5587 resultaten - Pagina 281 van 373
... 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 ...
[7] Als je dit, beste vriend, allemaal samenvat en wel ten eerste het heel merkwaardige, geheimzinnige, onbegrijpelijke Wezen van Gods drie-eenheid, ten tweede de onuitsprekelijke en onverbiddelijke strengheid van dit Wezen als rechter, ten derde de hel, het vagevuur, het laatste oordeel en daarbij ten vierde nog de eeuwige gaap- en eethemel vergezeld van een eeuwige rust, dan zou ik het hart willen kennen dat zelfs met de grootste inspanning zo'n Godswezen met vurige liefde zou kunnen omvatten.Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Welnu beste vriend, heeft de grote Leraar van de mensheid het hemelrijk niet ook eens vergeleken met een mosterdzaadje? Je zegt: o ja, dat weet ik heel goed. Let nu op, het mosterdzaadje is het Woord in zijn uiterlijke ofwel letterlijke vorm, maar wanneer dit Woord in de aarde van het hart wordt gelegd, dan schiet het omhoog en wordt als het ware een boom waarin de vogels van de hemel wonen. Wat betekent dan wel de boom? De boom betekent het innerlijke, geestelijke van het uiterlijke Woord en de vogels betekenen het hemelse, dus de oerstaat vanwaar het Woord gekomen is.
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Onze woordvoerder zegt: ja lieve vriend, ja, je hebt volkomen gelijk; er ontbreekt mij hier werkelijk niets anders dan alleen mijn boven alles geliefde Christus! Als ik Hem toch eens bij mij kon hebben, dan zou ik mijn hart willen luchten op een manier die men zich nauwelijks kan voorstellen.
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] De vermeende tafeldienaar zegt: blijf maar in deze gemoedsgesteldheid, want ik zeg je, je bent dichter bij dit luchten van je hart dan je denkt! Waarlijk, als je Christus echt vastgrijpt, dan is Hij ook bij je!
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Onze woordvoerder antwoordt: lieve vriend en broeder, ik hoop toch niet dat je me verkeerd begrijpt, want er bestaan naar mijn mening namelijk twee soorten levenslucht. Een levenslucht die hier rijkelijk beschikbaar is, is die voor de levensbehoeften van de longen; maar deze bedoel ik niet. Het hart is echter ook een hoger, ademend wezen, hetgeen volgens mij betekent dat het liefde uitademt en daarom ook weer liefde wil inademen.
Hoofdstuk 58: Vurig verlangen naar de Heer. Een examen in liefde. Het heilige doel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Zo verging het mij niet veel beter niet mijn liefde voor de drie-eenheid en voor het heiligste altaarsacrament; want zo vaak ik ter communie ben gegaan en daarna mijzelf afvroeg of mijn hart meer naar het sacrament of meer naar mijn vrouw en kinderen trok, moest ik tot mijn schande bekennen dat mijn liefde voor vrouw en kinderen heel wat sterker was dan die voor het heilige sacrament. Zo kon ik de drie-eenheid evenals het heilige altaarsacrament nooit echt in mijn hart sluiten, maar het slechts met een zeker geheimzinnig, heilig ontzag benaderen. Ja, ik ging tenslotte zo ver met mijn heilig ontzag, dat ik de natuurlijke liefde van het hart voor God letterlijk als zonde beschouwde.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Verscheidene uit het gezelschap melden zich en zeggen: vriend en broeder, wij kunnen jouw oprecht verzekeren dat het ons in dit opzicht nooit een haar beter is vergaan. Wij geloofden alles wel plichtmatig, maar we waren vaak vervuld van een geheimzinnig, heilig ontzag, waardoor we volkomen afgestompt raakten, maar dan in de evangelische Christus weer geheel onze rust terugvonden. Om die reden ontvlamde niet zelden in ons hart een grotere liefde voor de allerzaligste moeder van God en ook voor menig andere heilige dan voor de allerhoogste, goddelijke Verhevenheid, die we wel vreesden, en dat vaak tot in een zekere mate van vertwijfeling. Om liefde op te brengen voor datgene wat we zo erbarmelijk vreesden, is echter wel iets meer nodig.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De vermeende tafeldienaar vraagt de woordvoerder: waaruit zal dit betekenisvolle onderwerp dan wel bestaan? Kijk, we hebben tot het paleis nog een flink stuk te gaan; daarom kun je het mij immers wel vertellen. Onze woordvoerder zegt: beste vriend en broeder, als je mij geduldig wilt aanhoren wil ik jou heel graag vertellen waaruit dit zowel voor mij als voor liet hele gezelschap meest belangrijke onderwerp bestaat. Je geeft me een wenk en zegt dat ik kan spreken; dus zal ik ook alles wat ik maar in mezelf kan vinden openhartig naar voren brengen. Op aarde had ik heel heimelijk ook al wel zulke denkbeelden, maar eigenlijk waren ze niets anders dan vluchtig voorbijtrekkende fantasieën die altijd weer, zoals het betaamde, plaats moesten maken voor mijn katholieke geloof. Mijn fantasieën bestonden en bestaan nu nog meer dan destijds uit het volgende: nummer één was voor mij altijd de zo hooggeplaatste, onbegrijpelijke drie-eenheid, tot Wie ik nooit de liefde van mijn hart geheel en al kon verheffen, wat ik ook maar deed of wilde. Ik had wel een erbarmelijke vrees, die samenging met een ongelofelijk heilig ontzag. Dat was dan ook alles wat ik voor dit allerhoogste, drievuldige Wezen voelde. Meer kon ik van mijn hart onmogelijk gedaan krijgen.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Als ik erover nadacht dat men God moet liefhebben boven alles en wel met al zijn levenskracht en mij daarbij afvroeg: is dat bij jou wel het geval, of hou je eigenlijk van je vrouw, kinderen en allerlei vrienden diep in je hart niet duidelijk meer dan van de allerheiligste drie-eenheid? - dan kwam altijd het ondubbelzinnige antwoord bij mij op, dat ik aanzienlijk meer van mijn vrouw, kinderen en menige vriend hield dan van de heilige drie-eenheid. Ja, ik moet er eerlijkheidshalve nog aan toevoegen dat ik eigenlijk niet kon begrijpen hoe het een mens mogelijk kon zijn, deze drie-eenheid lief te hebben. Hoe meer ik namelijk mijn liefde op het grootse begon te richten, des te meer werd ik mij ervan bewust dat een mens niet eens in staat is om voor het al te grote, liefde op te brengen. Ik heb dat ook door middel van allerlei fantasievoorbeelden bij mijzelf uitgeprobeerd.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Eens dacht ik bij mezelf: zou je wel een heel mooie vrouw kunnen liefhebben als zij ongeveer twee keer zo groot zou zijn als een kerktoren? In mijn fantasie stelde ik mij zo'n vrouw dan ook zo levendig mogelijk voor en - de hemel mag weten hoe het gebeurde - heeft mijn verbeeldingskracht dit gedaan of een of andere geest, hoe het ook zij, ik zag werkelijk een verschijning van zo'n immens grote vrouwelijke gestalte. Voorzover ik me kan herinneren, kon men deze gestalte werkelijk mooi noemen, maar in plaats van dat er in mijn hart iets van liefde ontwaakte, heeft zich enkel een helse schrik van mij meester gemaakt. Daardoor werd het mij duidelijk dat het menselijk hart niet in staat is al te grote dingen lief te hebben, maar dat het door iets dergelijks ontsteld raakt als een schuchter kind dat voor het eerst een gepantserde held ziet.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ja, ik zal je nog meer over mijn hart vertellen. Als het mogelijk zou zijn om met Christus in de armzaligste uithoek van de aarde samen te zijn, al zag die er uit als een voorportaal van de hel of als de hel zelf, dan zou ik toch onuitsprekelijk gelukkiger en zaliger zijn dan zonder Zijn zichtbare, echt menselijke aanwezigheid in de meest verheven en wondermooiste hemel! Ik denk, beste vriend en broeder, dat dit nu toch duidelijk genoeg gezegd is.
Hoofdstuk 58: Vurig verlangen naar de Heer. Een examen in liefde. Het heilige doel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Onze vermeende tafeldienaar zegt: mijn lieve vriend, ik heb jou heel goed begrepen, maar het lijkt mij dat je jouw liefde voor Christus op één lijn plaatst met jouw zinnelijke, aardse liefde. Ik ben echter van mening dat de liefde voor de Heer heel anders geaard moet zijn dan die voor een aanstaande bruid. En dan denk ik dat je, zolang je deze liefdes in jouw hart niet van elkaar kunt onderscheiden, Christus ook niet echt kunt liefhebben. Zolang je Hem echter niet echt kunt liefhebben, denk ik dat Christus zich ook nog zal bedenken voordat Hij aan jou zal verschijnen of echt naar jou toe zal komen.
Hoofdstuk 58: Vurig verlangen naar de Heer. Een examen in liefde. Het heilige doel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Wanneer ik terugdenk aan al die lievelingen van de Heer tijdens Zijn aardse leven, dan had Hij toch diegenen die Hem met de heel gewone kinderlijke liefde van hun hart tegemoet traden, het meest lief. Zo was Johannes, die de Heer zeker vaak links en rechts gekust heeft en zich zelfs bij het laatste avondmaal uit liefde letterlijk tegen Zijn borst heeft aangevleid, Zijn lieveling. Hetzelfde was ook het geval met Maria, een zuster van Martha en niet minder met Magdalena, die toch werkelijk verliefd op Hem was. Juist ten gevolge van deze grote liefde was zij het, die Hem het eerst zag na Zijn verrijzenis.
Hoofdstuk 58: Vurig verlangen naar de Heer. Een examen in liefde. Het heilige doel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk, beste vriend, dit geeft mij nou de moed om de Heer met mijn natuurlijk-kinderlijke liefde of kinderachtige liefde lief te hebben, en wie weet of Hem deze hoogst eenvoudige liefde toch niet aangenamer zou zijn dan wanneer ik Hem zou liefhebben met de allerzuiverste liefde van een serafijn. Ik zou Hem ook wel willen liefhebben met een serafijnse liefde, als ik die zou hebben! Waarlijk, in dit opzicht zou ik van mijn hart zeker geen moordkuil maken; maar nu moet ik toch met de beste apostel Petrus uitroepen: `Mijn liefste Christus, zie, goud en zilver heb ik natuurlijk niet in mijn hart, maar wat ik heb wil ik U allemaal graag geven, als ik U maar zou hebben!'
Hoofdstuk 58: Vurig verlangen naar de Heer. Een examen in liefde. Het heilige doel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Zo heb ik mijn hart ook gevraagd of ik wel in staat zou zijn om een berg of de gehele aarde lief' te hebben. Ik probeerde ook daarvoor liefde in mijn hart op te wekken, maar het verging me daarbij als een niet al te sterk en krachtig mens, die een buitengewoon zware last moet optillen. Ik stelde me bij deze liefdespoging zo menig grote held voor en dacht dan bij mezelf: zij moeten de aarde toch vurig hebben liefgehad als ze zo verwoed hebben gevochten om haar te bezitten. Maar dan zei mijn hart mij: deze helden hebben niet de aarde liefgehad, maar alleen zichzelf; zij wilden geen vaders, maar slechts heren en heersers op aarde zijn. Toen ik dat ontdekte, vond ik mijn principe nog meer bevestigd en ik zag nog duidelijker in, dat een mens nooit het voor hem al te grote in liefde kan omvatten. Zo wilde ik ook eens verliefd worden op een ster. Ook dat ging niet, want hij was te ver weg en ik voelde me bij deze liefde als een vis op het droge, die wel voortdurend naar water hapt maar desondanks geen druppel in zijn keel krijgt. Met dergelijke vreemde liefdesvoorbeelden heb ik mijn hart vaak op de proef gesteld, maar het liep altijd op niets uit.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)