Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 284 van 1490

...  272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297  ...
[13] Daardoor zullen mensen met een weetgierige inborst echter heimelijk boos worden, allerlei onderzoekingen verrichten en van buiten af achter jullie geheimen komen. Dat zal jullie heimelijk met woede vervullen en aan degenen die zich aan jullie heiligdom vergrijpen, zal de meest vreselijke wraak gezworen worden en indien mogelijk zal deze ook nietsontziend volledig ten uitvoer worden gebracht:'
Hoofdstuk 49: Het verschil tussen levenswijsheid en bedrog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] RAPHAËL zegt: 'Vriend, je hoeft maar de zuiverste tarwe te nemen en deze op de zuiverst mogelijke akker te strooien, als hij opkomt zul je er altijd nog een behoorlijke hoeveelheid onkruid tussen aantreffen! Nu jij en je collega s echter mets dan onkruidzaad in de aarde strooien, hoe willen jullie dan tarwe oogsten?
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Alleen een bode van Brahma (BRAU MA = heeft gelijk) uit het hooggebergte gebied van Indië heeft ieder jaar een keer het hem toegestane recht om over deze muur in het land te komen, omdat hij degene is die de lof of de berisping van de Lama overbrengt, en deze direct aan de keizer zelf in een zware gouden koker moet overhandigen. Deze bode komt met een groot en prachtig gevolg op een bepaalde tijd bij de afgesproken plaats tot onder aan de muur en begint daar veel lawaai te maken. Dan laat men van de andere kant van de hoge muur een mand naar beneden zakken. Maar alleen de bode mag in de mand plaats nemen, waarin hij dan naar boven wordt gehesen; zijn gevolg moet dan zo lang wachten tot hij weer terug is gekomen.
Hoofdstuk 43: De religieuze band tussen Indië en China - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Stel je een situatie voor waarin enkele mensen die ziende zijn zich in een groep bevinden waar iedereen blind is! En dat nu een van deze ziende mensen een beschrijving gaat geven van de grote heerlijkheid van het licht en van het heerlijke kleurenspel hiervan. De blinden zouden hem meteen het zwijgen opleggen en hem uitmaken voor een brutale, boosaardige leugenaar, terwijl hij toch geheelovertuigd zou zijn van de zuivere waarheid! - Zeg me of denk je eens in, hoe het de ziende mensen na verloop van tijd te moede zou moeten worden, en vooral als de ziende mensen heel goede middelen zouden hebben om de meeste blinden van de hele groep ziende te maken, als deze het maar zouden willen! Hoe zou het jou dan met je zuivere verstand te moede zijn?"
Hoofdstuk 46: Het priesterdom als vijand van het licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] RAPHAËL zegt: 'Dit keer heb je een heel goed oordeel uitgesproken, en zie, zo handelt de Heer vanuit Zijn orde ook met de mensen! Wanneer een of andere gemeenschap van mensen, of ook een heel volk, vrij en kwaadwillig de waarheld en het licht uit de hemelen vijandig gezind wordt, laat de Heer het ook toe dat zo'n volk in een volslagen donkere levensnacht terecht komt. Hierin begaat het dan al gauw de ene ten hemel schreiende domheld na de andere en geeft daardoor aan allen die ook maar een beetje kunnen .zien, zijn eigen kwaadaardige blindheid en leugen duidelijk te kennen in alles wat het wil, nastreeft en doet. Zo'n ongeneeslijk volk moet dan uiteindelijk wel aan de rand van een afgrond komen en deze zal het zonder enige genade en mededogen verslinden. De ziende mensen echter zullen in aantal toenemen en met hun licht zullen ze de aardbodem zegenen, geestelijk en lichamelijk.
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Wat voor zin heeft heel die geheime kunst en wetenschap dan voor de mens, als uiteindelijk zelfs de ziende mussen de valse profeet waar iedereen bij is vanaf de daken toeroepen: 'Jij bent alleen maar een egoïstische, vreselijke oplichter en doetje wonderen zus en zo voor de blinden! Maar de ware, ziende kinderen van God kun je nooit bedriegen; want zij zijn tot Iets anders in staat vanuit de goddelijke kracht in hun hart die de geest van de eeuwige liefde is, en zij doorzien je miserabele knoeiwerk en je boze opzet door en door. Pak daarom je oude bedrieglijke boeltje bij elkaar en zorg dat je een ziend mens wordt in de ware kracht van God, -of wij mussen zullen je nog beroven van het beetje licht datje bezit!' -Zeg eens! Zou jij de mussen dat kwalijk kunnen nemen? Het ergste wat een bedrieger kan overkomen is wel, dat men hem tegemoet treedt met het volle licht van de waarheid; maar erkennen moet hij deze uiteindelijk toch, goedschiks of kwaadschiks!
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Kijk hier eens naar het onmiskenbare wonder dat is voortgekomen uit de ware kracht van God! - Jij bent een Esseen en ook nog een vooraanstaand magiër van deze orde. Jij maakt doden levend, de maan haal je bijna pal voor de neus van de geestelijk blinde, verbaasde toeschouwers naar beneden, je laat bomen, gras, water, rotsen en muren praten. Wat zou je ervan vinden als deze mensenmussen van alle rassen en klassen je nu heel luid gingen vertellen hoe jij en je handlangers, wanneer jullie diensttijd je naar het klooster roept, jullie doden opwekken en jullie bomen, gras, water, rotsen.en muren laten spreken, en als ze dan een dode naar je toe brachten en je dringend zouden verzoeken hem in het leven terug te roepen? Wat zou je zuivere rede en je scherpe verstand daarop te zeggen hebben?"
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: 'Ik zou het zeker zonder tegenspraak moeten dulden; want waarheid blijft waarheid, of deze mij nu schade of voordeel oplevert! Ik weet nu echter wat je mij hiermee eigenlijk wilt zeggen en dat zal zeker wel zijn, dat ook onze orde iets slechts is en dat deze tenslotte zijn ondergang tegemoet zal gaan op het moment, dat Gods zuivere licht uit de hemelen het hart van de mensen verlicht zal hebben. Vriend, dat is weliswaar een waarheid waar niets tegen in te brengen valt -want wanneer alle mensen of in ieder geval het grootste deel daarvan in al onze geheimen worden ingewijd, dan is er inderdaad voor altijd een eind gekomen aan ons werk -; maar men zal in ieder geval nooit van ons kunnen zeggen, dat wij al deze dingen met ook maar een greintje zelfzuchtige, kwade wil hebben gedaan, omdat het ons in deze hoogst droeve tijd alleen maar in alle opzichten te doen was om het aardse welzijn van de mensen, en ons klooster in feite niets anders is dan een instelling op basis van liefde en vriendschap. Wij hebben daarvoor dan ook niet één slecht middel gekozen!
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Gedurende alle tijden en in alle landen op aarde is oorspronkelijk door God aan de mensen de allerzuiverste waarheid gepredikt door de mond van profeten die vervuld waren van Gods geest. Bekijk deze waarheden nu eens na een paar duizend aardse jaren! Wat zijn het nu? Voor het overgrote deel onkruid, voorschriften van mensen, leugens en allerlei soorten duimendik bedrog! Jullie hebben je instituut op niets dan leugens gebouwd, en denken jullie daarmee waarheid op te wekken in het hart van de mensen? Waar blijft de wereld dan?!
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wat heeft het voor zin om een grote, diepe kuil in de grond te graven midden op de weg, zónder er in de verste verte de bedoeling mee te hebben dat er ooit een mens in zal vallen?! En als de mensen dan 's nachts op deze weg lopen, zeg me, zullen ze dan niet even goed over de rand van dit gat vallen en daarin verdwijnen als wanneer je dat gat wél in de aarde gegraven had met de bedoeling om er mensen in te laten vallen en te laten verdwijnen?!
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Mensen die in de weg, omdat het zeer drassig was, een gat of een diepe afvoergeul groeven zonder er een brug over heen te maken met een goede leuning, hadden zelfs ook een goede bedoeling, namelijk om de weg droog te.leggen; maar door hun kortzichtigheid konden ze niet zo ver vooruit kijken, want anders hadden ze immers zeker in moeten zien, dat zo'n gat of zo'n geul voor degenen die 's nachts over deze weg zouden gaan wel zeer gevaarlijk moest zijn.
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Er kwam een. huilende man bij me, wiens lieve, jonge, uiterst brave vrouw zodanig ziek werd, dat zij van deze ziekte enkel en alleen geheel genezen kon worden door slechts één, mij welbekend middel. Ieder ander geneesmiddel zou zonder meer haar dood hebben betekend en haar echtgenoot tot de ongelukkigste mens van de wereld hebben gemaakt. De vrouw had echter zo'n afkeer van het bekende middel, dat ze liever tien keer zou willen sterven dan zich van dit geneesmiddel te bedienen waardoor ze zeker zou genezen. Wat men haar ook zei, niets hielp en haar man was keer op keer de wanhoop nabij. Het was mij bij zulke gelegenheden nog nooit gebeurd dat me niet iets goeds te binnen schoot en ik zei dan ook meteen heel ernstig en beslist in het bijzijn van de man tegen de vrouw: 'O, maak je maar niet ongerust, ik weet nog wel honderd andere middelen die zulke ziektes nog veel eerder en zekerder genezen dan het genoemde middel! ' Hiermee had ik in feite al gelogen als een paard; want ik wist werkelijk voor alle schatten der aarde geen ander middel voor haar. Deze werkelijk kardinale leugen was dus al het eerste bedrog voor het heil van de zieke vrouw.
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Of heeft ook niet jullie God zich volgens de Schrift duidelijk van bedrog bediend tegenover de oude en blinde vader Isaäk, om zijn volk in Jacob een betere stamvader te geven dan de eerstgeborene, die ruwe Ezau? Ik ben het wel met je eens dat ieder kwaadwillig bedrog, als het eenmaal zijn hoogtepunt heeft bereikt, zichzelf te gronde moet richten, maar een bedrog ten gunste van de mensheid zeker nooit, maar wat moedwillig geschiedt door de een of andere kwaadwillige verrader wel! Het is dan toch echter wel duidelijk dat de vriend van de waarheid die ons goede bedrog verraadt, duizend maal slechter is dan de ergste volksbedrieger uit onze orde! - Bewijs het tegendeel, als je dat kunt! Ik ben bereid om iedere strijd met jou over deze vraag te doorstaan. "
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Je hebt je afkeurend uitgelaten over de boetedoeningen van de Indiërs! Over vijftig jaar al zullen jullie nog tienmaal ergere invoeren; want als jullie er mogelijkerwijs slechts voor gezorgd hebben dat het grootste gedeelte van het volk in zijn geloof sterk van jullie afhankelijk is, waar het heel gemakkelijk toe te brengen is door jullie pseudo wonderen, dan zal het volk, wat er ook gebeurt, zich daar spoedig en zonder enig weerwoord in schikken. Want in hun domheid kunnen ze jullie voor niets anders aanzien dan voor knechten van de goden op deze aarde die met allerlei geheime, goddelijke, alles vermogende krachten zijn toegerust, waar geen aardse wil en geen wereldse, menselijke kracht ook maar enigszins tegen opgewassen is.
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Door zulke wonderen kunnen jullie het volk zonder meer volledig in jullie macht krijgen. Als dat eenmaal is gebeurd, hoeven jullie slechts tegen de een of de ander zeggen: 'Erge zondaar die je bent! Wat jij voor ergs hebt gedacht, gewild en ook al bijna hebt gedaan, dat zien wij, ja wij zien reeds die slechte gedachten en begeertes inje hart in de kiem ontstaan, die jij pas in het komende jaar bewust in je gedachten hebt, en waardoor je je de volle vervloeking en toom van de goden op je nietswaardige hals zult halen! Wij waarschuwen je dat je je van al je boze gedachten en wensen voor de toekomst ontdoet en datje voor de goden, om ze voor deze keer gunstig te stemmen, voorlopig zo'n groot mogelijk offer aan onze voeten legt:.Bovendien moet je jezelf nog gedurende drie volle jaren dagelijks kastijden door met een touw op je rug te slaan tot hij bijna bloedt! Je zult het eeuwig berouwen als je deze boete niet strikt uitvoert!'
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297  ...