Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 287 van 1037

...  275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300  ...
[3] En kijk, zo weet Ik ook het best waar de zieke zenuw in de grote wereldmens zit, en daarom ben Ik juist naar deze zieke zenuw gekomen om die eerst te genezen, opdat dan de hele grote mens gezond zal worden! - Begrijp je de zaak nu beter?'
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'Wel, heeft jouw geest zich niet met de Mijne boven alle bijna eindeloos grote hulsgloben en uiteindelijk zelfs nog eindeloos ver boven de hele Grote mens verheven?! Heb je met Mij niet de bijna eindeloos grote hulsgloben als flauw schemerende puntjes gezien en zelfs ook de hele Grote mens?! En heb je je niet met Mij eindeloos ver buiten de huid van de grote wereldmens in de vrije ruimte naar buiten verheven, zodat zelfs de hele Grote mens in het geestelijke beeld van je gedachte je nauwelijks zo groot voorkwam als een wazige mier?! Als je Mij echter in je geest in de eindeloze scheppingsdiepten kunt volgen, en wel zo, dat deze voor jou uiteindelijk gewoonweg tot niets worden, hoe kun je dan zeggen dat jij en ook een ander mens helemaal niets bent vergeleken met die eindeloos grote schepping?!
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Nu kwam LAZARUS naar Mij toe en vroeg Mij: 'Heer, heeft zo'n hulsglobe, die ik mij door Uw genade ondanks haar reusachtige grootte nu heel goed kan voorstellen, geen andere beweging dan de algemene van de grote wereldmens?'
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar nu gaan we naar buiten om naar de komende dag en de zonsopgang te kijken en Iaat ieders hart zich verblijden! Intussen kunnen de mensen van de waard voor een ochtendmaaltijd zorgen!'
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] De waard gaf meteen zijn mensen opdracht en het werd al gauw levendig in huis; maar wij stonden op en gingen naar buiten.
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Maar nu richten we onze ogen weer naar de zonsopgang; want dadelijk zal onze zon in al haar pracht en majesteit opgaan, en de huidige zonsopgang moeten jullie allen heel goed in je opnemen!'
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Laat je niet verblinden door de wereld en luister niet naar haar verlokkingen, want al haar goederen zijn ijdel en vergankelijk! Mochten jullie je echter in deze wereld al schatten verzamelen, verzamel dan vooral die welke niet roesten en niet door de motten verteerd worden! Dat zijn schatten voor de geest tot het eeuwige leven, waarvoor jullie alles moeten doen om ze zoveel mogelijk in je bezit te krijgen. Iemand die echter ook aardse schatten heeft verkregen, moet die net als onze broeder Lazarus gebruiken, dan zal hij daarvoor hemelse schatten oogsten. Want wie veel heeft, dient veel te geven, en wie weinig heeft, laat die weinig geven!
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Als je echter bij iedere gift en edele daad wilt weten of en hoe Ikzelf daaraan een welgevallen heb, kijk dan slechts naar het gezicht van degene die je in Mijn naam, zoals Ik dat nu heb uitgelegd, iets goeds hebt bewezen, want daaraan zul je de ware graad van Mijn waardering helder en duidelijk zien.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] DE SCHRIFTGELEERDE zei: 'Heer, nu is alles me duidelijk geworden! Voorheen zei U, dat een mens God onmogelijk naar waarheid zou kunnen liefhebben als hij Hem niet eerst heeft leren kennen, en de waarheid van Uw woord zie ik pas nu goed in. Nu ken ik God en heb Hem nu dan ook in U, o Heer, buitengewoon lief. Maar hier is God ook gemakkelijk te herkennen wanneer U, als God Zelf, Zich aan ons op zo'n ongehoorde wijze te kennen geeft, en dat is ook natuurlijk helemaal geen verdienste van ons, omdat dat alles alleen maar Uw genade is. Maar wie van alle mensen van de hele aarde zou ooit die onmetelijke diepten van U hebben kunnen doorgronden en onthullen?! Dat kan alleen Hij die deze geschapen en zeer wijs en kunstig geordend heeft!
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Als de mens het woord van God hoort, begint in zijn ziel de ochtend te gloren. Als hij het gehoorde gelooft en daarop vertrouwt, wordt het reeds lichter in hem. Hij begint dan steeds meer vreugde in de leer te scheppen en handelt daar dan ook naar. Zijn daden worden dan net als die lieflijke ochtendwolkjes rood getint door de liefde, waardoor het steeds lichter en lichter wordt in de mens. Door die vreugde van de mens in het goede en ware uit God komt hij tot een steeds duidelijker kennen van God en zijn hart ontvlamt in volle liefde tot God, en dat lijkt precies op dit morgenrood dat nu al stralend helder is. De inzichten over God en daardoor ook over zichzelf en zijn grote roeping breiden zich op gelijke wijze uit als het morgenrood, dat nu al zo helder geworden is dat daardoor om ons heen alle mooie gebieden van de aarde duidelijk zichtbaar worden.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Daarop gingen we naar een punt van waaruit men heel goed de omgeving van Bethanië kon zien, maar ook een aantal wegen en straten die naar Jeruzalem leidden. Langs de wegen en straten waren douane en tolhuizen gebouwd waar de vreemdelingen de verplichte tol moesten afdragen. De meeste tollenaars van deze kant waren met een aantal van hun bedienden en knechten sinds gisteren bij ons.
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Maar Lazarus zei: ' Al deze vreemdelingen zullen tegen de avond vast en zeker hier naar boven komen, en ik zal maatregelen moeten nemen om vooral de kelder nog beter te voorzien, en ook de keuken en de voorraadkamer. Bovendien zal ik buiten ook nog meer tafels en banken moeten laten opstellen, anders heb ik te weinig ruimte!
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei tegen Lazarus: 'Maak je niet druk, want zolang Ik hier ben, ben je al van alles uitstekend en rijkelijk voorzien! En al komen er nog zo veel, dan zullen zij toch allemaal uitstekend verzorgd worden. Laten we nu maar eens in alle rust naar die dwaze wereldse drukte daar beneden kijken! Wat een zwaar beladen kamelen, paarden, ezels en ossen komen daar over de wegen en straten aandraven, terwijl ze grote schatten en goederen dragen voor hun meesters, die alles zullen verkopen!
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar daar op de brede weg van Galilea naar Jeruzalem zien we met ossen bespannen wagens en karren. Die brengen slaven uit de omstreken van de Pontus hierheen om te verkopen. Het zijn mooie en goed gebouwde jongemannen en meisjes van veertien tot achttien jaar. In totaal zijn het honderd twintig mannen en honderd zeventig vrouwen. Wel, deze verkoop zullen wij verhinderen en vervolgens voor de vorming en vrijheid van deze arme kinderen zorgen! Binnen de stadsmuur mag er geen mensenhandel plaatsvinden, maar deze berg bevindt zich al buiten de stadsmuur en is toch nog heel dicht bij de stad en daarom zullen jullie zo dadelijk zien, dat deze wagen en karreneigenaars precies aan de voet van deze berg hun verkooptenten zullen opzetten en daarna meteen hun omroepers in alle richtingen proberen uit te zenden! Alleen, wij zullen ze vóór zijn en al hun koopwaar afnemen en daarna ook met die laaghartige kooplui een woordje spreken dat hun handel voor lange tijd zal vergallen!'
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen zei Agricola: 'Heer, wat zou U ervan zeggen als ik al die mannelijke en vrouwelijke slaven zou kopen, en wel voor de prijs die de verkopers verlangen, en hen dan mee zou nemen naar Rome om hen daar goed te laten opvoeden en hun dan de volledige vrijheid en het Romeinse burgerschap te schenken?'
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  275 - 276 - 277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300  ...