10915 resultaten - Pagina 283 van 728
... 271 - 272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 ...
[21] Hij gaf mij echter te verstaan dat daar nog tijd genoeg voor was, en vroeg vervolgens aan de armen of zij, als ze volledig gezond zouden zijn en hun ledematen weer zouden hebben, niet liever met het werk van hun handen het noodzakelijke brood zouden willen verdienen. Allen betuigden dat zij, als dat mogelijk zou zijn, liever dag en nacht zouden werken dan ook maar één ogenblik langer om aalmoezen te vragen. Daarop zei Hij: 'Sta op en wandel en zoek werk!' Op dit woord waren allen ogenblikkelijk van hun uiteenlopende kwalen genezen. De blinden konden zien, de doven en stommen hoorden en spraken, de verlamden sprongen op als jonge herten, en de mismaakten zonder handen en voeten kregen - nota bene - duidelijk nieuwe ledematen, en dat alles was het werk van één enkel ogenblik! Ik nam vervolgens al die wonderbaarlijk genezen mensen bij mij in dienst, gaf hun dadelijk wat geld en gaf hun aanwijzingen, waar ze heen moesten gaan.Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] De tweede, goede spreker zei: 'Ja, vriend Lazarus, daar kan ik je beslist geen ongelijk in geven; want in jouw plaats zou ik ook doen, wat jij doet! Maar die dingen kan ik beter geheim houden, evenals iedere andere betere overtuiging, omdat ik in mijn positie niet openlijk tegen de slechte stroom van de wereld in kan zwemmen. Jij bent echter een zeer rijke en door je Romeinse burgerrecht geheel vrije man en kunt net zoveel goeds doen als je maar wilt. Niemand kan jou dwarsbomen! Hoe wij tempeldienaren er echter voorstaan, dat weet je wel! Daarom kunnen wij alleen in stilte de waarheid toegedaan zijn: in het openbaar zijn wij echter genoodzaakt leugens te vertellen. Dat het nu in deze leugenachtige tijd zo is gesteld met ons, die nog uit de oudere en beter tijd stammen en de waarheid voor ons zelf wel begrijpen, dat weet jij net zo goed als wij .
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Ook jijzelf gaf ons daarnet het opmerkelijke bewijs dat iemand door sterk gewekte scherpzinnigheid zelfs de meest innerlijke gedachten en geheime gesprekken woord voor woord kan weten en misschien nog veel meer, wat hij alleen onder vier ogen tegen een vriend zou zeggen, om iemand anders geen aanstoot te geven. Aangezien echter jijzelf al, terwijl je toch een mens bent zoals wij, een dergelijk wonderbaarlijk vermogen bezit, waarom zou de Galileeër dan niet ook zulke bijzondere vermogens bezitten, die ieder ander mens als een wonder moeten voorkomen, omdat hem de wegen om tot zo'n vermogen te komen totaalonbekend zijn en de mensen die zulke vermogens hebben, iemand anders daarin zelfs helemaal geen onderricht willen geven.
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Lazarus zei: 'Heb je dan niet in de Schrift gelezen: wanneer de Heer als een mensenzoon op deze aarde zal komen, zullen de weinige rechtvaardigen de engelen uit de hemelen zien neerdalen en Hem dienen? Wat zullen jullie echter zeggen, wanneer ik jullie vertel dat ik en velen die bij mij waren, dat hebben gezien, en het was geen droom en nog minder een of andere illusie, maar een volle, tastbare waarheid! En de jongeman hier is een engel, en nog een aartsengel bovendien!
Hoofdstuk 9: Lazarus' getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Wat echter mijn vermogen aangaat, waardoor ik kon weten wat jullie achter gesloten deuren gezegd hebben, dat heb ik nooit eerder gehad, maar de grote, zeerverheven Galileeër, de Heer, heeft het mij gegeven als gevolg van mijn geloof in Hem en de liefde die ik voor Hem had en vanwege Hem voor mijn vele arme medemensen.
Hoofdstuk 9: Lazarus' getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] In onze tempel valt nu werkelijk weinig meer te halen! De materiële winst is voor het grootste deel zo goed als verdwenen, voor onze zielen echter zijn er in de tempel alleen maar steeds grotere verliezen, maar nooit meer winst; daarom zouden wij er heel verstandig aan doen, als wij ons op onze hoge leeftijd eens eindelijk ervan op de hoogte zouden stellen, hoe het er na onze lichamelijke dood, die bij ons zeker niet al te lang op zich zal laten wachten, met onze zielen zal uitzien. Ik zou me nu direct volledig vrij maken van de tempel, als jullie het ook allemaal zouden doen!
Hoofdstuk 9: Lazarus' getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Wanneer jullie dat zeggen zal men je graag laten gaan. Vervolgens komen jullie naar Bethanië en maken jullie je nergens meer zorgen om! Want voor al het andere zal door mij volgens de almachtige wil van de Heer wel gezorgd worden. Zeg echter niets over al het andere dat jullie hier gehoord hebben! Doe, zoals ik het jullie nu gezegd heb!'
Hoofdstuk 10: Rafaël maakt zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei echter tegen Lazarus, die nu weer bij ons teruggekeerd was: 'Mijn zoon, Mijn vriend en Mijn broeder! Jij hebt je huidige taak tot Mijn volste tevredenheid volbracht; want nu zijn de laatsten van de nog helder denkende tempeldienaren gewonnen, en dat is goed voor Mijn zaak. Want de Hoge Raad berustte hoofdzakelijk op dezen, die nu gewonnen zijn; zij hebben namelijk kennis en ervaring en kunnen goed spreken. Wat er nu nog in de tempel huist en regeert, ook al is het in een groot aantal, is volslagen blind, dom en slecht.
Hoofdstuk 11: De Heer prijst Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Zoals God Zich hier met Zijn almacht terughoudt vanwege de volste levensvrijheid van de ziel, zo zal Hij Zich krachtens Zijn eeuwige orde ook eeuwig terughouden. Hier op deze aarde heeft ieder mens echter voor zijn ziel het voordeel, dat Gods almacht hem allerlei schatten heeft gegeven om te gebruiken; en wanneer hij die volgens Gods raadgevingen juist gebruikt, kan hij daarmee voor eeuwig zeer grote geestelijke schatten voor zijn ziel verwerven. Aan gene zijde echter valt een door God geschapen wereld vol schatten en voedsel helemaal weg; daar zal iedere ziel, als evenbeeld van God, voor zichzelf alles uit zichzelf moeten scheppen, dat wil zeggen: uit haar eigen wijsheid en uit haar eigen geheel vrije wil. Hoe zal het haar dan vergaan, wanneer zij nog nooit in verbinding heeft gestaan met Gods wil of met Zijn wijsheid en liefde?
Hoofdstuk 9: Lazarus' getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar dezen, die nu gewonnen zijn moeten niettemin bij de tempel blijven, evenals onze Nikodemus en Jozef van Arimatea. Want als zij de tempel helemaal zouden verlaten, zouden de anderen vol bitter misnoegen zo beginnen te razen en te tieren, dat de Romeinen nog voortijdig naar de wapens moeten grijpen en volk en land te gronde zouden richten. Als deze oudsten echter blijven, dan kunnen ze ten gunste van ons nog veel verhinderen en matigend inwerken op de grimmigheid van de anderen. Maar toch is het goed dat ze morgen onder een slim voorwendsel naar Bethanië komen en dat ook hun aanzienlijke aardse schatten in de kluis van Lazarus gaan; want daardoor zijn de tien mannen niet meer aan de tempel gebonden en zijn vrij om te gaan wanneer ze willen en zo lang weg te blijven als ze willen, terwijl zij toch leden van de tempel blijven en hun plaatsen niet door slechte huichelaars bezet worden.
Hoofdstuk 11: De Heer prijst Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] De reden die ze zullen aangeven, waarom ze voor langere tijd van de Raad en de tempel weg zullen blijven, is heel goed; want de tempeldienaren die al hun kwade vertrouwen in deze tien stellen, denken dat ze erop uit gaan om Mij ergens gevangen te nemen. Maar daarin zullen ze zich erg vergissen! De tien zullen er weliswaar op uit gaan om een nader onderzoek naar Mij in te stellen, echter niet ten gunste van de tempel, maar ten gunste van hun zielen.
Hoofdstuk 11: De Heer prijst Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Nu zullen we echter aan ons avondmaal beginnen; want Ik.moest jullie immers eerst alles woord voor woord meedelen, wat er buiten met de tempeldienaren gebeurd en besproken is. En dus, Mijn vriend Lazarus, kun je nu de welbereide vissen, goed brood en nog meer goede wijn op tafel laten zetten! Want gedurende deze nacht, die voor jullie allemaal een zeer gedenkwaardige zal zijn, zullen wij ons niet aan de slaap wijden, maar wakker blijven en daarbij nog heel veel meemaken. Doe daarom nu, vriend, wat Ik je gezegd heb!'
Hoofdstuk 11: De Heer prijst Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] U alleen bent echter meer dan almachtig genoeg en hebt de hulp van Uw talloos vele engelen niet nodig en nog minder die van onze Romeinse legers; dan is het voor U toch heel gemakkelijk om de heimelijk tegen U werkende vorst van leugen en duisternis voor eeuwig zijn boosaardige praktijken af te leren! Wat doen wij mensen namelijk met een totaal onverbeterlijke misdadiger? Als terechte straf werpen wij hem in een zogenaamde eeuwig gevangenis, of wij brengen hem volgens de wet ter dood! Want een mens, die eenmaal een volmaakte duivel is geworden, kan veel beter van de aarde verdwijnen, dan dat hij voortleeft tot groot onheil van andere, betere medemensen. Doet U, o Heer en Meester, ook zo met de vorst van de leugen en de kwade levensduisternis, dan zal er rust en orde en waarheid, liefde en gerechtigheid op aarde heersen onder de mensen!'
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Hoewel echter het lichaam absoluut noodzakelijk is voor de ziel om het eeuwige leven te verkrijgen, kan het echter ook gemakkelijk het grootste onheil voor de ziel zijn; want wanneer zij zich door de noodzakelijke prikkels van haar vlees laat verblinden, daaraan toegeeft en zich met al haar liefde en met haar hele denken en willen daar helemaal aan overgeeft, dan is zij onder het gericht van haar eigen vorst van leugen en duisternis gekomen, waaruit zij heel moeilijk te verlossen zal zijn.
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Omdat de mensen nu echter in staat zijn steeds meer en meer kostbare schatten aan de aarde te ontlokken, om daarmee hun vlees de grootst mogelijke welvaart, behaaglijkheid en wellust te verschaffen, ligt daarin nu juist de sterk verhoogde activiteit van de vorst van de hel, welke op zichzelf het eeuwige gericht is en zodoende de dood van de materie en de daarmee gepaard gaande dood van die zielen, die zich om de eerder genoemde redenen door haar hebben laten vangen.
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)