Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 287 van 1110

...  275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300  ...
[6] Als een echte leraar heb Ik jullie nu les gegeven over de natuur, dus denk er ook over na, zodat jullie Mij niet weer om uitleg vragen als Ik jullie bij de een of andere gelegenheid op deze gelijkenis wijs! - Hebben jullie echter ook goed begrepen, wat Ik jullie daarmee heb willen zeggen?'
Hoofdstuk 114: De slang als voorbeeld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] JORED zei: 'Nou wacht maar, jullie gemene spitsboeven, er zal een eind worden gemaakt aan jullie praktijken! - Heer, hebben ze de vlotwachters soms ook nog vermoord?'
Hoofdstuk 115: De houtdieven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] DE BEAMBTE zei: 'Dat gaat bij ons niet op! Kunnen of willen jullie niet betalen dan blijven de vlotten intussen als onderpand hier tot jullie ze vrij zullen kopen!'
Hoofdstuk 115: De houtdieven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Maar DE BEAMBTE stond hun dat niet toe en zei: 'Betaal, en vaar morgen op de voorgeschreven tijd weg! Als jullie nu niet betalen terwijl je geld hebt, dan zullen jullie morgenochtend het driedubbele moeten betalen!'
Hoofdstuk 115: De houtdieven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Deze ACHT HOUTVLOTTERS herkenden meteen hun gestolen vlotten en zeiden met van toorn gloeiende ogen: 'Nu hebben we jullie, gemene spitsboeven, we hadden jullie allang in de gaten! Wacht maar, het stelen van vlotten zal van nu af aan beslist voor altijd afgelopen zijn! Dit hout is bestemd voor Serrhe voor een belangrijk bouwwerk, en we hebben het zelf voor veel geld helemaal uit Capadocië gehaald en wel uit Arasaxa, Tonosa en Zaona tot aan Lacotena in Mesopotamië, waar wij wonen, en jullie gewetenloze schurken hebben het op een heel gemene manier van ons willen stelen, zonder eerst voor je eigen zekerheid te hebben bedacht dat je ons met dit zware hout niet kon ontkomen, en wij de middelen hebben je tot diep in Indië te achtervolgen! Ditmaal zullen jullie je gerechte straf niet ontlopen!'
Hoofdstuk 115: De houtdieven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] JORED zei: 'Kijk eens naar hen op de vlotten! Geen van hen kan wegkomen en vluchten! Wie houdt hen vast? Ik zeg jullie: alleen die ene Man, want als Hij ze niet vasthield, zouden ze allang in het water gesprongen zijn en zeker als goede zwemmers de andere oever bereikt hebben, en dan zouden we hen langs die weg niet hebben kunnen volgen! Maar die ene Man wil het zo, en het kan niet anders gaan dan precies zoals Hij het wil. En ik raad jullie aan niet de hand aan de dieven te slaan, maar ieder oordeel over hen aan die ene Man over te laten, dat is het beste wat je kunt doen!'
Hoofdstuk 116: De vloteigenaars en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Wees kalm, - wat Ik doe, doe Ik voor niets! Er zijn armen genoeg in jullie stad; help hen en bedenk dat ook armen mensen zijn, en jullie aardse broeders! Wees niet karig voor hen en geefhun graag van jullie grote overvloed, dan zul je je omgeving daardoor het best tegen dieven en rovers beveiligen en daarvan zuiveren! Maar jullie moeten vooral beseffen dat ook deze dieven arme sukkels zijn, en dat niet zo zeer hun kwade wil, als wel hun armoe hen tot deze en nog andere, reeds vroeger begane, kleinere diefstallen gebracht heeft.
Hoofdstuk 116: De vloteigenaars en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Ze kunnen geen veld bebouwen, omdat zij dat niet hebben; want alle velden en alle bossen en bergen behoren jullie toe, en jullie laten ze vele uren gaans braak liggen omdat je ze niet kunt bewerken. Waarom geven jullie de armen geen stukken grond om nuttig te bewerken?! Daardoor zouden deze mensen dan ook iets hebben, en jullie nog bovendien een matige schatting kunnen betalen zodra de woeste velden en bergen gecultiveerd zijn. Zeg nu zelf eens of dat niet beter zou zijn dan wanneer jullie met een paar rijken tenslotte zelf alles willen bezitten, wat jullie niets oplevert, maar wel een ongelooflijke schade toebrengt!
Hoofdstuk 116: De vloteigenaars en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Maar JORED zei tegen hen: 'Wees nu vooreerst maar blij dat jullie het hout terug hebben; wat jullie hier echter aangeven, heb ik al bijna een uur geleden gehoord van een Vreemdeling die Zich met Zijn leerlingen reeds een paar dagen bij mij ophoudt. Alleen aan Hem hebben jullie het te danken dat jullie je dure hout weer teruggekregen hebben; want zonder Hem zou jullie hout waarschijnlijk al voorbij Samosata zijn. Want deze mensen zouden dag en nacht tot diep in Perzië of zelfs Indië doorgevaren zijn, en ook al zouden jullie hen ingehaald hebben, zou dat jullie niet geholpen hebben omdat zij met hun vierentwintigen driemaal sterker dan jullie geweest zouden zijn. Wees daarom vooral blij dat jullie je hout terughebben en bedank die ene Man daarvoor, want zonder Hem zouden jullie je hout nooit hebben teruggekregen!'
Hoofdstuk 116: De vloteigenaars en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Ik wil echter met deze vierentwintig dieven niet spreken omdat zij nu al te veel verstrikt zitten in hun lust tot stelen; maar er zijn in jullie stad en in de hele, uitgestrekte omgeving nog veel van dergelijke mensen. Doe met hen wat Ik je nu heb aangeraden, dan zullen jullie weldra niet meer over diefstal te klagen hebben!
Hoofdstuk 116: De vloteigenaars en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Plaats wachters zoveel je maar wilt en kunt, en je zult daarmee weinig of niets bereiken; want jullie zullen daardoor de woede van de arme mensen nog meer opwekken, en zij zullen er dag en nacht over piekeren hoe zij jullie op de gevoeligste wijze kunnen treffen! Als jullie echter Mijn raad opvolgen, zullen de door jullie verzorgde armen zelf juist jullie beste wachters zijn.'
Hoofdstuk 116: De vloteigenaars en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Omdat hij hun echter maar weinig loon bood en hen voor zich en de zijnen bijna dag en nacht liet werken, werden zij ontevreden en vroegen meer loon en een betere behandeling. De man, die nu rijk was, zei echter: 'Heb geduld tot ik mijn huis beter ingericht heb, -dan zal ik wel aan jullie eisen tegemoetkomen! ' Daar namen de arbeiders genoegen mee en gingen weer aan het werk.
Hoofdstuk 117: Het verhaal van de rijke man en zijn werklieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] De rijke man dacht echter bij zichzelf: 'Ik ben nu weliswaar bang voor jullie, maar ik zal mijn vertrouwde boden weer uitzenden om wachters en soldaten te halen. Die zal ik wat beter belonen en die zullen dan de overmoed van de arbeiders wel weten te beteugelen. ' -Dat deed hij dan ook, en toen de arbeiders dat zagen, werden zij zeer bedroefd en zwoeren de harde, rijke man wraak.
Hoofdstuk 117: Het verhaal van de rijke man en zijn werklieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Toen de rijke man zag dat hij met geweld niets tegen de vele arbeiders kon uitrichten, bezon hij zich en zei: 'Wees kalm! Ik zie het onrecht in dat ik jullie heb aangedaan, en ik zal jullie van nu af aan helemaal behandelen alsof jullie mijn eigen kinderen zijn, en ik schenk jullie het algehele lees en verzamelrecht, en jullie behoeven mij, als degene die dit land met veel moeite en veel angst en zorgen ontdekt heeft, slechts het tiende deel van al het verzamelde af te geven, waarvoor ik jullie echter zoveel mogelijk toevlucht en bescherming zal geven.'
Hoofdstuk 117: Het verhaal van de rijke man en zijn werklieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] leder mens op deze aarde heeft voor zichzelf het recht van lezen en verzamelen; als hij echter een medemens dient, moet die hem goed verzorgen, omdat hij voor hem afstand gedaan heeft van het eigen lees en verzamelrecht. Wij allen hebben dat voor u gedaan en u gegeven waar wij volgens de wet recht op hadden, en daarvoor wilt u ons nu zo belonen?! Weet, harde man, dat wij van u voor al onze moeite en ons harde werken niet alleen bijna geen loon, maar bovendien nog een slechte behandeling kregen, die nu in de laatste tijd al zover ging dat u op brutale wijze door uw gerechtsdienaren onze hutten liet doorzoeken, om te zien of we soms niet voor onszelf ook een kleinigheid verzameld hadden? En als er bij iemand iets gevonden werd, heeft u niet alleen alles bij hem weg laten halen, maar hem ook nog door uw wachters gruwelijk laten mishandelen, en u heeft zelfs formeel een wet laten afkondigen die luidt, dat ieder die iets van de schatten achter houdt, met de dood gestraft zal worden.
Hoofdstuk 117: Het verhaal van de rijke man en zijn werklieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300  ...