Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 282 van 1110

...  270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295  ...
[3] Daarop zei DE LEIDER van dit dorpje: 'Dat is nu allemaal goed en wel, maar één ding bevalt me niet van jou, vooral bij deze wonderbare gelegenheid! je zei, dat jullie priesters eerlijk gezegd allang geen waarde meer hechtten aan de goden. Dat was heel goed en verstandig voor jullie en voor jullie inkomen; want juist omdat jullie geen geloof meer aan de oude goden hechtten, konden jullie hun ook toedichten watje maarwilde. jullie deden je voor als bemiddelaars tussen de goden en ons armzalige, domme, blinde mensen en zeiden:'Dat en dat verlangen de goden als zoenoffer om te voorkomen dat ze ons met de een of andere kwade plaag bezoeken!' Wij offerden dan gewillig als dwazen, -en jullie verslonden, in plaats van de goden die nooit en te nimmer ook maar bestaan hebben, de offers die jullie voor de goden gebracht werden en die vaak heel royaal waren! Als jullie zelf echter al zo lang niet aan de goden geloofd hebben, waarom maakten jullie daar dan zo'n misbruik van, en waarom bedrogen jullie ons? -Hoe zullen jullie dat weer goedmaken?
Hoofdstuk 98: De handige verdedigingstoespraak van de heidense priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Bovendien hebben we ook uit politiek, staatkundig oogpunt dat wat wij deden, moeten doen. Zouden we iets tegengestelds gedaan hebben, dan zouden de Romeinse rechtbanken ons al gauw gevraagd hebben waarom we de oude leer der goden tegenwerkten en het volk een andere leer gaven die nergens door de staat gesanctioneerd wordt. Wij zouden dan zeker ons ambt kwijtgeraakt zijn, en jullie zouden priesters gekregen hebben die beslist niet zo redelijk met jullie omgegaan zouden zijn als wij. En wie staat er voor in dat, als wij aftreden, jullie van de staat niet al gauw nieuwe priesters hier krijgen die het jullie dan heel erg lastig kunnen maken?
Hoofdstuk 98: De handige verdedigingstoespraak van de heidense priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] DE BESTUURDER zei: 'Dat heb je goed gezegd, -maar degenen die het ergst bedrogen zijn, zijn wij toch nog steeds; want jullie wisten dat de oude godenleer niets voorstelde, maar wij wisten dat niet en hechtten er waarde aan omdat jullie ons dat door jullie keurige praatjes goed wisten in te prenten. Maar nu praten we er niet meer over, omdat ons allen door deze wereldheiland zo'n onverwacht groot geluk te beurt is gevallen, en zijn leerlingen zijn bovendien nog bezig om ons te leren hoe een mens tot zulke buitengewone en eigenlijk nog nooit vertoonde levensvermogens kan komen! Maar nu moet ik daar zelf iets over horen. ,
Hoofdstuk 98: De handige verdedigingstoespraak van de heidense priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei echter tegen hen: 'Beste mensen, breng het in praktijk, dan pas zal jullie volkomen duidelijk worden dat de leer die jullie gehoord hebben niet uit de mond van een gewoon mens afkomstig is, maar werkelijk uit Gods mond, en dat deze, leer de hoogste en zuiverste waarheid en dus het leven zelf bevat!'
Hoofdstuk 99: Joreds arme vissersdorpje wordt door de Heer wonderbaarlijk gezegend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen zei IK: 'Wel, wat zouden jullie dan graag willen? Willen jullie vette weiden voor jullie geiten en schapen, en vruchtbomen en vruchtbare akkers en een overvloediger visvangst, en daarnaast misschien ook wat betere huizen en stallen en schuren?'
Hoofdstuk 99: Joreds arme vissersdorpje wordt door de Heer wonderbaarlijk gezegend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] IK zei: 'Luister, het komt bij jullie nu echt op het oude spreekwoord aan dat luidt: 'Wie het kleine niet eert, is ook het grotere niet weerd!' Omdat jullie het kleine eren, zijn jullie ook het grotere waard. En zo geschiede alles voor jullie wat Ik zojuist gezegd heb!'
Hoofdstuk 99: Joreds arme vissersdorpje wordt door de Heer wonderbaarlijk gezegend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar nu zei IK nogmaals tegen hen: 'Ga nu naar jullie nieuwe huizen en neem alles in bezit wat je daar zult vinden!'
Hoofdstuk 99: Joreds arme vissersdorpje wordt door de Heer wonderbaarlijk gezegend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar DE PRIESTERS berispten hen ernstig over die vragen, en zeiden: 'Wij -en niet jullie -waren de priesters van de menselijke, oude, onverbeterlijke blindheid en gruwelijkste domheid! ! Wij kennen nu iets anders en zullen daar ook rotsvast bij blijven. Maar als de nietswaardige, oude, valse goden ons voor onze nutteloze dienst gevoed en onderhouden hebben, dan zal de enige, ware, almachtige God ons ook wel onderhouden wanneer wij allen nu Hem alleen waarachtig dienen! -En vraag ons nu verder niets meer; morgen is er ook nog een dag waarop jullie vrouwelijke, domme nieuwsgierigheid bevredigd kan worden! ,
Hoofdstuk 100: De terugkeer naar Chotinodora - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Nou, nou, wind je niet teveel op! Jullie hebben wel juist geoordeeld, maar daar is het hier niet de goede plaats voor. Praat dus liever over iets anders!'
Hoofdstuk 100: De terugkeer naar Chotinodora - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ja, Ik zeg jullie dat het onvermijdelijk zo zal komen; maar ook al zou Ik het jullie nu ook maar een beetje uit willen leggen, dan zouden jullie van Mijn uitleg net zo weinig begrijpen, als Daniël zelf in feite begrepen heeft van de uitleg die de geest hem heeft gegeven.
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'O, zeer zeker; maar ook daarvoor is het hier niet de goede plaats, omdat deze mensen over onze Schrift weinig of zelfs niets weten. Bovendien doorgronden jullie zelf ook nog veel te weinig jullie -zeg maar -geest van gene zijde, en jullie zijn daar nog te weinig één mee geworden om inzicht te kunnen hebben in het visioen van de ziener Daniël, en het tot op de bodem te begrijpen. Want al zouden jullie desnoods de twee eerste dieren begrijpen, dan zouden jullie toch de twee laatste niet kunnen begrijpen omdat hun bestaan en hun daden weggelegd zijn voor toekomstige tijden. Hoe zou men nu aan jullie verstand, dat nog slechts natuurlijk is, iets duidelijk uit kunnen leggen wat nog niet op aarde is voorgekomen maar zich pas na vele eeuwen zal afspelen?!
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Daaruit kunnen jullie nu wel duidelijk concluderen dat jullie niets zouden hebben aan Mijn verklaring over het hele zevende hoofdstuk van Daniël.'
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ik kan jullie alleen maar zeggen dat de vier merkwaardige dieren niet mogelijkerwijs vier naast elkaar bestaande rijken voorstellen, waarbij uit het laatste dan nog tien koninkrijken ontstaan overeenkomstig het getal van de tien horens in wier midden nog een elfde rijk op de kop van het dier tevoorschijn kwam, waarvoor er drie van de eerdere tien horens bij het dier uitgerukt werden. Maar de vier merkwaardige dieren duiden op vier grote na elkaar volgende bestaansperiodes van volkeren sinds het begin dat er mensen op deze aarde leefden. Voor het onderzoek van hun verleden is veel chronologische kennis van de geschiedenis vereist en om hun toekomst te doorzien is een volledig geopend geestesoog noodzakelijk dat in het licht des lichts en het leven des levens verder kan zien dan tijd en ruimte.
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Maar dat zou nooit gebeuren als deze geschriften slechts op zuiver natuurlijke wijze gegeven waren; als zij zo gegeven zouden zijn, zou er niets geestelijks en hemels goddelijks aan de woorden ten grondslag gelegd zijn, zoals Ik dat jullie al meermalen heel duidelijk heb laten zien.
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Wat zouden jullie ervan zeggen als Ik jullie meedeelde dat het over ongeveer 2000 jaar vanaf nu gerekend, met Mijn leer in het algemeen nog veel slechter gesteld zal zijn dan met het ergste heidendom van nu, en nog erger zal zijn dan het domste wat de Farizeeën nu voorschrijven in Jeruzalem, dat vanaf heden geen vijftig jaar meer zal bestaan?! Wat zullen jullie zeggen als Ik jullie openbaar dat de mensen in die tijd grote kunstmatige ogen zullen uitvinden en maken, waarmee zij in de diepste diepten van de sterrenhemel kunnen kijken, en heel andere berekeningen zullen maken dan de Egyptenaren gedaan hebben?! Ja, de mensen zullen ijzeren wegen aanleggen en met stoom en vuur in ijzeren wagens rijden zo snel als een afgeschoten pijl door de lucht vliegt! Zij zullen elkaar met metalen vuurwapens bevechten, en hun brieven door de bliksem over de hele wereld laten verspreiden, en hun schepen zullen zonder zeilen of roeiriemen door de kracht van het vuur over de grote wereldzee varen zo snel en gemakkelijk als de arend door de lucht vliegt; -en nog duizend en één andere dingen waarvan jullie je geen voorstelling kunnen maken.
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  270 - 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295  ...