Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 289 van 1110

...  277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302  ...
[5] Maar ook dit bezeten zijn is te genezen door gebed, door het aanroepen van Mijn naam, door vasten en door het opleggen van de handen in Mijn naam. -En dit is nu ook in dit opzicht alles wat jullie voorlopig moeten weten; al het hogere en meerdere zal jullie geest je leren, die Ik op de juiste tijd vervullen zal met Mijn geest.'
Hoofdstuk 121: Kenmerken van de op aarde geïncarneerde maanzielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Maar om zuiver wereldse dingen hoef je niet bij Mij aan te komen; want dat zieldodende gif zal Ik jullie niet geven ook al zouden jullie Mij daar ook jarenlang om vragen! Want Mijn doel is jullie in je ziel van al het wereldse volledig vrij te maken, en niet om jullie daar nog meer mee te verbinden. - Jullie weten nu wat je moet doen en geloven, en meer is voorlopig niet nodig.
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Bespaar je de moeite, want Ik weet immers toch al wat jij nog een tijdje hier in deze zaal zou willen houden! Kijk, deze hemellichamen zou je zo willen bewaren! Ja, ze zullen voor jullie verdere voorlichting nog een jaar lang zo blijven! Maak er gedurende die tijd een afbeelding van; daarna zullen deze wonderbaarlijke exemplaren echter verdwijnen, zoals ook eens deze hele zichtbare hemel en deze aarde zullen verdwijnen wanneer zij alles wat daarin gevangen is helemaal teruggegeven zullen hebben.
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Maar IK zei heel rustig tegen hen: ' Als jullie, beste kinderen, nu door jullie mannen weten en geloven dat Ik Die en Die ben, dan is de manier waarop jullie Mij nu tegemoetkomen, helemaal niet in orde. Een te grote en onbegrensde, het menselijk gemoed helemaal van wroeging vervullende eerbied voor een goddelijk wezen is net zo nadelig als een te geringe eerbied; want als jullie iemand met te veel vrees en beven hoogachten, vraag je dan eens in je hart af of je hem nog wel kunt liefhebben! Als je echter helemaal geen achting voor iemand hebt, zul je hem ook niet kunnen liefhebben. Maar als je van iemand goed weet welke vele goede, beste eigenschappen en vaardigheden hij heeft, dan zul je hem in je hart buitengewoon bewonderen en bovenmatig gaan liefhebben; en kijk, dat is dan de ware eerbied, en die ben je net zo verschuldigd aan een goddelijk wezen als aan ieder mens, die je naaste is overal waar je hem tegen komt!
Hoofdstuk 119: De eerbied van de priestervrouwen voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] (DE HEER:) Omdat jullie dat nu inzien en begrijpen, kan Ik jullie ook het nodige vertellen over de maanzucht. De bewoners van de maan hebben als zeer eenvoudige en in zichzelf gekeerde mensen bij uitstek de gave van de helderziendheid, en dat met name tijdens hun nacht van veertien volle aardse dagen, die zij in hun onderaardse woonholen meestal slapend doorbrengen. Tijdens deze slaap blijft hun ziel echter volkomen wakker en deze ziet dan alles om zich heen tot in de verre omtrek, en dus ook deze aarde, waar zij eigenlijk min of meer bij horen, die zij echter, vanwege de natuurlijke positie van de maan tijdens hun waaktoestand, op hun lange dag nooit kunnen zien; (want de maanmensen bewonen alleen het gedeelte van de maan dat van de aarde is afgekeerd) omdat de maan, zoals Ik Jullie al uitgelegd heb, om heel natuurlijke redenen (op de naar de aarde toegekeerde kant) geen lucht en geen water heeft, en als er al hier en daar in de vele dieper gelegen delen een soort lucht aanwezig is, dan is die toch niet toereikend voor de ademhaling van wezens met een lichaam, en is er ook niet geschikt voor, omdat het element zout ( de zuurstof) geheel ontbreekt.
Hoofdstuk 120: De Heer geeft uitleg over de maanwereld en over maanzucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] De mensen van de maan hebben daar in hun natuurlijke toestand ook geen behoefte aan, omdat zij in hun droomleven, waar zij het meest van houden, toch al alles kunnen zien en te weten kunnen komen wat goed is voor het heil van hun ziel. Zij verlangen er dan ook het allermeest naar om snel bewoners van deze aarde te worden, wat dan ook eigenlijk hun bestemming is. En als zij op hun wereld hun lichaam hebben afgelegd, gaan hun zielen, als zij zich tijdens hun lichamelijke leven daarvoor waardig gemaakt hebben, meteen naar deze aarde en worden bij een passende gelegenheid in een moederlichaam verwekt. Als kinderen van deze aarde worden zij weer geboren, groeien vervolgens op en ontvangen de opvoeding van de aardse mensen, waardoor zij in ieder geval de mogelijkheid krijgen op de weg van de kinderen van God geplaatst te worden, hetzij reeds hier of aan gene zijde.
Hoofdstuk 120: De Heer geeft uitleg over de maanwereld en over maanzucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Ik heb jullie nu laten zien, wat en wie de mens is en wat hij moet doen om het eeuwige leven te bereiken. Van nu af aan hangt het helemaal van jullie af om daarnaar te handelen. Let echter op, dat jullie nu niet ter wille van de wereld weer in jullie oude onzin en daardoor in jullie oude dood terugvallen, want dan zouden jullie nog veel moeilijker op de juiste weg te brengen zijn dan nu! Ik kan nu persoonlijk niet langer meer bij jullie blijven; maar als jullie Mijn leer blijven toepassen, zal Ik ook in de geest werkend bij en in jullie aanwezig zijn, en wat jullie deze goddelijke geest van Mij zullen vragen in Mijn naam, dat zal jullie ook gegeven worden.
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Want luister: Alle stoffelijke zaken die de hele oneindige ruimte in deze tijd bevat, zijn geestelijke dingen die gevangen en gericht zijn! Het zijn geesten die zich in het gericht van de kracht en macht van de goddelijke wil bevinden tot een vastgestelde tijd, waarop de goddelijke alwetendheid constateert dat zij die graad van zelfstandige sterkte bereikt hebben die nodig is voor de verdere geestelijke, zelfstandige ontwikkeling van het leven. Dat begrijpen jullie nu weliswaar niet, en jullie kunnen het ook niet begrijpen; maar eens zullen jullie het toch begrijpen.
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ik heb jullie dit echter alleen gezegd opdat jullie ook als heidenen in zullen zien, dat Ik het eigenlijke, eeuwige IK ben, en dat in feite alles wat de oneindigheid omvat uit MIJ bestaat. Maar houd dat voorlopig voor je, tot de eeuwige geest van de waarheid je daarover meer zal leren!
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Nu krijgen jullie in deze nacht nog wat tijd. Wie nog wat te vragen heeft, vrage! Morgen voor zonsopgang ga Ik verder; want Ik heb heel veel kinderen die Ik als een echte levensvader nog wil bezoeken om ook hun de blijde boodschap van het eeuwige leven te verkondigen.'
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Ben Ik dan het IK, of is het Mijn innerlijke geest? Ik heb jullie immers gezegd dat die bij jullie blijft, en als jullie iets nodig hebben, dan zal hij het jullie zonder voorbehoud geven. Mijn persoon is voor jullie verder van geen nut, maar alleen de geest, die jullie nooit verlaten zal als jullie hem niet verlaten.'
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Nu dan, Ik zal morgenochtend bij jullie nog het ochtendmaal gebruiken, maar dan direct verder trekken!'
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: 'Je hebt helemaal gelijk -want dat heeft je niet je bloed, maar dat heeft je je geest ingegeven -; maar Ik kan toch niet anders doen dan zoals Ik het eerder gezegd heb. Om jullie allen te plezieren, zal Ik pas na zonsopgang hier weggaan, maar in de geest toch bij jullie blijven. Nu is het echter de vraag of jullie alles begrepen hebben, en of niemand van jullie nog iets te vragen heeft.'
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Mijn leerlingen hebben jullie toch al Mijn gebed gegeven, dat Ik hen geleerd neb en dat ieder mens in zijn hart op dezelfde wijze kan bidden; ieder ander lippengebed is voor Mij een gruwel.
Hoofdstuk 123: Over het gebed en de godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] In de geest ben Ik van eeuwigheid altijd volkomen dezelfde, Ik heb Mij nooit veranderd en zal Mij ook eeuwig nooit veranderen in Mijn wezen, werken en willen. Ik ben nu drie dagen lang bij jullie en heb jullie geleerd wat jullie moeten weten, geloven en doen -ieder voor zich -om het eeuwige leven van de ziel te verkrijgen. Heb Ik jullie toen iets gezegd over bepaalde gebeden of over een bepaalde doelmatige, mysterieuze, als enige Mij welgevallige godsdienst, of over een bepaalde feestdag, zoals eventueel over een sabbat van de joden die zij de dag van de Heer Jehova noemen, en waarop de priesters de mensen alle arbeid verbieden terwijl zij zelf als priesters juist op de dag van de Heer het grootste en schandelijkste bedrog plegen, en daarbij nog de gewetenloos slechte mening er op na houden God daarmee een goede dienst te bewijzen? Nee, van dit alles hebben jullie uit Mijn mond niets gehoord en Ik zeg jullie geheel naar waarheid:
Hoofdstuk 123: Over het gebed en de godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  277 - 278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302  ...