17481 resultaten - Pagina 281 van 1166
... 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 ...
[1] (DE HEER:) "Dat jij, Mathaël, echter zegt dat de schuld uiteindelijk toch bij Mij ligt voor het feit, dat in de loop van de tijd de mensen in zo'n totaal verkeerde manier van leven terecht gekomen zijn, die hen overduidelijk ten gronde zou moeten richten, daar stel Ik ook meteen het volgende tegenover: Zielen zoals die van deze zwarten, zijn tot op heden nog niet geroepen tot het kindschap van God, en voor datgene waarvoor zij er zijn, was een meer stereotiep, vast bewaarde volmaaktheid van hun ziel voldoende; want je moet deze niet zien als een speciaal gevolg van hun voortreffelijke zelfontwikkeling, maar zij is hun gegeven, net als hun zwarte huid. Als zij echter ook het kindschap van God willen bereiken, dan zal hen dit alles niet meer gegeven worden, maar alleen de leer .Hoofdstuk 245: De zelfstandige ontwikkeling van een mensenziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar bij een ziel die zichzelf vervolmaakt, ligt dat heel anders! Om dat te kunnen realiseren moesten haar toch alle daarvoor nodige middelen volledig ter beschikking gesteld worden, waardoor zij, als zij deze wil gebruiken, noodzakelijkerwijs en onfeilbaar de volmaaktheid bereiken moet; maar de daarvoor vereiste middelen worden de ziel die tot het vrije kindschap van God geroepen is, toch beslist nooit opgedrongen, maar worden alleen klaargezet, zoals voor een wijze bouwmeester de materialen die voor de bouw van een huis nodig zijn. Vanaf dat punt gebruikt de bouwmeester ze naar eigen goeddunken en bouwt daarvan een huis volgens zijn idee en zijn smaak, en het gebouwde huis is dan volkomen zijn werk en niet het werk van degene die het materiaal voor hem heeft klaargezet. Ook al heb je het beste materiaal klaargezet om een goed woonhuis voor je te laten bouwen, maar je bouwt het zelf niet, maar stelt een bouwmeester aan die het gevraagde huis voor je bouwt, kun je dan toch zeggen: 'Kijk, dit mooie en prachtig ingerichte huis is mijn werk!? Beslist niet, want het huis blijft altijd het werk van degene die het naar eigen goeddunken en inzicht heeft gebouwd!
Hoofdstuk 245: De zelfstandige ontwikkeling van een mensenziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ik zeg jullie: Voor Mijn eeuwige, voorbereidende werk begint nu pas de oogst en jullie zullen Mijn eerste, geheel volmaakte kinderen zijn, wat echter nog steeds van jullie en niet van Mijn wil afhankelijk is. En nu geloof Ik dat jij, Mathaël, Mij wel wilt verontschuldigen, omdat je nu hopelijk alles zult begrijpen wat je eerder nog niet hebt begrepen! - Is het je nu duidelijk?"
Hoofdstuk 246: Waarom de vrije mensenziel zelfstandig haar volmaaktheid moet bereiken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] MATHAËL zegt: Ja, Heer, dat is mij nu volkomen duidelijk, maar hoewel ik en mijn vier metgezellen toch ook slechter waren dan een hond, en ik een duivel was, heeft Uw almachtige wil mij toch zeer snel genezen en ik heb ondanks dat, het zelfbewustzijn en de herinnering aan alles van vroeger niet verloren! Hoe zit het dan daarmee? Daar heeft Uw almacht ons toch zeer snel volledig geholpen!"
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Ja, Mijn vriend, dat was een heel ander geval; met Jullie zielen, maar alleen jullie lichamen waren bedorven, omdat zich in jullie ingewanden een aantal boze geesten genesteld hadden! Die veroverden het lichamelijke organisme in zoverre dat zij daarin heer en meester waren zoveel zij maar wilden, en jullie zielen, die lang niet opgewassen waren tegen zoveel geesten, trokken zich gedurende die tijd terug en moesten de kwade geesten in jullie lichaam hun gang laten gaan.
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] MATHAËL zegt: "Heer, U, de enige wijze en liefdevolle van eeuwigheid! Alles is mij nu volkomen duidelijk en ik geloof dat er in het levenskamertje van mijn ziel nog maar weinig duisternis heerst, maar hoe het met heel veel anderen gesteld is weet U, o Heer, natuurlijk alleen maar! Bij mijn schoonvader en bij mijn vrouw zullen nog wel een aantal duistere kamertjes Zijn, alleen daar zal ik met Uw genade en hulp het ontbrekende in ieder geval zorgvuldig aanvullen!"
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] En dat is nu de taak die Ik Mijzelf voor jullie gesteld heb, en jullie taak voor de naasten zal volgen! Weliswaar mogen jullie geen hoop koesteren dat dat allemaal al binnen enkele jaren plaats zal kunnen vinden! Ik zeg jullie: Over duizend jaar en meer, zal meer dan de helft van de wereldbevolking nog geen syllabe van Mijn woord gehoord hebben!
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De geringste uiting van Mijn macht is dan voldoende om duizendmaal duizend van zulke zielen uit het lichaam te verwijderen, waarvan een voorbeeld, dat vandaag nog gegeven zal worden, je nog meer zal overtuigen. Als de geesten eenmaal uit het lichaam zijn, zul je zeker een behoorlijke zwakte in je lichaam voelen, die aanhoudt tot de ziel zich weer meester gemaakt heeft van het gehele lichamelijke organisme. Zodra dit heeft plaatsgevonden, beheerst. de oude, helemaal gezonde ziel weer het lichaam; hier werd dus alleen het lichaam en niet de ziel door Mijn almacht geholpen. Maar wanneer een ziel als zodanig door haar eigen wil verwoest is, kan Mijn almacht niet helpen, maar alleen liefde, onderricht en geduld, omdat iedere ziel zelf moet gaan. bouwen en zich met het haar gegeven materiaal zelf moet vervolmaken. -Begrijp je dat nu? Als je nog iets niet duidelijk is, vraag het dan, want het is nu de tijd van de.algehele uitleg over alles, en jullie hebben veellicht nodig om alle anderen in al hun duistere levenskamertjes zo goed mogelijk te verlichten!" ..
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Mathaël, jou is nu alles duidelijk, dat wil zeggen in zoverre een mensenziel alles duidelijk kan zijn zolang zij nog niet volledig één is geworden met haar geest; laat daarom je licht dan ook voor al je broeders schijnen! Wek echter in jezelf ook het geloof op in de kracht van Mijn naam; want alleen in Mijn naam zul je als dit noodzakelijk is ook tekenen kunnen doen voor de mensen, om bij hen een begin van geloof in Mij op te wekken!
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Want wie Mijn woord aan de mensen predikt, maar door de macht daarvan niets kan teweegbrengen, is nog een zwakke dienaar van Degene, Die hem gezonden heeft om aan de volkeren der aarde het nieuwe Woord van al het leven uit de hemelen te brengen.
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER: ) "Ik zou nu ook voor Jeruzalem tekenen kunnen doen waardoor heel Jeruzalem dusdanig onder de indruk zou komen, dat het zich zeker geen ogenblik bedenken zou om zich onvoorwaardelijk aan Mijn geloof over te geven, maar wat zou dat voor geloof zijn? Dat zou slavengeloof zijn uit vrees en angst, en het zou een gericht zijn voor de mensen, waaruit zij duizenden jaren lang niet meer vrij zouden komen!
Hoofdstuk 249: Tekenen voor de uitbreiding van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Pas daarna kunnen jullie ook enkel weldadige tekenen doen, zoals bijvoorbeeld allerlei zieken genezen door het opleggen van de handen in Mijn naam, hier en daar hongerigen en dorstigen verzadigen, ook kun je een verwoestende storm afwenden door slechts Mijn naam uit te spreken tegen de onheilszwangere wolken in de lucht, die bij zulke gelegenheden gewoonlijk gevuld zijn met de smerigste en ergste geesten. Op die wijze zullen jullie geen enkele mensenziel vastketenen, maar ze zo geheel uit eigen wil leiden, zoals een goede herder zijn lammeren leidt, die hem op al zijn schreden vrijwillig graag volgen omdat zij steeds alleen maar goeds van hem te verwachten hebben.
Hoofdstuk 249: Tekenen voor de uitbreiding van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Er zullen tijden komen dat degenen die door Mijn woord wijs zijn geworden, zullen roepen: 'Heer, nu is het toch wel heel moeilijk om mens te zijn; slechts heel heimelijk kun je nog de waarheld spreken, wil je niet bestraft worden! Wat de valse profeten willen is echter een duidelijke leugen en daarom godslastering! Heer, bewapen U toch en trek ten strijde tegen Uw vijanden voor zij Uw levensakker totaal bederven!'
Hoofdstuk 251: Het zwaard als tuchtigingsmiddel bij ongelovige volken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar Ik zal telkens opnieuw geduld hebben en tegen iedereen die Mij zo aanroept, zeggen: 'Heb nog korte tijd geduld tot de gegeven maat vol wordt! Houd vol tot het einde en je zult zalig zijn; want de dwang van de wereld zal jullie, reinen, geen kwaad doen aan je ziel, en jullie, als Mijn jongste kinderen, die in allerlei kwellingen, nood en ellende de weg door het vlees hebben doorstaan, zullen in Mijn rijk des te dichter aan Mijn hart rust vinden en Ik zal jullie tot rechters maken over de wereld en over degenen, die jullie met nood en kwellingen van allerlei aard zonder reden en zonder dat Ik hen daartoe het recht gaf, gepijnigd hebben!
Hoofdstuk 251: Het zwaard als tuchtigingsmiddel bij ongelovige volken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Kortom, Mijn ware leerlingen zullen altijd te herkennen zijn, omdat zij elkaar wederzijds lief zullen hebben zoals Ik jullie allen liefheb, en ze Mijn naam en Mijn woord nooit met het zwaard verkondigen!
Hoofdstuk 251: Het zwaard als tuchtigingsmiddel bij ongelovige volken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)