Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 284 van 1112

...  272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297  ...
[13] Nu kwam ook Eliza heel opgewekt aanlopen; zij had het ijverigst meegewerkt aan de bereiding van het ochtendmaal en nodigde ons daar nu voor uit. De buren verontschuldigden zich omdat ze thuis reeds hadden ontbeten.
Hoofdstuk 275: Een blik in de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Daarop ging iedereen weer naar binnen en men nam het morgenmaal vrolijk tot zich. Na de maaltijd kregen de leerlingen veel te doen; want de mensen uit de buurt begonnen hun vragen te stellen over de Essenen, en van het een kwam het ander. Het stellen van de vragen en het uitleggen ervan duurde bijna tot de avond en er werd geen middagmaal genoten, behalve wat brood en wijn. Bij deze gelegenheid gaven enkele leerlingen ook blijk van hun vermogen om wonderen te doen, wat de mensen uit de buurt buitengewoon verbaasde en hen des te serieuzer het plan deed opvatten om nauwgezet volgens de vernomen leer te gaan handelen.
Hoofdstuk 275: Een blik in de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Op deze dag ging Ik met Mijn leerlingen tot vlak bij Jeruzalem, waar wij logies namen in een herberg die Ik en Mijn leerlingen goed kenden. De waard, die zich bijzonder verheugde over ons bezoek, vertelde ons uitgebreid over de heersende, kwalijke toestanden in Jeruzalem en liet een uitstekend avondmaal voor ons klaarmaken.
Hoofdstuk 1: De genezing van een zieke bij het bad van Bethesda (Ev.Joh. 5, 1-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Daarover was onze waard erg blij en hij bracht ons nog brood en wijn zoveel wij maar wilden. 'Weliswaar had hij al veel over Mij horen vertellen, maar ook hij wist nog niet wie Ik nu eigenlijk precies was, hoewel Mijn leerlingen hem een aantal aanwijzingen gaven die hij goed in zich opnam. - Spoedig daarop begaven wij ons ter ruste.
Hoofdstuk 1: De genezing van een zieke bij het bad van Bethesda (Ev.Joh. 5, 1-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Toen wij in de buurt van de tempel kwamen, moesten wij eerst langs een bad, Bethesda genaamd (Vedes da = het geeft opwekking of genezing) , dat vlak bij de schapestal van de tempel lag, omringd door vijf zuilengangen. (Joh.5,2) Deze gangen lagen altijd vol zieken, zoals blinden, verlamden, mensen met verschrompelde ledematen en mensen met allerlei andere ziekten, en zij wachtten tot het water in beweging kwam. (Joh. 5,3 ) Volgens een zeer oude overlevering uit de tijd van Melchizedek, en naar het vaste geloof vooral van het arme volk, daalde er van tijd tot tijd een engel uit de hemel neer, die .het water in beweging bracht. Weliswaar zagen de mensen de engel met, maar zij maakten zijn aanwezigheid op uit het vreemde bewegen van het water.
Hoofdstuk 1: De genezing van een zieke bij het bad van Bethesda (Ev.Joh. 5, 1-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Wanneer het water bewoog -hetgeen iedere week een of tweemaal voorkwam -, had het werkelijk zo'n buitengewone, genezende kracht, dat iedereen, met wat voor besmettelijke ziekte dan ook, genezen werd als hij het geluk had als eerste in het water te komen. (Joh. 5,4) Het spreekt vanzelf dat ook daar slechts de rijken en welgestelden in het voordeel waren, en dat de armen, omdat zij niets konden betalen, vaak jarenlang tevergeefs moesten wachten tot een verpleger die wat barmhartiger was, zo'n arme als eerste in het water dompelde, waarop hij dan ook gezond werd.
Hoofdstuk 1: De genezing van een zieke bij het bad van Bethesda (Ev.Joh. 5, 1-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Daarop antwoordde DE ZIEKE met een treurig gezicht: 'Goede Heer! Ik heb niemand die mij het eerst in het bad brengt als het water in beweging komt, en als ik zelf ga, gaat een ander die gesteund wordt, vóór mij het water in. (Joh. 5, 7) Hoe kan ik dan ooit gezond worden?!'
Hoofdstuk 1: De genezing van een zieke bij het bad van Bethesda (Ev.Joh. 5, 1-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] En terstond werd de zieke gezond, nam zijn schamele bed op en ging zoals gebruikelijk was naar een priester, om te laten zien dat hij genezen was en dat nog wel op een sabbat, hoewel jarenlange ervaring geleerd had dat het water dan vrijwel nooit bewogen werd. (Joh. 5, 9) Daarom viel het de joden meteen op dat deze man op een sabbat gezond was geworden.
Hoofdstuk 1: De genezing van een zieke bij het bad van Bethesda (Ev.Joh. 5, 1-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Ongeveer een uur later ging Ik met Mijn leerlingen naar de tempel nadat wij eerst een ontmoeting hadden met de familie van Lazarus uit Bethanië, die Ik reeds vanaf Mijn twaalfde jaar kende en die Ik ieder jaar tijdens onze pelgrimstochten naar Jeruzalem placht te bezoeken en waarmee wij van alles bespraken over de uitoefening van Mijn taak als leraar. De familie en ook de ons reeds bekende waard begeleidde ons naar de tempel, en toen wij in de tempel kwamen, ontmoette Ik daar de genezen man, die zich toen hij Mij zag, naar Mij toe drong en Mij opnieuw begon te loven en te danken.
Hoofdstuk 2: De Heer getuigt van Zichzelf en van Zijn zending als Messias 5,14-27) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen ontstaken deze tempeljoden in woede, volgden Mij, en begonnen zich naar Mij toe te dringen om Mij op staande voet te grijpen en te doden, omdat Ik dat -en bovendien nog op zo'n belangrijke sabbat! - gedaan had. (Joh.5,16)
Hoofdstuk 2: De Heer getuigt van Zichzelf en van Zijn zending als Messias 5,14-27) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Daarop werden DE TEMPELJODEN nog bozer en probeerden Mij te grijpen en meteen te doden; want zij schreeuwden tegen.het volk: 'Hij vond het niet genoeg om de verheven sabbat te ontheiligen, maar hij onteerde ook God, door Hem zijn Vader te noemen en zich aan Hem gelijk te stellen! Grijp hem daarom en wurg hem meteen!' (Joh.5, 18)
Hoofdstuk 2: De Heer getuigt van Zichzelf en van Zijn zending als Messias 5,14-27) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Toen zetten velen grote ogen op en begonnen zich over Mijn woorden erg te verbazen. Sommigen meenden dat het een weergaloze godslastering was.
Hoofdstuk 3: De Heer spreekt over de betekenis van Zijn daden (Ev.Joh. 5,28-39) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Johannes was wel een brandend en helder schijnend licht; maar u zocht hem alleen maar op omdat u zich bij zijn licht slechts wat wilde opmonteren. (Joh,5,35) Ik heb echter een groter getuigenis over Mijzelf dan het getuigenis van Johannes; want de werken die Mijn Vader Mij opgedragen heeft om persoonlijk uit te voeren, deze werken dus, die Ik alleen doe voor de ogen van de hele wereld, getuigen volledig naar waarheid dat de Vader Mij als Zijn Zoon tot u heeft gezonden. (Joh.5,36)
Hoofdstuk 3: De Heer spreekt over de betekenis van Zijn daden (Ev.Joh. 5,28-39) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ik neem echter - ter wille van meer uiterlijk aanzien - geen eer aan van mensen (Joh.5,41), omdat zij Mij toch nooit in der eeuwigheid meer eer kunnen geven dan in Mij woont; maar Ik ken u van een heel andere zijde! Vanwege uw hoogmoed, uw wereldse liefde en uw eigenliefde bevindt zich de liefde van God reeds lang niet meer in u, - en daarom neemt u Mij niet aan!" (Joh.5,42)
Hoofdstuk 4: De verstoktheid van de tempeljoden (Ev.Joh. 5,40-47) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] (Joh .5, 19) De Vader heeft de Zoon lief en toont Hem alles wat Hij Zelf doet, en Hij zal Hem nog grotere dingen laten zien, zodat u zich daarover uitermate zult verbazen! (Joh.5,20) Want zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil. (Joh.5,21) Ik zeg u, blinden: De Vader in de hemel richt nu niemand; want het hele gericht heeft Hij Mij, Zijn Zoon, in handen gegeven (Joh.5,22), opdat alle mensen - joden en heidenen - de Zoon op gelijke wijze zullen eren als zij de Vader eren. Wie echter de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet, die Hem gezonden heeft.' (Joh.5,23) Toen Ik zo sprak, heerste er doodse stilte en de woedende joden zwegen; want Ik wilde dat zo.
Hoofdstuk 2: De Heer getuigt van Zichzelf en van Zijn zending als Messias 5,14-27) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  272 - 273 - 274 - 275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297  ...