Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 291 van 1166

...  279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304  ...
[5] Wie de mensheid vervelen wil, moet haar maar goede, bekende en goed begrijpelijke waarheden voorleggen en ik sta ervoor in, dat hij heel snel alleen zal staan! Kan hij echter erg goed liegen, en fantaseren dat hij bijvoorbeeld in het verre Indië dieren gezien heeft zo groot als een berg, en met honderd koppen, waarbij iedere kop sprekend lijkt op die van een bepaald dier, en in het midden van die honderd koppen van de meest verschillende diersoorten ook nog omhoogstekend een reusachtig mensenhoofd, zittend op een lange, dikke nek, dat alle talen van de wereld heel duidelijk, maar wel met donderende stem spreekt en de mensen zelfs wetten voorschrijft voor hun gedrag ten opzichte van de rest van zijn grote leger dierekoppen! Ja, hij kan de mensen die heel opmerkzaam naar hem luisteren ook nog zonder schroom wijsmaken dat op de grote rug van dit wonderbaarlijke reuzendier de mooiste steden en tuinen zijn aangelegd, waarin mensen en dieren wonen, die een heel aangenaam leven leiden mits zij de wetten in acht nemen die uitgaan van de centrale kop van dit reusachtige dier, maar door de tijgerkop van het dier meteen opgevreten worden wanneer zij daartegen zondigen! Deze absurde leugen kan hij nog op veel manieren uitbreiden, en dat wordt allemaal vast en zeker geloofd; en wee degene die zou willen zeggen: 'Maar waarom luisteren jullie naar deze aartsleugenaar?! Ik was toch zelf meerdere malen in Indië en heb nooit ook maar in de verste verte iets dergelijks gezien of daarover horen spreken! 'Dat helpt allemaal niet! Hij wordt als lasteraar tegen deze wonderbaarlijke zaak op een voor hem heilzame manier tot zwijgen gebracht, en de aartsleugenaar die Indië nooit heeft gezien, komt als overwinnaar tevoorschijn. Ik heb zelf meermalen ervaren dat de mensen veel eerder een kolossale domheid aannemen en geloven dan een waarheid, ook al heeft deze zich als nog zo nuttig bewezen.
Hoofdstuk 24: Roclus' probeert zijn atheïsme als juiste wereldbeschouwing te bewijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Als de mensen kennelijk zulke eigenschappen hebben, is het dan te verwonderen dat wij nu al met louter goden behoorlijk gepekeld en gebalsemd zijn? Is het niet veeleer erg verwonderlijk, hoe mensen van mijn soort temidden van zoveel uiterst domme mensen kunnen leven? En kunt U, geëerde heer, heer, heer, zich verwonderen dat wij als ervaren Grieken en joden alle twaalf noodzakelijkerwijs atheïsten moeten zijn, en wel om de eenvoudige reden, dat er toch overduidelijk geen god kan bestaan die zo'n menselijk domme aard heeft dat hij van de mensen vaak de meest belachelijke zaken, zo gezegd tot zijn eer zou eisen, zoals het kopen van tempelmest en tempelafval voor het zegenen van de velden, akkers, tuinen en weiden en nog duizend en één ergere absurditeiten, die allemaal verlangd worden door de ene god van de joden die nog steeds de wijzere is, -om maar te zwijgen over de wel zeer domme en onsmakelijke, mensonterende dingen, zoals offers en andere gewoonten en gebruiken, die onze ongeveer tienduizend Griekse goden eisen en zelfs streng voorschrijven?
Hoofdstuk 24: Roclus' probeert zijn atheïsme als juiste wereldbeschouwing te bewijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar ik zei met een heel ernstig gezicht tegen hem: 'la, ja, bekijk mij maar, zodat je mij later aan het hoofd van een machtig leger des te eerder en gemakkelijker zult herkennen wanneer ik de kwade, versterkte burcht van jullie gruwelijke god en zijn opperpriester zal aanvallen en verwoesten! , Toen vermande mijn eerst zo vriendelijke zieleherder zich, trok een grimmig gezicht en zei tegen mij: 'lij waanzinnige sterveling, eerder verwoest je de maan dan de vesting van Lama! Maar waar is je leger?'
Hoofdstuk 28: Roclus over de Indische priesterkaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ik zei: 'Dat zal ik je niet aan je neus hangen! Eén gebaar van mij is echter voldoende en dan zul jij , slecht mens, nog vroeg genoeg ondervinden, waar mijn leger zich opgesteld heeft! Ik zegje: Als je mij nu over de Lama en over zijn opperpriester en over jullie connecties met hem en over de reden van deze schandelijke mensenmishandeling niet alles volledig naar waarheid vertelt, laat ik je grijpen en twintig jaar lang op alle manieren die mijn fantasie mij zal ingeven, martelen, opdat ook jij eens kunt proeven hoe het deze arme boetelingen te moede moet zijn bij zulke ongehoorde kwellingen en martelingen! ,
Hoofdstuk 28: Roclus over de Indische priesterkaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS is na alles wat hij nu van Roclus heeft gehoord, zeer nadenkend geworden en weet absoluut niet wat voor antwoord hij hem daarop moet geven. Hij wendt zich daarom tot Mij en zegt met halfluide stem: 'Heer, over het geheel genomen heeft deze man geen ongelijk en het komt mij voor, dat hij ondanks zijn atheïsme de mensheid een heel goed hart toedraagt. Als hij tot het ware theïsme te brengen zou zijn, zou hij met zijn enorm scherpe verstand en zijn veelzijdige ervaringen bepaald een gouden parel zijn voor Uw Goddelijke zaak. Maar juist omdat hij zoveel ervaring heeft en daarbij een oordeel zo scherp als een adelaarsblik, is het in ieder geval voor mij moeilijk hem nu een antwoord te geven waarvan bij hem een goed resultaat te verwachten zou zijn. Wat denkt U ervan om hem nu Zelf onder handen te nemen? U zou hem met weinig woorden beslist meer kunnen zeggen dan ik. Heer, doe dat voor deze man, want zijn inzichten lijken mij kerngezond!"
Hoofdstuk 25: Het karakter van Roclus, zoals de Heer hem ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Dat is op zichzelf zeker heel loffelijk, maar met het geloof aan een god doet zich een grote moeilijkheid voor; want het is bij hen een volkomen uitgemaakte zaak, dat er buiten de geheime krachten in de natuur eeuwig nergens een god bestaat en zou kunnen bestaan. En daarom is het moeilijk een echte Esseen tot geloof aan een god te brengen. Men moet hem eerst nog veel meer gelegenheid geven om zich helemaal naar hartelust vrij in en over alles en iedereen te uiten. Pas wanneer hij zich helemaal aan je heeft blootgegeven, zal er nog wel iets heel bijzonders met hem te verwezenlijken zijn. Maar nu is hij daarvoor nog niet rijp, omdat er nog veel in hem schuilt waarmee hij tengevolge van zijn achterdocht tegen jouw Romeinse uitoefening van het zwaardrecht nog lang niet tevoorschijn is gekomen.
Hoofdstuk 25: Het karakter van Roclus, zoals de Heer hem ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar je strenge, Romeinse houding en deugdzaamheid moetje voor hem veranderen in die van een waarachtig vriend en wel zo open en oprecht als mogelijk is, anders zul je niets bij hem bereiken! Heb je hem echter zover gewonnen, dan zal er gemakkelijk met hem onderhandeld kunnen worden en dan kan Ik pas verder met hem praten; maar nu zou hij, als zijn wil volledig vrij gelaten werd, niet eens met Mij willen praten, maar zou hij doodsimpel tegen Mij zeggen: 'Vriend, de opperstadhouder is de enige die ik ken en met hem heb ik alleen te doen; want jou ken ik met en daarom weet ik ook niet hoeveel ik je in vertrouwen kan meedelen!' En Ik zou daarop voorlopig niets anders kunnen antwoorden dan: 'Vriend, je hebt volkomen gelijk!' Probeer jij hem daarom eerst heel vriendelijk te winnen en breng hem dan pas bij Mij, en daarna zullen wij de hele zaak weldra in kannen en kruiken hebben!"
Hoofdstuk 25: Het karakter van Roclus, zoals de Heer hem ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Je kunt me heus geloven als ik zeg dat er onder de priesters van welke godsdienst dan ook, mannen zijn die maar al te goed het totaal verkeerde van hun uiterlijke leer inzien en wel degelijk kennis hebben van een ware en enige God, die zij in hun hart ook volledig aanhangen; maar toch kunnen zij eens en vooral aan het oude gebouw van dwaling niets veranderen! Dat laten zij heel geduldig over aan Hem die de macht heeft de tempels van het bedrog omver te werpen, wanneer Hij dat wil en het Hem goed dunkt! Want Hij zal ook wel het best weten, waarom Hij het toegelaten heeft voor allerlei namaakgoden en afgoden tempels te bouwen en ze met muren en zwaarden in stand te houden!
Hoofdstuk 26: Cyrenius bejegent Roclus als vriend. De oorzaak van het verval van het priesterschap - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Nu is het jouw beurt weer je te verantwoorden, als je dat wilt en kunt; want nu staan wij als vrienden tegenover elkaar, en je kunt zonder enige angst voor gerechtelijke vervolging vrijuit spreken! Je kunt openlijk zeggen wat je op het hart hebt en ik zal je vervolgens niet als hoge gezagsdrager van Rome en niet als opperrechter, maar als mens en broeder door woord, raad en daad trachten op de goede weg te brengen! Als je dit echter niet wilt, kun je naar believen ongehinderd hier weggaan, en gaan waarheen je wenst en wilt! Wel zal het mij zeer aan het hart gaan je in die waan hier vandaan te laten gaan, maar niettegenstaande dat zul je alleen al vanwege je scherpzinnigheid, die ik weet te waarderen, geen enkele dwang van mijn kant ondervinden. - Spreek dus nu verder helemaal vrij en openlijk met mij, je vriend!'
Hoofdstuk 26: Cyrenius bejegent Roclus als vriend. De oorzaak van het verval van het priesterschap - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Nu is mijn vraag, hoeveel blindheid en domheid er voor nodig is om dat te kunnen geloven! Waar is daar de god, en niet de mens die dat allemaal in elkaar heeft gezet als illusie voor zijn medemensen, die hij alle kennis op leven en dood onthoudt opdat zij voortdurend zo dom en blind mogelijk zullen blijven en met bebloede handen dag en nacht zullen werken, zodat de arbeidsschuwe plaatsvervangers van god zich goed kunnen vetmesten op kosten van de arme, domme saters. Wat interesseert zo'n mensgoddelijke hoogheid ook het leven van miljoenen? Om zich niet alle furiën op de hals te halen, moeten die ieder ogenblik bereid zijn hun leven ergens op het spel te zetten om hun onverdelgbare kwelgeest die op gods plaats zit, wat eigenlijk hun grootste kwaad is, te onderhouden!
Hoofdstuk 27: Het kunstmatige Allerheiligste in de tempel te Jeruzalem. Indische gruwel van boetedoening - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Maar, zegt men, waarom zou ik dan denken dat een godheid die door miljoen.en mensen zeer diep vereerd wordt, zo ontzettend dom zou zijn? Nee, luister, geëerde vriend, daar is waarlijk niet zoveel voor nodig! Ik zeg nu heel openlijk wat uit mijn hart opwelt. Als wij de geboden van de ons bekende godheden eens bezien en kijken naar wat wij aan afbeeldingen van hen hebben, dan is dat al voldoende! Meer hoeft men daarover in 't geheel niet te zeggen "
Hoofdstuk 30: Roclus bekritiseert de Indische en joodse religie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Het volmaakte niet-bestaan ondervindt noch de genietingen van het geluk, noch het van tevoren betreuren van het verlies ervan, dat zeker komt. Een waar filosoof van mijn soort zal daarom door geen natuurlijke dood afgeschrikt worden, maar wel door een marteldood! Want de lieve natuur heeft de mens toch niet uit een in haar aardhumus geproduceerde stof voortgebracht, om zich door zijn medemensen te laten martelen?! Kortom, ik vind de werken van de natuur erg wijs, hoewel Ik nu juist ook niet iedere werking van de ruwe natuurkracht voor volstrekt wijs en doelmatig houd; maar ik zal daarover nooit klagen:'
Hoofdstuk 31: Roclus prijst de goddeloosheid en het niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En zo, mijn edele vriend, heb ik u de argumenten die ik tot nu toe had voor mijn atheïsme helder en duidelijk aangegeven, en ook dat mijn argumenten zeker niet uit mijn duim zijn gezogen, maar op de solide grond van vele ervaringen staan! Ik wil me hiermee echter helemaal niet voor altijd van het theïsme afkeren! Geef me andere argumenten, en ik ben een theïst! Hoe zit het nu met dit wonderbaarlijk ontstane huis voor Marcus en zijn gezin? Geef me daarover toch ook enkele aanwijzingen; want nu kent u me immers al helemaal!"
Hoofdstuk 35: Roclus laat zien dat het hart de zetel is van de ware godheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (ROCLUS:) 'Ja, eerder gaf ik als mijn mening te kennen, dat de menselijke idee over één god in wie van eeuwigheid steeds de grootste intelligentie, het helderste verstand, de hoogste wijsheid en de beste en almachtigste wil aanwezig is, wel tot de mooiste en menswaardigste gerekend zou kunnen worden. Maar een goddelijke wezen dat zo buitengewoon volmaakt is, zou als begrip ook zeer zuiver moeten zijn, onafhankelijk van het feit of hij helemaal geestelijk transcendent gezien al of niet een realiteit zou zijn! Maar onder wat voor domme en materialistische begrippen wordt zo'n goddelijk wezen aanbeden, en met wat voor soort listen en vaak gruwelijk geweld wordt dat de andere nog nuchtere, natuurlijke mensen ter aanbidding en diepste verering opgedrongen!
Hoofdstuk 30: Roclus bekritiseert de Indische en joodse religie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar ROCLUS zei daarop dadelijk tegen Cyrenius: 'Beste, geëerde vriend, wanneer u als wijze grijsaard van koninklijke afkomst, die zolang reeds in regeringszaken zit, mij niet te woord durft te staan met uw vele ervaring en kennis, wat moet deze jonge knaap dan met mij aan, hij is duidelijk nog geen twintig jaar oud. Of vind u mijn argumenten te zwak en inhoudsloos om mij daarop een antwoord te geven?"
Hoofdstuk 36: Roclus wordt naar Raphaël verwezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304  ...