Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 291 van 1110

...  279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304  ...
[8] IK groette hen ook en zei: 'Blijf actief in Mijn leer, dan zal Ik niet alleen heel vaak bij jullie zijn, maar uiteindelijk zelfs temidden van jullie gaan wonen! Breng onze groet en zegen over aan allen die van goede wil zijn!'
Hoofdstuk 126: De betekenis van het joodse volk ten opzichte van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Kijk eens wat voor tekenen hier gedaan moesten worden om deze heidenen te laten geloven! De tekenen waren krachtige mest, zodat de leer als levenstarwe op hun gemoedsveld kon ontkiemen en tot een toekomstige vrucht kon opgroeien. Toen Ik echter anderhalf jaar geleden bij jullie Joden kwam, was slechts een woord voldoende en jullie volgden Mij, zonder dat jullie precies wisten wie je volgde. Jullie gemoedsbodem was wel begroeid met veelonkruid, en menige doornstruik omringde jullie hart, -maar daarnaast was er toch ook nog veel ruimte op het veld voor de tarwe.
Hoofdstuk 126: De betekenis van het joodse volk ten opzichte van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Ja, ja, daarin hebben jullie wel gelijk, maar Ik wil deze rivierrovers juist ontmoeten en hen voor de toekomst voor hier helemaal onschadelijk maken. Houd daarom even met roeien op!'
Hoofdstuk 127: De Heer overwint de rivierrovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK stond echter op van Mijn zitplaats en vroeg met geweldige stem aan de rovers: 'Met welk recht eisen jullie dat van ons en van iedereen die je kunt achterhalen?'
Hoofdstuk 127: De Heer overwint de rivierrovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'Maar wat zou je doen als wij hier de sterksten zouden zijn en van jullie je bezit of je leven zouden eisen?'
Hoofdstuk 127: De Heer overwint de rivierrovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Goed dan, wees vrij; maar jullie geroofde goud geef je aan Mijn twee schippers, anders zal het jullie heel slecht vergaan!'
Hoofdstuk 127: De Heer overwint de rivierrovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: 'Ga jullie goud en zilver dan halen!'
Hoofdstuk 127: De Heer overwint de rivierrovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Maar IK zei: 'Vaar nu maar door, al het andere zullen jullie nog vroeg genoeg te weten komen! Deze schatten zijn nu echter al het eigendom van onze vijf schippers, en deze tien mannen die ze afgegeven hebben, zijn gekomen om Mij te volgen. En zorg nu dat je verder komt!'
Hoofdstuk 127: De Heer overwint de rivierrovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Maar toen zij zo spraken, hadden we hen samen met de tien rovers die ons in hun brede boot vlug achterna voeren, ook al ingehaald, en IK zei tegen de twintig: 'Jullie vinden het vreemd dat Ik zo doe, - Ik vind het echter van jullie tienmaal vreemder dat juist jullie deze daden en dit handelen van Mij vreemd vinden. De mensen zijn Mijn werk, en Ik ken dit werk het best, Ik ken al hun bekwaamheden en weet daarom goed wat Ik doe. Laat daarom verder niets meer van wat Ik doe jullie vreemd voorkomen, anders zou het jullie erg vreemd voor moeten komen dat Ik jullie heb aangenomen terwijl jullie nog duizendmaal erger waren dan deze tien rovers, die nog niemand gedood hebben maar alleen de rijk en zwaarbeladen vlotten wat lichter hebben gemaakt!'
Hoofdstuk 127: De Heer overwint de rivierrovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK zei: 'Dat is nu niet aan de orde; nu moet je doen wat Ik wil, en dan zullen jullie kleren weldra ook wel verbeteren! Een mens is en blijft, wanneer zijn innerlijk in orde is, ook in de armoedigste kleren een mens.'
Hoofdstuk 128: De Heer in Samosata - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[24] De waard was het daarmee eens en ging voorop om ons de weg te wijzen en ons naar die plaatsen in het stadje te brengen die volgens zijn mening het meest bezienswaardig waren. Zo kwamen we ook voor het statige gebouw van de Romeinse hoofdman, die op de binnenplaats juist zijn soldaten instructies gaf hoe ze gedurende de nacht wacht moesten lopen, omdat hem verteld was dat er een grote Perzische karavaan in aantocht was. Die moest aangehouden en gevisiteerd worden om te zien welke waren en schatten meegevoerd werden, zodat men over alles de wettelijke tol kon innen.
Hoofdstuk 128: De Heer in Samosata - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Meteen bracht de hoofdman ons naar zijn huis bij zijn zieke zoon. Toen Ik daar kwam stonden er in de ziekenkamer verscheidene heidense afgodenbeelden om zijn bed, die hem volgens de priesters hadden moeten helpen.
Hoofdstuk 129: De genezing van de aan koorts lijdende zoon van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Ik kan jullie dat zeggen, omdat daarvoor ook de macht in Mij aanwezig is!'
Hoofdstuk 129: De genezing van de aan koorts lijdende zoon van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] IK zei: 'Dat Ik hier ook macht heb, daar zullen jullie nu meteen volledig van overtuigd worden! Kijk, deze ijzeren en stenen afgoden van jullie, die totaal geen macht en kracht hebben en volledig dood zijn, zal Ik enkel door een woord volledig vernietigen, omdat Ik anders de zieke niet zou kunnen en willen helpen! En dus zeg Ik: Weg met jullie dode afgoden!'
Hoofdstuk 129: De genezing van de aan koorts lijdende zoon van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: 'Ik ben een jood uit Galilea en ben als zodanig nooit bang geweest voor jullie dode afgoden en zal dat ook nooit zijn. overal waar Ik kom, help Ik de mensen echt, fysiek en geestelijk. Maar de afgoden moeten wijken en de enige, alleen ware, levende, eeuwige God moet in hun plaats komen; want zonder Hem is er geen verlossing voor de mensen op deze aarde. Omdat jullie afgoden echter verdwenen zijn, wil Ik nu ook de zieke helpen! En dus zeg Ik tegen je: Sta op en wandel!'
Hoofdstuk 129: De genezing van de aan koorts lijdende zoon van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304  ...