Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 290 van 1110

...  278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303  ...
[11] Wie bij Mij een goede vraag verhoord wil hebben, moet naar zijn hart op bedevaart gaan en Mij zo helemaal in stilte zijn vraag met volkomen natuurlijke, eenvoudige woorden voorleggen, dan zal Ik hem verhoren. Maar Ik zeg jullie tevens, dat niemand daarbij tot Mij moet komen met bepaalde, vroom uitziende gebaren en een vroom gezicht! Want als iemand iets aan Mij vraagt met zo'n zeker, huichelachtig, vroom gezicht, zal die vraag niet verhoord worden; want wie niet zo natuurlijk als hij is tot Mij komt, en niet in de ware geest van de volle waarheid vraagt, zal niet verhoord worden, maar alleen degene die Mij waarachtig liefheeft, Mijn wil doet en zonder enige opschik en dwang tot Mij komt zoals hij is, zal door Mij altijd verhoord worden.
Hoofdstuk 123: Over het gebed en de godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Waarlijk Ik zeg jullie: Wie Mij ooit wat vragen zal terwijl hij daarvoor speciale, betere kleding heeft aangetrokken, zal ook nooit verhoord worden en een of andere priester in zijn domme, versierde tovermantels en rokken al helemaal niet!
Hoofdstuk 123: Over het gebed en de godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Kleed je daarom nu weliswaar volgens je stand, maar eenvoudig, en hecht aan rok en mantel geen andere waarde dan alleen, dat het je lichaam bedekt; al het meerdere is al verkeerd en brengt geen goede vruchten voort.
Hoofdstuk 123: Over het gebed en de godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] En zo weten jullie nu ook in dit opzicht wat je te doen staat, en Ik geloof nu omdat het al bijna middernacht is geworden -, dat wij ons ter ruste kunnen begeven!'
Hoofdstuk 123: Over het gebed en de godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Dat kunnen jullie zeker doen; maar als jullie dat toch willen, schrijf het dan in meerdere exemplaren, opdat het meer algemeen wordt, en het ene en eerst geschreven boek -vooral bij de zeer bijgelovige heidenen niet een soort magische werking krijgt, waardoor de waarde van de inhoud misvormd zou worden en de mensen letterlijk vrees voor de heiligheid van zo'n boek zouden krijgen, het van louter eerbied niet meer zouden durven lezen, en tenslotte zelfs zover zouden komen, te geloven dat enkel de verering van zo'n relikwie de mensen al de hemel op zou leveren! Als er echter verscheidene gelijke boeken bestaan, is zo'n verbastering niet zo gemakkelijk meer mogelijk.
Hoofdstuk 124: Over de ontwikkeling van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Ik voeg daar echter nog aan toe dat jullie ook moeite moeten doen om alle mensen reeds van kinds af aan behoorlijk lezen, schrijven en rekenen te leren -niet alleen maar de rijken -, anders hebben jullie weinig aan de geschreven boeken. Probeer vooral een goede ontwikkeling van de kennis en daardoor van het hart bij de mensen te bewerkstelligen, dan staat je in Mijn rijk een grote beloning te wachten, en daardoor zul je ook gemakkelijk met de mensen op aarde kunnen werken; want met echt ontwikkelde mensen kun je gemakkelijk praten en omgaan. Maar probeer de mensen een waarachtige, totale ontwikkeling bij te brengen; want een halve ontwikkeling is vaak slechter dan helemaal geen!
Hoofdstuk 124: Over de ontwikkeling van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Onthoud jullie jongeren de waarheid niet, zoals ook Ik jullie niets heb onthouden; want slechts de waarheid vormt de mens werkelijk tot mens. Waar deze ontbreekt, moet zonder meer de leugen haar plaats innemen, en die is de moeder van al het onheil dat maar op aarde onder de mensen kan voorkomen. Houd dit ook voor jullie allen aan als levensrichtsnoer! Als jullie daar op zullen letten, zullen jullie heel snel de zegeningen ervan reeds op deze aarde zeer duidelijk en waarachtig ondervinden. -Hebben jullie nu nog wat op je hart?'
Hoofdstuk 124: Over de ontwikkeling van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Dat is een wat onverstandige wens van jullie - want ten eerste zijn jullie nog lang niet in staat een geest te zien, omdat een geest alleen met geestelijke ogen, maar nooit met lichamelijke ogen gezien kan worden, en ten tweede is de ziel van jullie voormalige mentor ook nog lang niet in zo'n levenstoestand dat zijn verschijning jullie een bepaald nut zou kunnen verschaffen -; maar omdat jullie het dan toch zo belangrijk vinden en van mening zijn dat het je geloof zeer zou versterken, kan dat jullie tot slot ook nog wel toegestaan worden. -Isma kore! -kom en spreek!'
Hoofdstuk 125: De geest van de mentor van de priestervrouwen verschijnt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zo riep Ik de ziel van de mentor. En er ontstond een groot gedruis in de zaal, uit de bodem steeg rook op alsof daaronder brand was, en midden uit de rook kwam DE GEEST met een woedend gezicht te voorschijn en zei tegen de vrouwen: 'Waarom storen jullie, ongelovige vrouwen, mij in mijn rust waarin ik bezig ben met mijn vervolmaking, en in prettig gezelschap ben van geesten die net zo zijn als ik, en waar onderlinge ruzie en onenigheid ondenkbaar is?
Hoofdstuk 125: De geest van de mentor van de priestervrouwen verschijnt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Ik heb de belofte die ik jullie gegeven heb, allang ingelost en jullie ook duidelijk gezegd hoe nietswaardig de leerstellingen van Diogenes zijn. Ze strekken de mens die deze aanvaarden kan, tot grote schande omdat het niets dan ellendige leugens zijn, een bespotting van de hoogste wijsheid van een eeuwige, almachtige God! Maar jullie meenden dat het een droom was en een spel van jullie fantasie!
Hoofdstuk 125: De geest van de mentor van de priestervrouwen verschijnt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Heeft jullie verstand je dan niet gezegd dat de mens een heel wonderbaarlijk werk is van een grote, wonderbaarlijk almachtige Schepper, en dat daarin niets plaats kan vinden wat niet een oorzaak en een wijs doel heeft?! Dat heb ik jullie tijdens mijn aardse leven nog vaak gezegd; maar daar hebben jullie geen waarde aan gehecht, want jullie was het er alleen maar om te doen, door iedereen bewonderd te worden vanwege je stoïcijnse wijsheid. Maar desondanks knaagde toch voortdurend de twijfel aan jullie hart, die ik door overduidelijk opnieuw te verschijnen te niet had moeten doen.
Hoofdstuk 125: De geest van de mentor van de priestervrouwen verschijnt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Maar nu is er een hogere geest bij jullie gekomen en heeft jullie onderwezen. Waarom geloofden jullie Hem dan niet volledig? Waarom vragen jullie mij als getuige van Hem, wiens naam ik niet waardig ben uit te spreken? O jullie vreselijk dwaze vrouwen! Heus, als nu die grote geest met hier zou zijn, zouden jullie allen er flink van langs hebben gekregen! Onthoud echter, dat het je heel slecht zal vergaan als je mij nog een keer in mijn rust stoort!'
Hoofdstuk 125: De geest van de mentor van de priestervrouwen verschijnt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar IK vroeg hen: 'Wel, zijn jullie tevreden met je mentor?'
Hoofdstuk 125: De geest van de mentor van de priestervrouwen verschijnt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Dat toch niet, -maar op de wereld verborg zijn ziel heel verstandig haar eigenlijke ik en toonde zich naar buiten heel anders dan zij innerlijk was; maar nu in haar naaktheid gaat dat natuurlijk niet meer. Want aan gene zijde kan geen enkele ziel zich uiterlijk anders voordoen dan zij innerlijk is; en daarom kon jullie mentor zich aan jullie nu ook niet anders voordoen dan hij is, en hoe hij innerlijk ook eigenlijk altijd ten opzichte van jullie gezind was. Zijn bescheidenheid en zijn zachtmoedigheid waren slechts gespeeld, innerlijk zag het er heel anders uit!
Hoofdstuk 125: De geest van de mentor van de priestervrouwen verschijnt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] En IK zei tegen hen: 'Naar Samosata! Als jullie een vaartuig daarheen gereed hebben liggen, dan kunnen jullie Mij brengen.'
Hoofdstuk 126: De betekenis van het joodse volk ten opzichte van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  278 - 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303  ...