door uw wonderbaarlijk almachtige wil al deze zieken te genezen, zal het u zeker ook wel mogelijk zijn mij mijn beide werkhanden te geven, zodat ik daarmee dan door allerlei werk mijn brood kan verdienen! O, laat mij niet onverrichter zake van deze plaats weggaan, opdat ook ik met mijn gehele hart volledig in kan stemmen met het dankgejubel van de andere genezen mensen!'
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[24] Na deze woorden van de dokter zei de Zeuspriester niets meer; maar JORED kwam naar Mij toe en zei: 'Heer, als U dat wilt, geef dan ook deze man zijn handen, ik zal hem dan in dienst nemen en hij zal goed bij mij verzorgd zijn! ,
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Toen ging ook de priester naar de leerlingen die onderricht gaven en luisterde twee uur lang met de grootste aandacht naar hun geestdriftig onderwijs en begreep pas uit de woorden van de leerlingen, die hier heel openlijk spraken, wie Ik was en wat Ik met de mensen wilde.
Hoofdstuk 98: De handige verdedigingstoespraak van de heidense priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar nu zei IK nogmaals tegen hen: 'Ga nu naar jullie nieuwe huizen en neem alles in bezit wat je daar zult vinden!'
Hoofdstuk 99: Joreds arme vissersdorpje wordt door de Heer wonderbaarlijk gezegend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Omdat de bewoners echter in hun nieuwe woonhuizen ook een royale voorraad aantroffen, wilden zij allemaal nog een keer naar ons terug om Mij hun herhaalde, luide dank te brengen; maar de leerlingen zeiden tegen hen, dat zij dat maar heel stil in hun hart moesten doen, en dat Ik hen heel goed zou verstaan omdat Ik zelfs de stilste gedachte van een mens, hoe ver ook verwijderd, kende en opmerkte. Daarom moesten zij zich ook ter harte nemen nooit een slechte gedachte in zich op te laten komen, omdat Ik dat ogenblikkelijk zou weten.
Hoofdstuk 99: Joreds arme vissersdorpje wordt door de Heer wonderbaarlijk gezegend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Daarop kwamen de leerlingen weer bij ons, behalve Judas Iskariot. Die nam zich nog de moeite persoonlijk de bewoners het gebruik van verschillende gereedschappen uit te leggen, en in ieder huis at en dronk hij, want hij wilde voor zijn onderricht toch wel iets hebben. Wij gunden hem echter zijn plezier en gingen onder het voeren van menig goed gesprek terug naar Chotinodora. Toen wij daar aankwamen, ging de zon al bijna onder en wij waren dan ook wat moe geworden en gingen Joreds huis binnen naar de reeds bekende zaal. Daar waren ook de beide leerlingen met de vier priesters die daar door hen onderwezen werden, en al gauw kwamen er een aantal mensen uit het huis en uit de stad, die graag wilden weten wat er tijdens de kleine reis naar het vissersdorpje allemaal gebeurd was.
Hoofdstuk 100: De terugkeer naar Chotinodora - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Maar onze Thomas kon toch niet nalaten een opmerking te plaatsen omdat hij door Mij wist, dat Judas Iskariot zich in het nieuwe dorp duchtig te goed gedaan had aan de daar aanwezige wonderwijn. Ditmaal deed Judas Iskariot echter net of hij Thomas helemaal niet gehoord had, maar hij ging toch, nadat hij een flinke beker wijn leeggedronken had, naar buiten, en wij zagen hem deze nacht niet terug. Buiten had hij een burger aangetroffen die met hem sprak over de gebeurtenissen van deze dag en hem toen ook mee naar huis nam, waar hem een goede en rijkelijke avondmaaltijd ten deel viel.
Hoofdstuk 100: De terugkeer naar Chotinodora - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Ook deze goede, ernstige berisping van de vijf priesters voor hun familie had een goede uitwerking; zij zwegen en gingen heel geduldig weer naar huis.
Hoofdstuk 100: De terugkeer naar Chotinodora - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daniëls vrome ziel was wel erg geschikt om die visioenen als in een levendige droom te zien, maar ook zijn ziel kon ze niet begrijpen, want haar geest van gene zijde uit God kon niet één met haar worden en zijn, omdat Ik nog niet lichamelijk aanwezig was om zo'n algehele éénwording mogelijk te maken. Deze algehele éénwording zal echter ook pas volledig mogelijk zijn als Ik opgevaren ben naar Mijn oude en daarna ook helemaal nieuwe vaderland.
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'O, nu vergis je je deerlijk! Als die boeken over de innerlijke, geestelijke wijsheid zo geschreven waren dat zij voor ieder natuurlijk, werelds verstand al op het eerste gezicht volkomen begrijpelijk zouden zijn, dan zou de mens ze al gauw ter zijde leggen en er niet eens meer naar kijken. Wat voor nut zou hij er dan van hebben?!
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] 's Morgens wachtte er al een aantal mensen voor het huis om Mij te zien; maar Ik bleef met de leerlingen in de zaal en ging dit keer voor de ochtendmaaltijd niet naar buiten.
Hoofdstuk 102: De listige vrouwen van de heidense priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Vervolgens gebeurde er meteen wat Ik gezegd had. De dokter en de priesters kwamen binnen en wij gingen aan tafel. Toen werden ook de spijzen binnengebracht, die heel goed toebereid waren, daar de zeven vrouwen van Jored prima kokkinnen waren, en wij aten en dronken opnieuw naar hartelust, en dronken de wijn na de vis.
Hoofdstuk 102: De listige vrouwen van de heidense priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292  ...