10915 resultaten - Pagina 281 van 728
... 269 - 270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 ...
[13] Zie, tot nog toe dacht jij dat je eerste knecht ook de trouwste was! Maar Ik zegje datje eerste knecht, aan wie je alles hebt toevertrouwd, nu juist je meest ontrouwe knecht was! Hij heeft ten gunste van zijn eigen geldbuidel in een jaar tijd meer dan honderd mud tarwe uit je grote kist gehaald en dat 's nachts aan voorbijtrekkende Grieken verkocht en ook zoveel gerst, gierst, linzen en ook steenvruchten. Je merkte het gewichtsverlies wel op, maar de dief in huis ontdekte je niet; je dacht dat anderen het waren en daarom liet je ook door ons een nieuwe stevige kist maken, die goed afgesloten kan worden. Maar jouw eerste knecht beviel dat helemaal niet en zie, hij was er steeds de zeer sluwe en listige oorzaak van, dat wij vaak weken lang zijn opgehouden bij het maken van de kist; want hij verschafte ons meermaals werk, dat ver weg lag, om te voorkomen dat we door konden gaan met het bouwen van je kist. Want hij zag in dat de nieuwe kist niet gunstig uit zou vallen voor zijn dieverijen en probeerde daarom zo lang mogelijk de oude te behouden. Gistermiddag merkte hij echter dat de nieuwe kist wellicht klaar zou komen. Hij ging naar de andere buurman en stak diens huis in brand, om zo nog te verhinderen dat wij gisteren de kist afmaakten, daar hij 's nachts nog, ten behoeve van zijn eigen buidel, aan de bestelde Grieken een aardige hoeveelheid graan uit de oude kist wilde verkopen.Hoofdstuk 229: Het vreugdemaal bij de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Rafaël zei: 'Als jullie zulke grote heren zijn, verbaast het mij werkelijk dat jullie je hier 's avonds, nu het reeds tamelijk donker is, verkleed naar boven hebben begeven op deze berg, naar de plaats waar jullie zelf een banvloek over hebben uitgesproken! Luidt jullie vervloeking dan niet zo: 'Wie van de joden deze berg betreedt bij dag of bij nacht, die zij vervloekt naar lichaam en ziel! '? Wanneer dat echter zo is, hoezo konden jullie dan zelf hier naar boven komen, om met de ketter Lazarus te spreken?'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Als jullie echter geloven dat jullie daarvoor machtig genoeg zijn, dan staan jullie wel ver boven God; want God Zelf, als de Oerwet, bestaat en handelt steeds binnen Zijn wet en staat derhalve binnen en onder Zijn wet. Wanneer God Zelf dat echter eeuwig ten strengste in acht neemt, wie gaf dan aan jullie het recht om je boven de wet te stellen, je te verkleden, opdat men jullie niet zou herkennen en niet zou zien, hoe en wanneer jullie zelf je eigen wet overtreden? Als jullie heer over de wet zijn, waarom dan die angst door het volk herkend te worden, als jullie in strijd met jullie eigen wetten handelen?'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Rafaël zei: 'Zo, omdat het water jullie nu tot aan de lippen staat, willen jullie zelfs jullie stand ontkennen; maar tegenover mij en mijn zeven metgezellen hier lukt het jullie volstrekt niet te ontkennen wie en wat jullie zijn! Opdat jullie echter inzien en nog beter begrijpen, dat jullie je tegenover ons onmogelijk kunnen vermommen, zal ik mij nu enige vrijheid veroorloven en jullie van je Griekse opperkleden beroven, zodat jullie dan in je tempelkleren voor ons staan; dan zullen jullie stellig niet meer in staat zijn te ontkennen, dat jullie inderdaad de hoedanigheid bezitten, waarmee ik jullie heb aangeduid!'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[27] Zeg dat ook tegen jullie slechte en blinde collega's! Zij kunnen hun woede tegen Hem ook zo hoog laten oplopen, dat ze - doordat Hij het toelaat de hand aan Hem slaan en Hem doden; ze zullen daarmee dan evenwel niets anders bereiken dan de bespoediging van het gericht over henzelf en heel Jeruzalem. Hij zal echter niet gedood kunnen worden, omdat Hij het Leven Zelf is, maar Hij zal voortleven en alle geslachten van de aarde richten. Heil degene die in Hem gelooft en alleen Zijn welbehagen en Zijn vriendschap zoekt!
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[28] Nu weten jullie watje te doen staat, en jullie kunnen nu vertrekken, als jullie willen; willen jullie echter nu eerst nog een wijs woord met Lazarus spreken, dan zal jullie dat nu ook toegestaan worden.'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ook tot Bethanië, en mijn woonhuis, zullen jullie wel geen toegang krijgen, zolang jullie in je hart andere gevoelens zijn toegedaan dan uit jullie woorden blijkt; want dergelijke wachters, zoals die drie daar beneden, bewaken ook mijn huis. Wie met oprechte bedoelingen bij mij komt, heeft niets te vrezen; wie echter met onoprechte en kwade bedoelingen mijn huis nadert, die vergaat het slecht!'
Hoofdstuk 2: Het verzoek van de Farizeeën om een veilig geleide - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Hierop keek de Farizeeër Rafaël verbaasd aan en zei na een poosje: 'Wie geeft jou, baardeloze jongen, het recht om ons zo verdacht te maken ? Ten eerste weet jij niet, of wij werkelijk bij de tempel horen, en of wij joden zijn, en ten tweede zeggen wij, dat wij van jouw grote profeet nauwelijks iets weten! Wij hebben er op onze reis hierheen weliswaar hier en daar iets van gehoord, dat in het land van de joden een grote magiër van zich doet spreken door zijn kunsten en toverijen; of hij echter een vriend of een vijand van de jodenpriesters is, of dat deze hem vervolgen, dat laat ons werkelijk totaalonverschillig! Wij zijn handelaars en bekommeren ons nooit om dergelijke kleinigheden! Wanneer dat echter zo is, hoe kun jij ons dan dingen voorhouden die ons nog nooit iets hebben kunnen schelen?'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Een andere Farizeeër zei: 'Luister, jonge wijze redenaar, wij vragen je nu alleen nog maar, ons weer ongedeerd naar de stad te laten gaan, en wij geven je de volledige verzekering, dat wij, die nu hier zijn, nooit meer aan de vervolging van de wonderbare profeet uit Galilea ook maar in het minst deel zullen nemen! Ja, wij zullen dat de anderen zelfs zoveel mogelijk afraden! Of wij echter onze ambtgenoten welwillender zullen kunnen stemmen ten opzichte van de wonderdoener, daarvoor kunnen wij natuurlijk niet instaan; maar dat wij onze uiterste best zullen doen, om de vervolgingswoede van onze collega 's te temperen, daar staan we borg voor! Want wij hebben nu ondervonden en onszelf ervan overtuigd, dat ons blinde vervolgen van de Galileeër een van de grootste dwaasheden is, die tot niets anders dan alleen maar onze ondergang leidt. En dus willen en zullen we ook doen, wat wij hier beloofd hebben; maar laat ons nu, zoals we je al gevraagd hebben, ongedeerd de stad weer bereiken!'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Nu vragen wij je echter als vrienden ons toe te staan je weer in Bethanië te mogen bezoeken, waar we graag over heel veel dingen onder vier ogen met je willen spreken. Vervolgens vragen wij je nu echter ook om ons een veilig geleide te geven over de berg tot in de stad; want daar, iets verder beneden op de weg liggen drie leeuwen, die zeker aan de zeven mannen toebehoren, omdat ze op hun roep onmiddellijk zijn verschenen. Deze boosaardige dieren zullen -wat al vaker het geval geweest schijnt te zijn waarschijnlijk goed getemd zijn en in plaats van honden de zeven mannen dienen tot bescherming op hun reizen, maar ondanks hun tamheid zijn ze niet te vertrouwen! Zelfs de kwaadaardigste hond kent ook 's nachts zijn huisheer; maar een vreemde grijpt hij en verscheurt hem, en dat zou van die drie leeuwen des te meer te verwachten zijn! Daarom vragen wij jou, of je de zeven mannen ervoor wilt laten zorgen dat die drie beesten daar weer weggaan.
Hoofdstuk 2: Het verzoek van de Farizeeën om een veilig geleide - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] De Farizeeër zei: 'Dat, beste vriend, willen wij binnenkort bij jou in Bethanië eens heel duidelijk bespreken; hier kan ik je nu echter al wel zeggen, dat het nu in de tempel een zeer moeilijke zaak is om mens te zijn. Men is weliswaar priester, maar daarom nog geen mens. Iedereen is een vijand van de ander en tracht hem schade toe te brengen, om daaruit voor zichzelf voordeel te halen, en dus is men daar waar men als mens liever zou huilen, gedwongen met de wolven mee te huilen, opdat men niet door hen verscheurd zal worden. Maar laat dat nog maar een korte tijd zijn zoals het is, dan zal dit doen en laten van de tempel een drastische verandering ondergaan; want op den duur kan men daar niet meer blijven.
Hoofdstuk 2: Het verzoek van de Farizeeën om een veilig geleide - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Pas hierop zei Rafaël nu weer tegen de Farizeeën: 'Waarom hebben jullie eigenlijk zo'n haast om weer naar de stad te komen? Wanneer jullie waarachtig goede en eerlijke bedoelingen hebben en ook al zeggen dat jullie in de Messias willen geloven, dan zijn jullie hier bij ons veiliger dan in de stad! Jullie zijn toch hier naartoe gekomen met de bedoeling, om als vijanden van de Messias, hier te weten te komen waar Hij Zich ergens ophoudt? Als jullie echter ten opzichte van Hem van mening zijn veranderd, waarom willen jullie dan nu als Zijn vrienden niet naar Hem informeren waar Hij verblijft, opdat jullie Hem opzoeken en je aan Hem tonen als mensen, die in Hem geloven?'
Hoofdstuk 2: Het verzoek van de Farizeeën om een veilig geleide - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Nu zegt Rafaël: 'Ik kan jullie echter verzekeren, dat men in de tempel tot morgen op jullie berichtgeving zal wachten, en daarom geen nieuwe spionnen zal uitsturen. En Lazarus heeft hier ook genoeg vertrekken ter beschikking, waarin jullie je kunnen beraden, en hij heeft voedsel en de beste wijn in overvloed, opdat jullie je kunnen sterken. Omdat jullie nu eenmaal hier zijn, zou ik jullie willen raden om minstens tot middernacht hier te blijven en je dan pas onder een veilig geleide naar de stad te begeven. Maar als jullie nu al beslist weg willen, dan zullen jullie door ons ook niet langer opgehouden worden! De leeuwen -zoals jullie goed kunnen zien - zijn al weg, en daar in de dichtstbijzijnde tent liggen jullie Griekse mantels! Doe nu, wat jullie willen!'
Hoofdstuk 2: Het verzoek van de Farizeeën om een veilig geleide - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ja, dat is allemaal heel mooi en zelfs goed, omdat dat veel mensen een bepaalde geruststelling geeft en hun de angst voor de dood ontneemt; maar dat hebben ook de oude profeten gedaan, en duizenden mensen hebben vast geloofd en hebben hun geloof zelfs met de marteldood bezegeld. De tijd heeft die grote profeten echter samen met hun gelovigen weggerukt, en er is ons niets anders van hen overgebleven dan hun namen en daden die in de Schriften beschreven zijn en die wij ook zonder enig verder overtuigend bewijs enkel moeten geloven!
Hoofdstuk 3: De geloofsopvattingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Dat is zo mijn ware geloof en mijn oprechte bekentenis voor jullie, mijn ambtgenoten, die ik echter alleen onder ons heb uitgesproken, omdat ik wel weet dat jullie bij jezelf allemaal precies zo denken als ik; in de tempel, in het bijzijn van het volk en onze vele en zeer blinde ambtgenoten is het echter nodig anders te spreken! Wat denken jullie van deze opvatting?'
Hoofdstuk 3: De geloofsopvattingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)