5587 resultaten - Pagina 280 van 373
... 268 - 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 ...
[21] In een tekst van de eerbiedwaardige apostel Paulus staat: `Onderzoek alles en behoud het goede'. Dat zal ik ook hier doen, maar diep in mijn hart denk ik dat van deze eigenaardige beproeving helemaal niets of toch maar bitter weinig goeds te verwachten is. Dit steeds feller wordende licht, dat me voorkomt alsof men steeds dichter een stad nadert die in lichterlaaie staat, lijkt me namelijk voor het belichten van het goede absoluut niet geschikt te zijn. Maar zoals gezegd, het komt allemaal slechts op de proef aan. Kijk maar eens wat verder langs deze rivier; daar ver op de achtergrond wordt hij bijna gloeiend en het lijkt alsof de golven zich in een gloeiende nevel oplossen. Het is alsof we een vuurzee naderen, die deze rivier opschrokt.Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[29] Jullie vragen: moeten wij daar soms ook nog in afdalen? Ik zeg en zei immers toch al van tevoren dat jullie de hele ontwikkeling tot aan het einde mee moeten aanzien, omdat jullie anders maar de helft zouden weten van hetgeen de binding van zo'n dubbele liefde in een hart wil zeggen. Wees maar niet bevreesd voor deze vlammen, want ze zijn slechts een verschijningsvorm van het helse. Ter plekke echter zal alles er weer heel anders uitzien. Volg me dus zonder angst!
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Kijk eens, hoe dit paar nu met de hand op het hart eenstemmig zegt: o machtige vrienden van de Heer, jullie hebben ons met weinig woorden oneindig veel gezegd. We hebben weliswaar al heel lang het vermoeden gehad dat er nog iets hogers en verheveners moet zijn dan dit hier, maar we wisten de weg niet, want onze wijsheid was in staat hier het meest verhevene tot stand te brengen. Nu weten we dat dit alles slechts werd toegelaten, opdat we daaruit steeds meer de liefde zouden mogen erkennen. Zeg ons daarom wat we moeten doen om slechts één druppel van de echte, waarachtige liefde waardig te worden.
Hoofdstuk 44: Schoonheid en pracht van de middag. Onderricht over het wezen van liefde en wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Onze gastheer zegt tegen het echtpaar: lieve vrienden, ik heet jullie welkom uit het diepst van mijn hart; zeg mij frank en vrij wat je bewogen heeft jullie grote heerlijkheid te verlaten om hier op de heuvels, waar geen pracht, rijkdom en overvloed aanwezig zijn, jullie verdere vooruitgang te zoeken.
Hoofdstuk 46: In het heuvelland van de eeuwige morgen. Een klein liefde examen. Hoe stellen jullie je de Heer voor? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] De gastheer zegt: dit van jullie te vernemen is de grootste vreugde van mijn hart. Maar de Heer heeft jullie toch al een onmetelijk grote beloning geschonken; willen jullie dan nog meer? Ik ben namelijk van mening dat het toch voldoende moet zijn als de Heer jullie alles heeft gegeven wat jullie in het diepst van je hart maar kunnen bedenken en daarom vind ik dan ook dat jullie onderneming bijna op ondank lijkt.
Hoofdstuk 46: In het heuvelland van de eeuwige morgen. Een klein liefde examen. Hoe stellen jullie je de Heer voor? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[24] De man zegt: beste vriend, dat is waar maar de Heer God Jehova was op aarde ook een mens en heeft dus onze natuur aangenomen en als mens de zijnen toegezegd, dat ze eeuwig bij Hem zullen wonen. Hij heeft zelfs tot de medegekruisigde misdadiger gezegd: `Heden nog zul je met Mij in het paradijs zijn!' Ook de apostel Paulus verheugde zich erop bij de Heer te komen. Daarom geloof ook ik dat het in Gods hemelen ergens mogelijk moet zijn de Vader in Christus menselijk te ontmoeten en Hem met een hart boordevol liefde en met een allerzaligste blik in de ogen te aanschouwen!
Hoofdstuk 46: In het heuvelland van de eeuwige morgen. Een klein liefde examen. Hoe stellen jullie je de Heer voor? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[38] De gastheer zegt: welnu, omdat jullie dat levendig uit de grond van je hart wensen zeg Ik jullie: kijk naar Mij, want precies zoals Ik eruit zie, zo ziet ook de Heer in Zijn menselijke gestalte eruit.
Hoofdstuk 46: In het heuvelland van de eeuwige morgen. Een klein liefde examen. Hoe stellen jullie je de Heer voor? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Bovendien moet ik hier op grond van mijn ervaringen die ik op aarde heb opgedaan, nog een opmerking aan toevoegen en ik geloof dat je daaruit gemakkelijk kunt opmaken hoe onnatuurlijk deze hemel met betrekking tot het menselijke gevoel is. Toen ik destijds op aarde een jonge levenskrachtige man van ongeveer dertig jaar was, ontmoette ik als vrijgezel bij toeval eens een meisje, dat ik zo hemels mooi. vond dat ik in mijn hart zei: mijn God en mijn Heer, als U mij dit meisje tot vrouw geeft zal ik daar gelukkiger mee zijn dan wanneer U mij dadelijk vrije toegang tot de hemel zou geven! Ik heb ook direct in mijn hart gezworen dat deze hemelse engel mijn vrouw moest worden. Na zo'n eed deed ik dan ook al het mogelijke om haar tot de mijne te maken. Dat kostte me heel wat moeite en inspanning, maar hoe harder ik voor deze aardse engel moest vechten, des te gelukkiger dacht ik, zou ik mij voelen als ik haar eenmaal zou bezitten. Ja, in mijn fantasie ging ik werkelijk zo ver dat ik me voorstelde dat, wanneer deze vrouwelijke engel voor altijd voor me zou staan en ik haar steeds van top tot teen zou kunnen bekijken, ik daar onmogelijk ooit genoeg van zou krijgen.
Hoofdstuk 50: Onhoudbaarheid van deze materiële voorstelling van de hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ook moet ik oprecht bekennen, dat mijn innerlijke strijd om de Heilige Geest in de vorm van een duif lief te hebben, tevergeefs was. In dat geval had ik even goed een stuk hout kunnen liefhebben als deze derde goddelijke hoogst onpersoonlijke persoon. De Heilige Geest werd met mijn liefde dus het minst bedacht en wel omdat ik het nooit zover heb kunnen brengen om zijn wezen te doorgronden en mij daarbij iets voor te stellen. Vader en Zoon lagen mij steeds nader aan het hart; als het er maar geen twee waren geweest, maar alleen óf de een óf de ander, dan zou ik in staat zijn geweest heel veel hetzij van de ene of van de andere te houden.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Toen ik nog op aarde was, heb ik eens geprobeerd of ik niet verliefd kon worden op zo'n echt mooie ster. Voor dat doel bekeek ik zo'n ster langdurig en dwong mijn hart zo goed ik maar kon; maar denken jullie dat ik in staat was echte liefde voor die ster in mij op te wekken, zoals voor een goede vriend of een sympathieke vriendin? O, daartoe was ik nimmer in staat!
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] En zie, na een bijna twee jaar durende bittere strijd werd deze engel werkelijk mijn vrouw. Voorwaar, de eerste tijd geloofde ik zelf nauwelijks dat ik echt de gelukkige was die nu met het volste recht tegen deze engel kon zeggen: mijn liefste vrouw! Ik was overgelukkig! Maar kijk, na ongeveer twee jaar was deze engel voor mij zoiets gewoons geworden dat het me vaak behoorlijk veel zelfverloochening kostte om tenminste fatsoenshalve en eershalve bij haar thuis te blijven. In het begin was ik in mijn hart ook zo jaloers dat ik op een echte engel uit de hemel kwaad zou zijn geworden als die het had gewaagd om in de huurt van mijn hemelse ideaal te komen. Maar na twee jaar, moet ik je tot mijn eigen schande eerlijk bekennen, was ik vaak echt blij als mijn hemelse ideaal zo nu en dan eens bezoek kreeg, zodat ik tijd vond om wat in de vrije, goddelijke natuur te wandelen.
Hoofdstuk 50: Onhoudbaarheid van deze materiële voorstelling van de hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Omdat daardoor jouw dwaling steeds meer begon in te zakken, vluchtte jij met jouw gezelschap op de muur. Deze muur was het goddelijke Woord, dat weliswaar in jou is blijven hangen, maar in al zijn fragmenten voor jou nog totaal onbegrijpelijk was. Daarom had hij voor jou en jouw gezelschap ook geen draagkracht. Hij leek uiteen te wijken en viel met jullie in de diepte, dat wil zeggen het Woord, dat tot dan toe alleen jullie verstand bezighield, viel voor een klein deel in de levende diepte van jullie harten. Al spoedig zagen jullie een groot water onder je, dat jullie dreigde te verslinden. Maar dit water was niets anders dan de zichtbare wijsheid van inzicht, die in dit geringe fragment van het Woord, dat in jouw diepte viel, verborgen is. Met deze 'woordmuur' in jouw hart bereikte je al gauw de grote, lichte zee van inzicht en het Woord werd voor jou en jullie allemaal een zekere drager over de oneindige stromen van goddelijke wijsheid, die ook in dit kleine Woordfragment verborgen ligt. Toen je heimelijk het Woord steeds meer in je opnam, droeg het jou naarmate je opnamevermogen groeide, steeds dichter naar een vaste levensoever toe. En je kon deze niet bereiken voordat dit woord volkomen zou zegevieren over de eigendunk van jouw hart. Het Woord heeft echter gezegevierd en daarom ben je daarmee ook op de vaste oever beland.
Hoofdstuk 54: Bevrijding uit de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Ik heb weliswaar vaak heimelijk gedacht: als Christus zich maar eens vanaf Zijn hoge troon ergens heen had begeven waar ik Hem heel alleen te pakken had kunnen krijgen, dan had ik Hem waarlijk uit het diepst van mijn hart kunnen liefhebben, maar met mijn veel te geringe liefde voor dit ontoegankelijke licht, heb ik, zoals gezegd, de Vader noch de Zoon in hun ontoegankelijke licht kunnen naderen. Ik vind het trouwens volkomen tegennatuurlijk om liefde, of het nu een geestelijke of een lichamelijke betreft, op iets in de oneindigheid te richten, want liefde verlangt een bereikbaar object, iets onbereikbaars liefhebben vind ik klinkklare onzin.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Als we hier ergens Christus de Heer eens konden ontmoeten, en wel zoals Hij eens op aarde heeft geleefd en Zijn apostelen heeft onderricht, dan zou dat voor mij bij al dit moois wel het allerhoogste genot zijn. Want één ding moet ik jullie nog eerlijk bekennen: de aanblik van de goddelijke drie-eenheid is op zich wel heel verheven, maar ik zou mij werkelijk in het diepst van mijn hart een infame leugenaar voelen als ik zou beweren dat deze aanblik mij ook maar enigszins een warm gevoel van liefde zou hebben gegeven. Ik heb mij daar wel zoveel mogelijk toe gedwongen, maar het is me niet gelukt om de drie personen in gelijke mate met liefde te omvatten. Want hield ik van de Vader, dan kon ik niet tegelijkertijd ook van de Zoon houden. Toen ik mij daarvan bewust werd, kwam de gedachte bij mij op dat de Vader evenals de Zoon dit wel eens ongunstig konden opvatten. Wilde ik alleen van de Zoon houden, dan vroeg ik me af of de Vader daar wel tevreden mee zou zijn.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Met de heilige drie-eenheid en het heilige altaarsacrament bleef ik steeds onwillekeurig voortdurend innerlijk worstelen. Want voor deze te mysterieuze, onbegrijpelijke, goddelijke verhevenheden was mijn hart als het ware omgeven door eeuwig noordpoolijs. Vrienden, ik wil met deze bekentenis niemand iets opdringen; ik heb alleen maar in deze vrije omgeving mijn hart eens flink gelucht. Jullie kunnen hetzelfde doen, want voordat we het aangeduide paleis zullen hebben bereikt zal er nog enige tijd verstrijken.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)